Zoeken in deze blog

dinsdag 31 mei 2011

Schrijven voor kinderen

Stel, je hebt die 'drang van binnen' (Floortje zwigtman, A.M.G. Schmidtlezing 2011) om te schrijven.
Maar je bent niet zeker van je vaardigheden, of je hebt een tekst geschreven die door de ene na de andere uitgever wordt afgewezen en als je heel eerlijk bent, lijken je vrienden en kennissen net iets te beleefd in hun lof.
Je kan een cursus gaan volgen. Er is voldoende aanbod. Onze Taal biedt een handig overzichtje voor Nederland, voor Vlaanderen is er Creatief schrijven en er is vast nog meer, zie Eigenstart schrijfcursussen. Er is zelfs 'voor iedereen die schrijft' een Schrijven Magazine.

Stel, die drang wijst je naar schrijven voor kinderen. Dan kun je ook bij veel van die cursussen terecht, zie bijvoorbeeld Schrijven Online terecht. Of hier. Of elders.

Waar zou die drang vandaan komen? Het kan zijn dat je sterk de behoefte voelt om je verhaal met anderen te delen. Welk verhaal? Nou, dat verhaal dat al in je hoofd zit en als het ware roept om opgeschreven te worden. Bij verrassing kan dan blijken dat het verhaal vooral voor kinderen is. Er zijn kinderboekauteurs te vinden die volhouden dat ze helemaal niet speciaal voor kinderen schrijven - maar al doende blijkt hun verhaal geschikt voor kinderen of zelfs speciaal bedoeld voor  kinderen. Deze auteurs zeggen vaak ook dat ze niet aan een bepaald publiek denken als ze schrijven.
Het kan ook zijn dat je wel een publiek voor ogen hebt: je eigen kinderen, of je schoolklas, je kleinkinderen, enzovoort. Je vindt dat jouw verhaal het verdient om met dat publiek gedeeld te worden. Of je hebt niet echt een verhaal maar vindt dat je het beter kan dan wat anderen voor jouw publiek schrijven en je beleeft er vreugde aan om verhalen te verzinnen. Of je hebt al enige naam gemaakt met verhalen voor volwassenen en wordt uitgenodigd om ook eens voor kinderen te schrijven. Van echt, authentieke 'drang van binnen' is dan inmiddels wellicht al wat minder sprake... Maar dat hoeft geen minder werk op te leveren. Annie M.G. Schmidt, bijvoorbeeld, schreef volgens haar zoon alleen als ze gevraagd werd, blijkt uit een interview in Leesgoed 2011-2. En dat bracht ons toch zeer genietbaar werk.

Joy Cowley schreef voor aspirant-auteurs Writing from the heart, how to write for children. Het boekje (pocket, 80 p., ISBN 978-0-473-17515-3) verscheen oktober 2010 in Auckland, Nieuw-Zeeland, bij Storylines Children's Literature Charitable Trust. Het bestaat uit 11 hoofdstukken na een Introduction: Plot, Dialogue, Discipline, Humour, Writing for the New Reader, Novels for Children and Young Adults, Picture Books, Plays, Poetry, Putting on your Editor's Hat en Presentation.
De Introduction geeft iets van drang weer: 'For me, making stories has been like breathing. It seems that I have always done it, first in pictures, story drawing on any clear space I could find - [...] - an onsessive habit that did not always please my parents.' Die obsessieve gewoonte mondde uit in een omvangrijk oeuvre, zoals haar website laat zien, dat ook redelijk gewaardeerd werd, zoals het lijstje 'Awards and Honours' achteraan haar 'bio notes' toont.
De Introduction vertelt ook hoe ze tot schrijven voor kinderen kwam: 'Doubleday eventually published five of my novels for adults, but at the same time I was writing stories for children, especially for my son edward and others like him who were reluctant readers. Following that was a growing commitment to early reading.'
Uit haar boekje blijkt dat ze bij dat schrijven rekening is gaan houden met haar publiek, wat ook tamelijk logisch is. 'We need to remember that the beginning reader does not have the experience of life and language to cope with certain literary styles.' Zo is 't maar net. Diezelfde betrokkenheid verklaart haar bemoeienis met Storylines en de opbrengst ervan is bedoeld voor dat centrum.
'Enjoy your craft. Do keep your serious adult voice under control, and let the child within you grow wings to fly with the child out there. Writing for children is a very satisfying adventure', zo eindigt ze haar introductie. Daar zit een visie in die negentiende-eeuwers niet begrepen zouden hebben, maar inmiddels gemeengoed is.

Schrijven voor kinderen is moeilijker dan schrijven voor volwassenen, dat benadrukt Cowley keer op keer: hoe jonger de kinderen, hoe moeilijker en schrijven voor de beginnende lezer 'is probably the most difficult level, although it appears simple.' Schrijven vergt voorbereiding, concentratie en discipline. Staaltje voorbereiding: ken je personages zo goed dat je ze kan horen, dat je weet hoe ze er uit zien, welke kleren ze dragen, wat ze denken, wat ze van dingen vinden. Zorg dat ze in je hoofd gaan leven. Concentratie:zorg ervoor dat je niet (te veel) gestoord wordt tijdens het schrijven. (Floortje Zwigtman gaf er ook een fraai staaltje van.) Discipline: wacht niet af tot inspiratie komt, maar zoek die op: reserveer je beste tijd voor het schrijven, liefst dagelijks.
Dat gezegd zijnde, blijkt wel uit haar boekje dat ze er een enorm genoegen aan beleeft. Ik ben geen schrijver van fictie, poëzie of drama, maar volgens mij kunnen beginnende auteurs veel goede, praktische raad halen uit Writing from the heart.
Bestellen? Het kost 25 Australische dollar ofwel ongeveer € 18,50, exclusief verzendkosten. Zie ook hier.



donderdag 26 mei 2011

Lezen: gevaarlijk!

Gisteren, woensdag 25 mei, hield Floortje Zwigtman de 12e Annie M.G. Schmidtlezing in Leiden. De Lokhorstkerk was vol...



... , even vol als voorgaande keren (2010: Marita de Sterck, 2009: Sjoerd Kuyper).
Voor wie er nog nooit van gehoord heeft: de Annie M.G. Schmidtlezing wordt jaarlijks gehouden en is ingesteld vanwege de bijzondere leerstoel voor jeugdliteratuur (officieel de 'Annie M.G. Schmidt-leerstoel voor kinder- en jeugdliteratuur') aan de Universiteit Leiden, sinds 1998 bekleed door Helma van Lierop...



..., die ook aan de Universiteit van Tilburg is verbonden en daar o.a. met Toin Duijx de enige masterstudie jeugdliteratuur in Nederland verzorgt. Hand- en spandiensten worden verleend door IBBY Nederland en als regel verschijnt de lezing in een aflevering van Literatuur zonder leeftijd. Dat de lezing plaatsvindt tijdens de door uitgeverij Querido ingestelde Annie M.G. Schmidtweek (dit jaar zelfs een maand, want op 20 mei werd AMGS 100 jaar geleden geboren, zie ook hier) is geen toeval, maar een kwestie van afstemming.



Floortje Zwigtman dus. (De naam is een pseudoniem van Andrea Oostdijk.) Haar werk zal bekend zijn bij wie meer dan gemiddeld belang stelt in jeugdliteratuur: Wolfsroedel, Spelregels, Schijnbewegingen, Tegenspel, Kersenbloed, Leeuwenmoed, Spiegeljongen en meer. Haar trilogie over Adrian Mayfield (Schijnbewegingen, Tegenspel, Spiegeljongen) kreeg zeer lovende recensies. En zie ook het interview met Floortje Zwigtman in Leesgoed 2007-5.
Een auteur die zo diep gaat, zal wel iets te vertellen hebben, was de verwachting. Wat mij betreft stelde ze niet teleur. Rode draad was de vraag welk nut het schrijven van literatuur heeft, en die vraag mondde uit in een visie waarin verhalen de wereld openen en ruimte laten voor twijfel. En de wereld openen, dat vinden sommige mensen gevaarlijk, vooral diegenen voor wie slechts één waarheid bestaat. Ironische uitroep: 'Pas op, lezen is gevaarlijk.' Want: 'Schrijven is de deur open zetten.'
Nu was ze ruim een uur aan het woord, want die rode draad werd vernuftig gesponnen door een reeks bespiegelingen die leidden van de zusjes Brontë (Emily, Charlotte en Anne) via Hans Christian Andersen en James Baldwin naar Annie M.G. Schmidt, jawel, en verder, en van inspirerende voorbeelden en drang tot schrijven ('zonder de zelfoverschatting van de nog-niet-debutant zou geen verhaal geschreven worden') tot schrijversvraagstukken. (Moet ik kiezen tussen werkelijkheid en verbeelding? 'Leven op papier heeft zijn prijs: geen tijd voor het ware leven.') Met mooie zij-observaties, bijvoorbeeld over Andersen, die zichzelf in zijn verhalen vol zelfspot kon karikaturaliseren, maar als levend persoon geen enkele zelfreflectie kende en behoorlijk irritant kon zijn.
Al luisterend wist ik: deze toespraak is de moeite waard om (nog eens) te lezen. En dat kan: in het zomernummer van Literatuur zonder leeftijd.

woensdag 25 mei 2011

Dag Christiaan

Op 19 mei nam Christiaan van Willenswaard afscheid.
Christiaan wie?

Ja, anders dan sommige prinsessen (zie voorgaand bericht) treedt een beleidsmedewerker zoals Christiaan van Willenswaard niet vaak op de voorgrond. Christiaan verrichtte zijn werk voor Stichting Lezen niet voor het voetlicht, maar in de kleedkamers achter het theater van de leesbevordering, en dat zo'n vijftien jaar lang, dus veel langer dan enig directeur voor deze stichting heeft gewerkt.
Hij was de constante in het overleg, de diplomaat, lobbyist en plannenuitwerker van de stichting. Diplomaat, maar nooit vaag. Lobbyist, maar nooit irreëel. Plannenuitwerker: liefst in samenwerking, en voorzien van een grote dosis belangstelling voor wat anderen doen, en een goed geheugen.
Lobbyist bleef hij tot en met zijn afscheid: alle aanwezigen kregen een badge met de letters TROTS, en die staan voor wat hij vindt dat goede leesbevorderingsprojecten kenmerkt: toetsbaar, realistisch, operationeel, toewijding en samenwerking.







Ik heb zo'n vermoeden dat ze hem gaan missen, bij die stichting. Bestuursvoorzitter Eddy Schuyer liet in zijn toespraakje ook doorschemeren (wat heet) dat er wat freelance opdrachten voor hem klaarlagen.

Prinsessen op de bres

Ja, Laurentien kenden we al: zij is beschermvrouw van Stichting Lezen en Schrijven, die zich inspant om iedereen, dus ook kinderen, leesvaardigheid bij te brengen, of preciezer: 'wil laaggeletterdheid helpen voorkomen en verminderen door concrete projecten te initiëren en publieke en private organisaties bijeen te brengen'. Haar portret prijkt pront op de openingssitepagina. Ze heeft zelfs kinderboeken geschreven (zoek op Mr. Finney).
Maar ook Máxima springt op de bres. Zij lanceerde op haar 40e verjaardag (17 mei jl.) tijdens de uitreiking van de Appeltjes van Oranje een nieuw initiatief: Kinderen maken Muziek. Als dank nodigt Muziek telt! kinderen uit om een lied te maken dat op 12 juni gezongen zou moeten worden. Ik citeer het persbericht (van 18 mei jl., links door mij aangebracht):
Het lied wordt gemaakt onder leiding van Muziek telt!-ambassadeurs Edwin Rutten en Winne. Ieder kind dat een instrument speelt of kan zingen, kan reageren. De eerste 40 kinderen die zich aanmelden door een e-mail te sturen naar Nanou@mcn.nl worden uitgenodigd om hierbij te zijn. We zullen het lied in een dag opnemen.
datum: zondag 12 juni 2011 
tijd: 11.00 - 16.00 uur 
locatie: Muziekcentrum van de Omroep, Hilversum
Deelname is gratis. '
Wat dit te maken heeft met lezen en schrijven? Een lied bestaat als regel uit muziek en tekst... Bij vrijwel alle goede poëzie kan muziek gemaakt worden - als die er niet al meteen bij gemaakt werd.

dinsdag 24 mei 2011

Leesgoed 2011-2

Een persberichtje: Leesgoed 2011-2 is uit. Leesplein vindt het kennelijk geen nieuwsitem - ik wel, wat verklaarbaar is voor een oud-hoofdredacteur.
Des te meer omdat ik verneem dat dit nummer op 20 mei is aangeboden aan Flip van Duijn, zoon van Annie M.G. Schmidt. Het nummer is dan ook, volgens het persbericht, 'een nummer van Leesgoed dat volledig gewijd is aan de ‘echte koningin van Nederland’'. Nee, dus niet aan Máxima.
Een knap staaltje publiciteit. Nu de inhoud nog. Ik zie er naar uit en hoop dan een recensie te geven van Leesgoed 2011-1 en 2.




Hieronder Flip van Duijn met het betreffende nummer.

maandag 23 mei 2011

Gelukkige olifant

Dat een bekende columnist en grappenmaker, Youp van 't Hek, een kinderboek heeft geschreven, zal ongetwijfeld ruimschoots de nieuwspagina's halen, niet vanwege de kwaliteit van het boek als wel door de bekendheid van de auteur.

'De verhalen had de cabaretier aanvankelijk verzonnen voor zijn eigen kinderen, maar later besloot hij ze toch op te schrijven.' Aldus Het Parool. Er gaat volgens vele recensenten wel eens iets mis als zo'n beroemdheid een kinderboek maakt.
Ik wacht nieuwsgierig op de recensies.

dinsdag 17 mei 2011

Geen Absoluut Oordeel

Citaat:
'Nog even over uw brief. U bent bedroefd over een kritiek en u vraagt zich af: is die man rancuneus of wangunstig of onbekwaam? Niets van dat alles. De man vindt het gewoon niet leuk en dat is zijn goed recht. Misschien was hij toevallig ook niet in de goede stemming en hoogstwaarschijnlijk had hij al achtendertig kinderboeken gelezen die week, want recensenten worden overspoeld zo tegen Sinterklaas. Maar afgezien daarvan heeft zo'n man volkomen het recht om iets niet leuk te vinden. Een criticus is namelijk een man. Of een vrouw, maar in elk geval een mens, met een opinie en een smaak en een humeur en een stemming en bepaalde vooroordelen. Hij is niet God. Of het Absolute. En dat is wat wij kunstenaars allemaal willen. We willen het Absolute Oordeel. Maar dat vinden we hier op aarde nooit.'
Dit komt uit een brief van Annie M.G. Schmidt aan auteur Diet Huber, 24 november 1959. Die brief is te vinden in Liefs van Annie - de mooiste brieven van Annie M.G. Schmidt, ingeleid door Annejet van der Zijl (Querido, ISBN 978 90 214 3958 7), en ook geselecteerd door Annejet van der Zijl. Het boek verschijnt deze week vanwege 20 mei: 100e verjaardag van Annie M.G. Schmidt. Zie Laten lezen voor wat er verder nog verschijnt. Het citaat haalde ik uit een bespreking in de Volkskrant van 17-05-2011.
Heldere uitspraak en met zijn relativering helemaal Schmidt.

Lezen over getallen

Ik geef het toe: als ik in kranten lees over getallen, moeten ze er gek uitzien wil ik ze verifiëren: ik neem maar aan dat ze kloppen, hoewel ik weet dat je journalisten niet blindelings kan vertrouwen, zeker niet als het om getallen gaat. Hoeveel de schuld van Griekenland bedraagt? Ik lees het en vergeet. Of ik lees alleen maar dat 'Griekenland' in 2010 een 'noodlening' van 110 miljard euro ontving. Vage notie van heel veel, maar ik doe er niets mee, vraag me ook nauwelijks af wat de Griekse regering daarvan allemaal betaalt. Ik lees dat 'Amerika' per maand 125 miljard dollar leent 'om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen', en bijna lees ik weer verder.
Toch blijf ik deze keer haken.
125 miljard? Per maand? Zowaar, ik ga even rekenen. Met ongeveer 300 miljoen inwoners betekent het dat de regering van de VS per jaar per inwoner ongeveer 5.000 dollar leent. Nou maar hopen dat de journalist-van-dienst (Diederik van Hoogstraten heet-ie) zijn cijferhuiswerk goed heeft gedaan. Een nulletje meer of minder scheelt meteen een factor tien.
O.k., 5000 dollar. In economisch opzicht ben ik redelijk naïef. Ik denk aan de lening die ik ooit sloot om een huis te kunnen kopen en de schuld die ik, samen met mijn dierbare, dienaangaande nog heb uitstaan. Ik denk: zolang je die leningen kan afbetalen, is er voor een regering weinig aan de hand, behalve dat je je landgenoten moet kunnen uitleggen dat ze enige zin hadden. Per slot kost een lening rente, die weer opnieuw gefinancierd moet worden enzovoort.
Maar waar het me nu om gaat is het gemak waarmee ik zulke rekensommetjes niet uitvoer, de luiheid waarmee mijn ogen en hersens al lezend over zulke getallen heengaan zonder er een zinvol beeld van te scheppen. Waarmee het ook geen wonder is dat ik ze vergeet.
Die 5000 blijft alvast hangen.