Om niets minder draait het verhaal in
Het geheim van het Nachtegaalbos van
Lucy Strange, vertaald uit het Engels.
Een knap en ontroerend verhaal, verteld door Henrietta Georgina Abbott, kortweg Henry of Hen. Ze is twaalf jaar, blijkens de flaptekst.
Ze doet dat dusdanig dat het hoegenaamd niet opvalt dat de verteller hier een soort verslag doet (achteraf, in onvoltooid verleden tijd) dat wellicht ietwat te vlot is voor een twaalfjarige - maar dan zij meteen vermeld dat die leeftijd niet meteen in het verhaal opduikt en dat Henry bovendien een leesgraag meisje blijkt en zich ook in gesprekken goed blijkt te kunnen redden. Dat maakt acceptatie makkelijk. De enige keer dat ik een zinnetje las waarbij ik noteerde 'Hoe weet ze dat?' is op p. 37:
Er kwam een boosaardig lachje op mijn gezicht.
Iets meer fragment:
Dokte Hardy's instructie galmde door mijn hoofd:
Geen grote avonturen voor jou, jongedame...
Er kwam een boosaardig lachje op mijn gezicht.
Ik ging lekker toch.
Laat die ene zin er uit en het bekt net wat natuurlijker voor een verteller die zichzelf immers niet ziet.
Dokte Hardy's instructie galmde door mijn hoofd:
Geen grote avonturen voor jou, jongedame...
Ik ging lekker toch.
Of vervang
ik door
zij:
Dokte Hardy's instructie galmde door haar hoofd:
Geen grote avonturen voor jou, jongedame...
Er kwam een boosaardig lachje op haar gezicht.
Ze ging lekker toch.
Nou ja, van die stijloefeningen zijn er meer te doen.
Hoofdzaak is dat het verhaal met verteller en al recht overeind blijft.
Tijd voor een introductie.
Het verhaal begint als het gezin Abbott voor hun nieuwe huis staat:
We stonden met zijn allen naar het nieuwe huis te kijken: vader, mama, ons kindermeisje juffie Jane, Biggetje en ik. Het was groot en oud, en stond hier en daar op instorten, met muren die een beetje verzakten en een steil pannendak vol mos. Op het hek zat een bordje: HUIZE HOOPVOL.
'Het is een nieuw begin,' zei vader.
Al snel blijkt dat nieuwe begin weinig hoopvol. Mama is zwak en ziek, vader moet voor werk weg, juffie Jane heeft de zorg voor iedereen, Henry vooral voor haar zusje met de rare naam Biggetje, een baby. Mama wordt toevertrouwd aan dokter Hardy, en Henry vindt hem een griezel, hetgeen ons in heerlijke Dickensiaanse woorden wordt beschreven, te beginnen met zijn 'vochtige en kwabbige' hand.
Waaróm ze zijn verhuisd, dat vertelt ze ons allengs tussen de regels door, maar het duurt heel lang, voorbij de helft van het verhaal, tot we te weten komen wat voor rampzalige gebeurtenis hen naar Huize Hoopvol heeft gebracht, en hoe Henry's broer Robert stierf. (Robert duikt al in de eerste pagina's op, Henry ziet hem voor zich en praat met hem.)
Die dosering vind ik heel knap, de spanningsboog wordt fraai gespannen. Ook passend is dat het lang duurt voordat je als lezer doorkrijgt in welke tijd het verhaal speelt, tenzij je de flaptekst hebt gelezen: 1919. In het verhaal komt de eerste echte aanwijzing pas op p. 23. Ik zal citeren, ook om nog een indruk te bieden van de stijl:
Hij keek weer naar zijn brief en bracht intussen zijn theekopje naar zijn mond. Huid vol littekens strekte zich, als een landkaart van Afrika, over de rug van zijn hand en pols. Tegenwoordig zag je veel mannen met littekens - herinneringen aan de Grote Oorlog, die afgelopen november was geëindigd - maar vader had niet gevochten. Hij was ingenieur en had het grootste deel van de oorlog in Britse havens en fabrieken gewerkt; zo streed hij voor de overwinning, ja, maar zonder daadwerkelijk te vechten. Vaders litteken kwam helemaal niet uit de oorlog. Ik deed mijn best niet te denken aan de nacht dat hij het had opgelopen.
Vreemde stijlfiguur 'Tegenwoordig zag je...'. Wat zou er in het Engels gestaan hebben?
Achter het huis is een bos en daar ontdekt Henry een heks, die al bij de tweede ontmoeting geen heks blijkt maar een vrouw die zich uit de wereld heeft teruggetrokken en zich aan Henry voorstelt als Mot.
Dokter Hardy blijkt samen met een collega (Chilvers) snode plannen te hebben met mama, plannen voor een behandeling die, vermoedt Henry, helemaal niet goed voor haar is. Ze probeert de uitvoering van die plannen te voorkomen, samen met Mot, die op wonderbaarlijke wijze met Huize Hoopvol, verbonden blijkt. Ook van anderen krijgt ze hulp en uiteindelijk ook van vader, die als reactie op een bondig telegram verstuurd door Henry ('je bent hier nodig') met spoed naar huis komt. Volgt een geweldig
feel-good-einde. Er is weer hoop in Huize Hoopvol.
Er zijn méér verwikkelingen en verhaallijnen, de pijn van verlies is overal, zo heeft Mot een zoon verloren in de Grote Oorlog. Maar ik ga die verwikkelingen en verhaallijnen niet uit de doeken doen.
Het is een boeiende tijd. Te dichtbij om in de kostuumdrama's te vallen, de echte 'historische literatuur' zoals dat met een vreemde term heet. (Vreemd omdat die literatuur zelf niet historisch is, de verhalen spelen zich af in het verleden.) Maar net te ver terug om het idee te krijgen dat het verhaal zich hier en nu zou hebben kunnen afspelen. (Alleen al het verschijnsel
kindermeisje, in die eerste zin.) En de auteur heeft, voorzover ik kan nagaan, erg haar best gedaan om het decor in die zin kloppend te maken, zelfs in de reacties op iets gewoons als de telefoon die overgaat, en in andere details, zoals het geluid van een auto. (Viel toen nog op.) De pijn van verlies was toen in Groot-Brittannië overal, er waren zoveel jonge mannen omgekomen op de slagvelden. (Zie ook
Het boek van de kinderen van A.S. Byat, een meesterlijke roman.)
De vertaling van Aleid van Eekelen-Benders kan ik niet beoordelen. Eén aanpassing viel makkelijk te achterhalen, die op p. 80:
'Misschien zingt de nachtegaal dáárom als u naar hem fluit,'zei ik lachend. 'Hij weet dat u ook een nachtegaal bent. Want nightingale betekent nachtegaal.'
Tja, hoe die passage in het Engels luidt... Waarschijnlijk is dat laatste zinnetje door de vertaler toegevoegd.
In het Dankwoord achterin bedankt de auteur een heleboel mensen, waaronder Studio Helen 'voor het mooie omslag: toen ik de eerste schets zag sprongen de tranen me in de ogen, zo prachtig was het'.
Dat ben ik helaas niet met haar eens. Ik vind het een spuuglelijk omslag.
Niettemin: een veelbelovend debuut.
Strange, Lucy. Het geheim van het Nachtegaalbos. Gottmer, 2016. ISBN 978 90 257 6722 8, 320 p. Oorspr. The Secret of Nightingale Wood, 2016.