Zoeken in deze blog

dinsdag 21 december 2010

Vensters op de canon

Oktober 2006 werd in Nederland 'de canon' gelanceerd. De Canon van Nederland. Het bleek te gaan om vijftig items uit de geschiedenis van Nederland die iedereen zou moeten kennen. Per augustus 2010 zijn deze 'vensters' dan ook opgenomen in de 'kerndoelen' van het Nederlands basisonderwijs. Van de Hunebedden tot Europa, bij welk laatste item de euro staat afgebeeld. Annie M.G. Schmidt is ook een item en deelt als auteur die eer met Erasmus, Christiaan Huygens, Spinoza en Anne Frank.
De eerste drie bestonden toen Nederland nog niet bestond, wel kenden Huygens en Spinoza de Republiek der Verenigde Provinciën ofwel de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Die canon, opgesteld door een commissie onder leiding van Frits van Oostrom, deed veel stop opwaaien. Men miste van alles en vond van alles te veel of te weinig, zoals dat overigens vaak gaat met onderwijsmateriaal. Ik ga daar niet op in.

Op 14 januari 2009 werd in de Universiteit van Tilburg een symposium gehouden onder de titel Vensters op de canon, heden en verleden in (jeugd)literatuur en musea. Abonnees van Leesgoed vinden (na inlog) op die website nog een verslag door Inger Bos en Karen Ghonem-Woets m.m.v. Willemijn Geijtenbeek (vmbo) en Herman Verschuren (basisonderwijs).

December 2010 verscheen bij de UvT de gelijknamige symposiumbundel, samengesteld door Helma van Lierop-Debrauwer (zie ook een interview) en Toin Duijx.
Ik denk dat ik me er even voor moet zetten om dit boek helemaal te lezen, zelfs al heb ik slechts een deel van de lezingen meegemaakt. De verzameling lezingen vormen geen retorisch geheel, hier wreekt zich de op zich praktische indeling van het symposium in 'stromen': men kon afgezien van inleiding en openingslezing kiezen tussen vijf lezingencycli, verdeeld over het 'veld': kleuteronderwijs, basisonderwijs e.d. (Het programma ontbreekt in het boek, maar ik vond het hier terug..) Daardoor is er voor ieder wel wat van zijn gading, maar is het nog een opgave om het hele boek te lezen.
Aanraders vind ik de openingslezing van Herman Pleij en de slotlezing van Ted van Lieshout.
Ik citeer de titel en de twee openingszinnen van Herman Pleij:

Wat moet het kinderboek met de canon?
Niets. Van meet af aan is het kinderboek ondergeschikt gemaakt aan dubieus moralisme van ouderen.

Dat nodigt natuurlijk wel uit tot verder lezen!

Zeer onderhoudend vind ik ook 'Kent u dit plaatje? Een canon van illustraties in jeugdboeken' van Margreet van Wijk-Sluyterman, die speciaal voor dit hoofdstuk nog wat onderzoek verrichtte.
Onderhoudend en tot nadenken stemmend vind ik eveneens '1600 Slag bij Nieuwpoort, een reis door de stad en door de tijd' van Jan Paul Schutten en 'Er was eens... soedah laat maar, zo lang geleden ja' van Robin Raven. Waarmee ik de rest niet wil afdoen als niet ter zake doend - maar niet allemaal achter elkaar lezen.

De bundel telt 168 pagina's en is te bestellen in de boekwinkel: ISBN 978 94 6167 003 8.

Joke houdt ermee op


Joke Guns is een gedreven boekwinkelier. Zij beheert Woeste Willem, kinderboekwinkel in Aalst (Vlaanderen) met hart en ziel. Niet makkelijk, een kinderboekwinkel op zo'n locatie. Toch hield ze het zes jaar vol.
Tot nu.
Ik ontving vandaag van haar het volgende bericht:


Het is mooi geweest! Meer dan zes jaar heb ik alles van mezelf gegeven om Woeste Willem én de betere kinder- en jeugdliteratuur sterker op de kaart te zetten. En ik heb ervan genoten! 
Na rijp beraad heb ik besloten om Woeste Willem ter overname te zetten en een nieuwe uitdaging binnen het boekenvak te zoeken.

Bedankt auteurs, illustratoren en klanten! Voor twee schitterende jeugdliteraire diners, voor meer dan 40 oergezellige, boeiende en verwarmende boekenontbijten, voor alle auteursbezoeken, signeersessies, boekenschrijfworkshops, poëziewedstrijden enzovoort.
Ik zal jullie missen.
Hopelijk loop ik jullie nog vaak tegen het lijf.

Bedankt uitgeverijen en leveranciers, voor de vaak prettige en verrijkende contacten.

Voorlopig ben ik nog even in Woeste Willem te vinden. Ik oriënteer me binnen de boekensector en overweeg mijn mogelijkheden.
Of de winkel daadwerkelijk wordt overgenomen, hangt af van de ernst van de geïnteresseerden. Ik wens mijn boekminnende klanten in elk geval opnieuw een gedreven zelfstandige boekhandel toe!

Dank voor de voorbije jaren!

Hartelijke boekengroet,


Joke

Voorlopig is het nog even gissen naar haar beweegredenen. Ik vermoed dat de winkel te weinig rendeerde, mede doordat ze te weinig gebruik maakte van de mogelijkheden van de website. Maar het is jammer dat ze ermee ophoudt en ik heb goede herinneringen aan de genoemde twee diners.

Graf van Rachel

Aan Rachel werd weinig gevraagd, geloof ik. Jacob kwam, zag en besloot dat zij het moest worden.
File:Rachel WilliamDyce.jpg
Zo toont William Dyce het in 1853. Rachel houdt haar ogen teneergeslagen, alleen de goden weten wat ze dacht en voelde.
Ze werd het niet meteen, want Jacobs oom Laban, vader van Rachel, vond dat Jacob eerst zeven jaartjes moest werken en hij had nog een oudere dochter, Leah. Hoe ging dat, op die bruiloft na zeven jaar ploeteren? De bruid werd flink ingepakt en van een sluier voorzien. Daardoor had Jacob niet door dat-ie met Leah trouwde in plaats van met de door hem gewenste Rachel. Vrij snel kreeg Jacob door dat hij belazerd was.
In de woorden van de Statenvertaling:

Toen zeide Jakob tot Laban: Geef mijn huisvrouw, want mijn dagen zijn vervuld, dat ik tot haar inga.
Zo verzamelde Laban al de mannen dier plaats, en maakte een maaltijd.
En het geschiedde des avonds, dat hij zijn dochter Lea nam, en bracht haar tot hem; en hij ging tot haar in.
En Laban gaf haar Zilpa, zijn dienstmaagd, aan Lea, zijn dochter, tot een dienstmaagd.
En het geschiedde des morgens, en ziet, het was Lea. Daarom zeide hij tot Laban: Wat is dit, dat gij mij gedaan hebt; heb ik niet bij u gediend om Rachel? waarom hebt gij mij dan bedrogen?


Er was trouwens iets met Leah's ogen. Volgens experts waren die óf 'zwak' óf 'teder', al naargelang de uitleg van het Hebreeuwse woord, dat beide kon betekenen. Wat mij terug naar Dyce's schilderij brengt: het lijkt net alsof Jacob hier Rachels ogen heel goed bekijkt. Wat lastig is, want zoals gezegd houdt zij ze dicht, volgens mij. In Genesis staat hier niets over, daar kust Jacob haar en huilt.
Hoe dan ook, de meeste oude vertalers kozen de ongunstige betekenis en schiepen een soort tegenstelling: Leah's ogen waren mat, Rachel was mooi en aantrekkelijk. In de Statenvertaling overigens staat dit: ' Doch Lea had tedere ogen; maar Rachel was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht. ' Wat weer de vraag oproept wat de Statenvertalers bedoelden met teder, want een tegenstelling schiepen ze wel.

Er was natuurlijk wat gekrakeel na die bruiloft. Ach, vond Laban, dan neem je Rachel toch als tweede vrouw? En dan werk je gewoon nóg zeven jaar om me te betalen. Zo gezegd zo gedaan. Als je dan toch getrouwd bent, ga je met je vrouw naar bed, of die dat nu prettig vindt of niet, en een dienstmeisje kan er ook nog wel bij. Zo baarde Leah vier zonen maar met Rachel lukte dat niet meteen, dus vond Rachel dat Jacob het maar eens met haar dienstmeisje Bilhah moest doen ('Zie, daar is mijn dienstmaagd Bilha, ga tot haar in'). Hup, nog twee zonen. Vervolgens kwam Leah's dienstmeisje Zilpa aan de beurt: hup, nog wat zonen. Toen Leah zelf weer: hup, nog wat kinderen, waaronder een dochter. En toen, hè hè, baarde Rachel Jozef. En daarna nog Benjamin, waarbij ze stierf. Haar taak zat er op.
Weer denk ik aan Dyce's schildering. Zou het meisje al geweten hebben wat haar lot was, trouwen, genomen worden, neuken, kinderen baren op bestelling? Alsof je een geit was, die elke dag werd gemolken? Zou William Dyce dit hebben willen benadrukken? Ik denk van niet: de vrouw was in zijn tijd, de 19e eeuw, nog steeds tot ongeveer hetzelfde voorbestemd als in de tijd van Jacob. Ik denk dat hij het moment heeft willen tonen dat Jacob haar vertelt wie hij is en haar kust.
Die ontmoeting kun je ook heel anders uitbeelden. Zo bijvoorbeeld:
File:Tissot Jacob and Rachel at the Well.jpg
Dit is volgens de Franse schilder James Tissot, ook 19e eeuw. Keurig volgens het bijbelse verhaal, waarin Jacob de steen van de put neemt zodat de schapen die Rachel hoedt kunnen drinken.

Jozef werd volgens de bijbelse verhalen een heel belangrijk persoon. Vermoedelijk verzamelde Rachel daardoor postuum de nodige roem en is haar graf een bedevaartsoord geworden.
File:Bethlehem rachel tomb 1880.jpg

Ik begreep dat dit graf voor joodse gelovigen symbool is voor de terugkeer naar Israel, en dus een heilige plek, ondanks Talmoedische twijfel over de exacte locatie van Rachels graf. Voor joodse gelovigen is Rachel een soort oermoeder geworden.
Maar ook christelijke en moslim-gelovigen vinden haar belangrijk genoeg om het graf tot heilige plek uit te roepen. het ligt vlakbij Bethlehem.
Ha, dat staat garant voor ruzie! Een beladen plek, dus. Hieronder een afbeelding van rond 1910, boven een gravure uit de 19e eeuw. (Geen bron gevonden.)
File:Rachel's Tomb c1910.jpg

De plek werd in 1830 door de Ottomaanse regering erkend als joods heiligdom. In 1841 kwam het graf in joods eigendom, maar de eerste eigenaar, Moses Montefiori, liet er een vierkant gebouwtje bijplaatsen waar moslims konden bidden, een wijs gebaar. De gravure hierboven is duidelijk van na 1841. Na 1921 lag het graf in het Britse protectoraat Palestinië en begon al enig gedonder tussen gelovigen van joodse en moslim-snit. De Verenigde Naties probeerden iets te regelen, met enig succes. Van 1948 tot 1967 lag de plek in Jordanië en werd er een moslimkerkhof omheen gelegd. Iedereen mocht het graf bezoeken, mits je een visum voor Jordanië kon krijgen - wat niet gold voor Israeli's. Na de zesdaagse oorlog in 1967 kwam de plek weer onder Israelisch bewind en dat was het begin van een reeks ruzies, die soms met wapens werden uitgevochten. Unesco heeft dit vuurtje nog aangewakkerd door het graf te bestempelen als werelderfgoed, onder de naam Bilal ibn Rabah Moskee.

Hieronder in 1978:
File:Raakelinhauta.png

Mocht ik ooit nog een reis naar het Midden-Oosten maken, dan wil ik deze plek zeker bezoeken. Als ik het goed begrijp, dien ik dan een visum voor Israel aan te vragen. Ik kan er heen met een bus, stevig bewaakt door jonge Israelische soldaten. De heilige moeder Maria zou er een traan om kunnen laten, uit solidariteit met die andere oermoeder.

donderdag 16 december 2010

Identiteit



In de Volkskrant van 4 april 2010 een mooi, luchtig bedoeld stuk over onze identiteit, van Bert Wagendorp en nog iemand.
Enkele Nederlandse gewoontes en dingen passeerden de revue, maar vooral de vraag: wat is dat eigenlijk, die identiteit.
Wie zijn wij?

Ik denk dat identiteit een mythe is, of een droom. Wij zijn wie wij denken te zijn, of wie zouden willen zijn.
Mythen en dromen kunnen we delen, vooral mythen.
De juridische notie van identiteit is ons te mager. Dan is iedereen die een Nederlands paspoort heeft of zou mogen hebben, een Nederlander.
Daarmee kun je niet uit de voeten. Wij Nederlanders... hebben een Nederlands paspoort of mogen er een ophalen. Het is waar, maar heeft geen kleur en geur.
Wij Nederlanders houden van drop. Hier komt de grootste gemene deler aan. Want er zijn heel wat mensen met een Nederlands paspoort die niet van drop houden.
Wij Nederlanders drinken veel melk. Maar er zijn ook veganisten.
Wij Nederlanders zijn bijna de langste. Maar er zijn veel korte Nederlanders, waaronder ikzelf.
Wij Brabanders houden van gezelligheid. Ik houd van gezelligheid. Ben ik een Brabander?
Wij Utrechters (of was het nou Utrechtenaren?) houden van Vocking leverworst en spoorpunten.
Wie niet?
Wij Biltenaars (heet dat zo?) houden van rust. Maar het kan er knap onrustig zijn.
Wij kattenhouders houden niet van honden. (Maar er zijn toch ook mensen die er katten én honden op na houden?) (En op boerderijen houdt men beide, terwijl van geen van beide gehouden wordt.)

Wie ben ik? Deze moeilijke vraag kan ik beantwoorden door een reeks eigenschappen te noemen die ook door anderen kunnen worden genoemd, maar dan misschien (hopelijk?) in een andere volgorde.
Als ik eigenschappen noemde die niemand anders kon noemen, was ik vermoedelijk geen mens. Zelfs mijn naam is niet uniek. Op Facebook en Hyves kom ik naamgenoten tegen.
Wij Herman Verschurens...
Die op Facebook is een boogschutter. Althans, er staat een foto'tje bij waarop iemand een boog spant. Leuk.
Er is zelfs een Herman Verschuren die aan Godsdienst-Pastoraal Werk doet. Dat ben ik zeker toch niet.
Mijn broer Peter wordt bij zoeken met Google geheel verdrongen door ene Peter Verschuren, die wethouder is in Groningen. En lid van de SP. Kon slechter.
Wij Verschurens...



Dan toch maar de gemene deler? Wij Nederlanders zitten graag op een kluitje (400 per km2), houden graag varkens, kippen en honden, eten graag varkens en kippen, vette worst, patat mét (of patatje oorlog), eten vooral te veel, snoepen pepermuntjes en drop, drinken graag bier en melk, rijden graag auto of fiets, kleden ons liefst vooral gemakkelijk en conventioneel, kijken graag tv of film, zijn meestal onbeleefd hoewel dat ook wel recht-door-zee wordt genoemd, zijn snel op ons tenen getrapt, zijn blank (althans, velen van ons kijken raar als een donker getint persoon zich Nederlander noemt) en hebben blond haar, enzovoort.
Doe ditzelfde met Wij Friezen, Wij Brabanders, Wij Limburgers, Wij West-Vlamingen, Wij Brusselaars, Amsterdammers, Rotterdammers, Groningers (Stadjers), Wij Duitsers, Wij West-, Oost-Duitsers, Wij Berlijners, Wij Fransen, Wij uit Birmingham, Wij Marokkanen, Wij Chinezen...
Een identiteit is behalve een identiteitskaart dus ook een schier eindeloze reeks medailles die je op je borst kan hangen.

dinsdag 14 december 2010

Grote Broer

Beter had ik het niet kunnen... (Bovendien wist ik het niet)


Alle hens aan dek voor een vrij internet

Door een onhandige move van SP-kamerlid Gesthuizen ontstond vorige week ineens het idee dat de Nederlandse overheid Deep Packet Inspection (DPI) zou gaan toepassen in de strijd tegen kinderporno. Met die techniek zou Justitie al het internetverkeer permanent kunnen gaan doorzoeken op foute plaatjes. Gesthuizen had niet meer dan de suggestie gedaan om er eens naar te kijken. Het ministerie van Veiligheid antwoordde meteen dat men graag aan het verzoek wilde voldoen. Volgens Gesthuizen zijn ze er al veel langer mee bezig. Ze ergert zich aan het feit dat er zo weinig vorderingen worden gemaakt met de aanpak van kinderporno. Ze weet ook wel dat je met DPI een geweldige aanslag pleegt op de privacy van de internetgebruiker. Affaire gesloten? Storm in een glaasje Haags water? Bits of Freedom is er niet gerust op.
Dat het gebruik van de Deep Packet Inspection-techniek een gevaar is voor een vrij internet, wordt duidelijk als we het beeld verplaatsen van Nederland naar het buitenland. Iran bijvoorbeeld.Berichten over de levering van netwerkapparatuur met DPI aan Iran, in dezelfde maand als waarin het land de oppositie met harde hand neersloeg, leidden vorig jaar tot grote verontrusting. Ook bij regeringen. Toen hij nog minister van Buitenlandse Zaken was, stelde Maxime Verhagen zijn Europese collega's voor een code voor het bedrijfsleven te ontwikkelen die de export van dergelijke technieken naar vijandige staten moest voorkomen. Ter bescherming van de vrijheid van burgers. De vraag was toen natuurlijk: betekent dit dat je deze techniek ook niet zelf in eigen land gaat gebruiken? Da's nog niet helemaal zeker, dus, zoals vorige week bleek.
DPI is niet alleen een aanslag op de privacy in het internetverkeer. Het wordt door deskundigen ook als ineffectief gezien. Je vangt er misschien een paar amateurs mee, maar de echte criminelen weten dit wel te omzeilen, zegt een beveiligingsman. Intussen wordt dan wel iedereen door Justitie bespioneerd. Dat dit niet geheel ondenkbaar is dat het internet van overheidswege in de gaten wordt gehouden, blijkt ook uit vergevorderde plannen op Europees niveau om eenzijdig sites af te sluiten als er sprake is van kinderporno.
In hun drang te scoren tegenover verontruste burgers lijken politici te snel hun toevlucht te willen nemen tot botte, technische maatregelen. Dat zien we ook in gemeentes die openbare bibliotheken willen verplichten tot het filteren van hun publiekspc's. Gelukkig zijn er dan nog mensen die iets verder denken en de consequenties van zulke maatregelen kunnen overzien. Maar met alle ophef over Wikileaks en de vaste wil van bepaalde regeringen om verspreiding van voor hen ongewenste documenten tegen te gaan, is het wel 'alle hens aan dek' voor de verdedigers van een vrij internet.


Jos van Dijk, redactieblog Informatie Professional, 14-12-2010.

Grote Broer is dichterbij dan we denken.

maandag 13 december 2010

Modelcontract

Wie wil bijhouden wat er in ons taalgebied gebeurt rond jeugdliteratuur heeft diverse bronnen tot zijn beschikking, ik noem Laten lezen (Leesplein ), Villa Kakelbont, Leesfeest, Jipjip en Vertel eens, maar zeker niet te veronachtzamen is ook het blog van Ted van Lieshout, auteur en grafisch kunstenaar, aan wie ik net voordat ik afzwaaide als hoofdredacteur van Leesgoed (tot eind september ook een geduchte nieuwsbron) de Leesgoedprijs mocht overhandigen.
Veel vaak amusante fait divers op zijn blog, zoals zijn mening over het aanbod van AH, en uiteraard veel over eigen werk (zo ontdekte ik dat Ted ook zingt), maar regelmatig brengt hij nieuws dat niet of nog niet in andere bronnen is te vinden, en bovendien bericht hij uitgebreid over de jeugdliteratuur in zakelijk opzicht: de positie van illustratoren (waarvoor hij zich zeer heeft ingezet) en het modelcontract voor kinderboeken (van auteur met uitgever), dat op 3 december jl. werd overeengekomen na onderhandelingen tussen o.a. VvL en NUV. Om precies te zijn: ' Dit Modelcontract is opgesteld door de Werkgroep Kinderboekenuitgevers (WKU) van de Groep Algemene Uitgevers (GAU) van het Nederlands Uitgeversverbond (NUV) enerzijds, en de Vereniging van Letterkundigen (VvL), afdeling van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV), anderzijds. ' Wie meer over dit contract wil weten doet er natuurlijk goed aan het te lezen (het is te downloaden bij VvL en NUV), maar doet er ook goed aan de kanttekeningen van Ted te lezen.

Lezen leidt tot lezen

... en daarmee tot grotere leesvaardigheid. Nogal wiedes, zou je zeggen, maar het is altijd prettig als zo'n ervaringsgegeven nog eens bevestigd wordt door onderzoek. Dat deed Suzanne Mol voor Stichting Lezen (NL) en op 7 december jl. promoveerde ze met dit onderzoek (titel To read or not to read) aan de Universiteit Leiden, met Adriana Bus als promotor.
Citaat uit het persbericht van de universiteit: ' Het maakt een groot verschil of kinderen en studenten jeugdliteratuur lezen of niet. Voorgelezen worden en zelf lezen brengen een positieve spiraal op gang. Basisschoolleerlingen, middelbare scholieren en studenten die in hun vrije tijd lezen, lezen steeds beter in vergelijking tot hun minder vaak lezende leeftijdgenoten. '
Citaat uit het persbericht van Stichting Lezen:  ' Het lezen van literatuur is elementair voor onze plek op de maatschappelijke (lees)ladder. Daarvoor bestaat overtuigend wetenschappelijk bewijs. Deze conclusie trekt promovenda Suzanne Mol op basis van 146 internationale, wetenschappelijke studies, waaraan in totaal meer dan 10.000 kinderen en studenten van 2 tot 22 jaar hebben meegedaan.  ' Op het tijdstip van dat bericht was Suzanne Mol overigens geen promovenda meer, maar doctor.

Nu hoort dit onderzoek wellicht thuis in een reeks onderzoeken met gewenste uitkomst en het persbericht van Stichting Lezen roept bij mij enkele vragen op. Wat is een 'maatschappelijke leesladder'? Toch niet hetzelfde als de 'maatschappelijke ladder' die doorgaans als metafoor wordt gehanteerd voor de positie die men inneemt in de samenleving? De universiteit formuleerde het directer: ' Kinderen en jongeren die veel lezen belanden hoger op de maatschappelijke ladder.  '
Is er dan een oorzakelijk verband tussen veel lezen en een goede positie in de samenleving of is dit een samenhangend verband dat nog wel enige aanvulling behoeft?
En is alleen 'lezen van literatuur' 'elementair', of kom je er ook als je vooral non-fictie leest?
 ' Een samenvatting van haar proefschrift komt in de nieuwsbrief van januari 2011. ' lees ik op de website van de universiteit. Wellicht hierin antwoorden.

Ik hoop dat het verband dat Suzanne Mol heeft gevonden geen gymschoenenverband is. Dat is dit: driekwart van de misdadigers blijkt gymschoenen te dragen. Ergo: het dragen van gymschoenen leidt tot misdadigheid. (Ooit gevonden in een geërgerde column van Maarten Keulemans, over het noemen van etnische achtergrond in berichten over gepleegde misdaden. Kan het niet meer terugvinden, maar zie ook deze column over verbanden.)
Wat me in het universiteitsbericht nog opviel was de kanttekening bij het zogenoemde 'interactief voorlezen', dat nogal actief is bevorderd door het Expertisecentrum Nederlands. Ik citeer: ' Mol brengt echter ook een nuancering aan in de heersende mening dat het wenselijk is interactief voor te lezen: niet alle kinderen profiteren gelijkelijk van ‘interactief voorlezen’. Interactief voorlezen blijkt het minst effectief waar de interventie het meest nodig is: in gezinnen waar weinig ervaring is met boeken en in peuterspeelzalen en in kleuterklassen waar vooral kinderen met een verhoogd risico op taal- en leesachterstanden worden voorgelezen door de eigen leerkracht. Het is dus belangrijk om juist in die groepen in kinderen meer te investeren.  ' Waarvan acte.

donderdag 9 december 2010

Kleuters leren wat verhalen zijn

Onlangs berichtte ik over een studiedag van onderzoekers jeugdliteratuur. Ik begreep vandaag dat Coosje van der Pol op 17 december in Tilburg gaat promoveren op haar onderzoek, dat ik in dat verslag vermeldde. Daarmee krijgt de jeugdliteratuur er een doctor bij, aangenomen dat de promovenda slaagt.
Ik vind het een bijzonder onderzoek, omdat het gaat over een manier van voorlezen waardoor de kleuters ' ontdekken wat een verhaal nu precies tot een verhaal maakt '. En niet alleen die kleuters, begreep ik tijdens die studiedag, ook hun juffen en meesters steken er iets van op. ' Ze ' (die kleuters) ' worden  zich bijvoorbeeld bewust van het feit dat verhalen "verzonnen" zijn. '
Daar kun je lacherig over doen, maar het spreekt niet vanzelf dat kinderen dat snel doorhebben.

Meisjes lezen beter dan jongens

Oud nieuws! Talloze onderzoeken bevestigden al wat uit het jongste PISA-verslag zou blijken, volgens krantenberichten (o.a. AD, 7-12-2010).
Dit PISA-verslag heeft in Nederland wat stof doen opwaaien, doordat minister Marja van Bijsterveldt flinke taal is gaan uitslaan over het onderwijs.
Intussen heb ik nog nergens iets kunnen lezen over dat verslag. Ik herinner mij dat er ooit kritische opmerkingen waren over de manier waarop de cijfertjes tot stand komen. In het ene land schijnt men dat soms net wat anders aan te pakken als in het andere. Volgens de Volkskrant maakt China het wel heel bont door de allerbeste cijfertjes van de allervoorlijkste scholen in de allervoorlijkste stad (Shanghai) te sturen. Als het ene 'cohort' maanden in leeftijd scheelt met het andere, kan dat ook schelen. (Daarover gingen o.a. die kritische opmerkingen.)
Hierover t.z.t. meer.

Iedereen mag heel internet raadplegen in de Nederlandse bibliotheken

Tenminste, als onze besturen het advies erkennen dat het SIOB heeft laten opstellen door Tom Barkhuysen, 'advocaat te Amsterdam bij Stibbe en hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Leiden'.
Volgens hem mogen gemeentebesturen geen filters verplicht stellen in openbare bibliotheken.
In de eerste plaats is zo'n verplichting in strijd met de vrijheid van meningsuiting en de informatievrijheid, grondrechten die worden beschermd in het Europees Verdrag voor de rechten van de Mens (artikel 10) en de Grondwet (artikel 7). De taak die bibliotheken hebben om vrije toegang te bieden tot informatie, betekent dat er van overheidswege geen censuur wordt gepleegd op die toegang tot informatie, kennis en cultuur. '
In de tweede plaats blijken gemeenten niet bevoegd om een verplichting op te leggen aan bibliotheken om een internetfilter te plaatsen op grond van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet. '
Dat laatste kan een beetje regering zo veranderen, zeker deze:  PVV en CDA zullen vast wel voor zijn.
Het eerste vind ik echt belangrijk. Het staat niet vast dat alle bibliotheken daadwerkelijk vrije toegang bieden. Ze mogen wel, maar hoeven niet. De eerste beperking (filter?) zat in het pre-internettijdperk al in de samenstelling van de collectie drukwerk en niemand stoorde zich daar aan, op een enkel incident na. Die beperking viel (en valt) te overwinnen met interbibliothecair leenverkeer, maar dan is de tweede beperking de samenstelling van alle collecties samen.
Nergens staat, geloof ik, voorgeschreven dat bibliotheken alle drukwerk en dragers van beeld en geluid moeten aanbieden. Dus zal ook nergens staan voorgeschreven dat bibliotheken alle websites moeten aanbieden. Maar hier is geen fysieke beperking: met een internet-aansluiting heb je in principe vrije toegang zolang geen lands- of stadsbestuur een filter toepast. We zijn (nog) niet in China.
Dit opent perspectieven voor hormonaal of door handelsgeest bevangen adolescenten, en voor volwassenen die niet helemaal sporen. Maar daarop heeft het SIOB het volgende verzonnen:
Nederlandse bibliotheken vinden het van groot belang om aan iedereen een veilige omgeving te bieden waar betrouwbare informatie te vinden is. Daarom ontplooien ze verschillende initiatieven om voor kinderen en jongeren veilig internet en mediagebruik te bevorderen. Naast gebruiks- en gedragsregels zetten bibliotheken in op toezicht en controle door medewerkers. Daarnaast is er veel aandacht voor media-educatie door mediacoaches die kinderen wegwijs maken in het veilig gebruiken van internet. '
Veiligheid en media-educatie als toverwoorden. Toezicht! Ja, het wemelt natuurlijk van de medewerkers in die door bezuinigingen getroffen bibliotheken. Front-office-medewerkers die helemaal zijn geschoold in het omgaan met kinderen en jongeren.
Afijn, alles beter dan een overheid die filters gaat plaatsen. Laat die jongens en meisjes maar doen waarvoor ze naar de bibliotheek komen, en zeur niet teveel.


donderdag 2 december 2010

Krassen voor een geschenk

Krassen voor een kans in een loterij kwam al voor, maar dit is nieuw: uitgeverij PixelPerfect geeft tijdens de Boekenweek 2011 een e-boek van Lydia Rood cadeau.
 Lydia Rood is de schrijfster van dit ebook met als titel De kop van de pauw. Het verhaal gaat over een sociale-mediastalker, over het Bekende Nederlanderschap, ijdelheid, trots en de prijs van de roem.
Het ebook zal 16 maart beschikbaar komen in de vorm van een zogehetenkrasboek. Een krasboek is de cover van het boek gedrukt op zwaar papier, met flaptekst en een krascode. Met deze unieke code kan de lezer het ebook gratis downloaden op www.ebookgeschenk.nl.
Met het krasboek als fysieke vorm zal het ebook in de winkel worden uitgereikt bij aankoop van een ereader, een luisterboek of na aankoop van een ebook via de website van de winkel. '
Herrie in de tent, want boekenbranchepromotor CPNB is boos dat PixelPerfect de naam Boekenweek gebruikt. Het zal niet helpen dat PP vermeldt ' Het ebookgeschenk en het krasboek zijn een initiatief van PixelPerfect (uitgever van onder meer de eBookstick) in samenwerking met Lydia Rood en houdt geen verband met de activiteiten van de CPNB, die de boekenweek organiseert '.
De CPNB op 1 december:
In reactie op het initiatief van PixelPerfect Publications om tijdens de Boekenweek 2011 een e-bookgeschenk beschikbaar te stellen, laat de CPNB weten op te treden tegen ieder oneigenlijk gebruik van de naam Boekenweek. Deze naam is  beschermd en door de CPNB vastgelegd.

Uit het persbericht van PixelPerfect Publications wordt volgens de CPNB de suggestie gewekt dat het hier een uitgave van de Boekenweek betreft. “Dat is niet het geval, het gaat hier om een commercieel initiatief dat handig gebruik wil maken van die Boekenweek.  De Boekenweek is van iedereen, het is een cultureel, maatschappelijk fenomeen. Daar kan niet een commerciële partij mee aan de haal gaan. In dit geval is het een klein bedrijf, maar ook een grote als Albert Heijn kunnen we dat niet laten doen”,  zegt directeur Eppo van Nispen.
Het Boekenweekgeschenk 2011 wordt geschreven door Kader Abdolah en is getiteld De kraai. De CPNB werkt aan de mogelijkheid deze ook al e-book uit te brengen. “De wil is er, maar er moeten nog een paar hobbels worden genomen”, aldus van Nispen. Dit jaar werd tijdens de Boekenweek het jubileumboek Titaantjes als e-book uitgebracht.  '
Dit wordt voer voor juristen. Niet handig van PP om precies de periode van de Boekenweek te nemen, heel maart was beter geweest.
Interessanter is natuurlijk het fenomeen dat op zo'n schaal een e-boek wordt weggegeven.
Ik weet momenteel niet hoe het staat met de e-boekverkoop, maar het schijnt iets sneller te gaan dan de boekenbranche voorzag. De eerste e-boeken voor kinderen zijn al verschenen.
Wanneer verschijnt het eerste e-kinderboekenweekgeschenk?