Zoeken in deze blog

dinsdag 18 april 2017

Armoede en een happy end

Armoede is een relatief begrip. Wie overleeft, kan zich rijk wanen. Wie geen geld heeft om de nieuwste iPhone te kopen, kan zich arm wanen.
Hoe relatief ook, echte armoede schrijnt. Het noodlot ligt altijd op de loer. Doorgaans in de vorm van honger, ziekte en kou. Eerlijk delen hebben mensen altijd als een deugd beschouwd, maar er komt in de praktijk weinig van terecht. Naast deugden zijn er ondeugden als machtswellust en hebberigheid.
En soms is er niets om te delen. Als de oogsten mislukken, is er niets te eten, zo simpel is dat. Het dreef in de 19e eeuw miljoenen Ieren hun land uit, de oceaan over. Het drijft nu miljoenen mensen in Afrika van hun land.

En zelfs als het land juist genoeg opbrengt, kan het noodlot toeslaan. Een gebroken been en geen geld voor een dokter en een ziekenhuis. Een arme boerin in Tessino breekt haar been, net als het dorp ook nog geteisterd wordt door droogte, medio 19e eeuw. De boer ziet geen andere weg dan zijn zoon meegeven aan een ronselaar die magere jongetjes zoekt voor schoorsteenvegers in Milaan. Zoals deze jongens:

 

Zo begint een klassiek verhaal, dat onlangs weer in herdruk is verschenen en mij ter bespreking werd toegestuurd: Levende bezems van Lisa Tetzner. Het verscheen oorspronkelijk als Die schwarzen Brüder in 1940-'41 en de eerste Nederlandse vertaling verscheen in 1951. Het is in feite door haar en haar echtgenoot Kurt Kläber (schrijversnaam: Kurt Held) samen geschreven: Lisa begon het, Kurt schreef het af. Ze woonden toen als politieke vluchtelingen in Zwitserland en Kurt Kläber mocht niet publiceren, daarom verscheen (en verschijnt) het onder haar naam.

Beide auteurs waren zeer begaan met het lot van arme mensen en Kurt Kläber was zelfs lid van de Kommunistische Partei Deutschland - tot 1938, toen hij er wegens het stalinisme uitstapte, volgens Wikipedia. Geen wonder dat de nazi's niets moesten hebben van hun werk, het werd al snel na 1933 verboden en het echtpaar vluchtte naar Zwitserland.

Toch zou een verhaal als Levende bezems in sommige na-oorlogse socialistische, ´revolutionaire´ groeperingen slecht vallen. Want waar bleef de opstand der verdrukten, de omverwerping van de kapitalistische machthebbers? Grote kans dat de auteurs door hen als renegaten zouden worden betiteld. De redding komt immers niet van het rode front, maar notabene van een lid van de gegoede middenklasse, een Zwitserse arts.
Ik heb, moet ik bekennen, niet de moeite genomen om te onderzoeken of dit vermoeden klopt, maar mij staan nog levendig de boekjes voor de geest die in de 70-er jaren voor kinderen verschenen waarin het revolutionair perspectief lokkend wenkte. Verkrijgbaar in boekhandel De Rode Rat e.d. Dat waren geen verhaaltjes waarin een Zwitserse arts arme schoorsteenvegertjes onder zijn hoede neemt.

Waarschijnlijk is het ontbreken van het revolutionaire perspectief nu net de kracht van het verhaal. Want het zou een wonder zijn als die eenvoudige boerenjongens ervan droomden om de macht over te nemen. Ze wilden simpelweg een beter bestaan, een beetje zoals Charley Chaplin (leeftijdgenoot van de auteurs) dat met groot talent schilderde in zijn films Modern Times en The Great Dictator, en zoals eerder Hector Malot zijn Alleen op de wereld (Sans famille, 1878) liet eindigen.
Niks ´sterft gij oude vormen en gedachten´, niks ´nieuwe krachten´ die 'de wereld steunen' en niks ´internationale die morgen heersen zal op aard´´.
De kracht van het verhaal is juist dat de verteller zijn hoofdpersonen niet sterker maakt dan ze zijn. Ze hebben genoeg lef en hart om onderling solidair te zijn, om bijvoorbeeld een goede begrafenis van een van hen af te dwingen. Niet meer, niet minder.
Ze worden weliswaar ´tot ‘t merg en been uitgezogen´, maar ´de rijkaard leeft zelfzuchtig voort´, al is deze ene (betrekkelijke) rijkaard die hen te hulp schiet dan helemaal niet zelfzuchtig. Want zo´n soort opstand zou een energie en vaardigheid vergen die de schrale schoorsteenvegertjes niet hebben en juist dat is geloofwaardig.
Het is ook meer toeval dan wijsheid die ze in de armen brengt van weldoener Casella brengt.

Inmiddels weten we dat het revolutionair elan niet altijd een happy end teweeg brengt. Ik denk met gemengde gevoelens aan wat ik ooit gelezen en gezien heb over de Franse, de Russische en de Angolese revoluties, en nog lees over de Venezolaanse Chavinistische revolutie, om er enkele te noemen. Het gaat te ver om ze louter als tragedie te zien, want veel mensen gingen er zeker op vooruit, maar om ze nu zonder reserve als een groot succes en een sprong vooruit voor de mensheid te betitelen zou mij te rooskleurig zijn. Geen happy end, dus.

  

En een happy end heeft Levende bezems nu juist wel. Alfredo sterft, maar verder komt het met alle hoofdpersonen en zeker met Giorgio heel erg goed en dat gelukkige einde wordt breed uitgemeten. Heel fijn. En wie weet hebben de auteurs dat met opzet gedaan, vermoedend dat juist veel jonge lezers een happy end zeer op prijs stellen. Intussen nemen die jonge lezers dan kennis van wat samen te vatten valt onder het oude maar nog steeds actuele begrip uitbuiting. Het valt zo samen te vatten, maar gelukkig bekommert de verteller zich niet om theorie, het gaat in dit verhaal om mensen, met al hun beperkingen en betere momenten, en dat maakt het sterk.
In 2013 verscheen nog een Duitstalige verfilming, onder regie van Xavier Koller.

Ik las de Nederlandse versie, heb de Duitse niet bij de hand, kan dus over de vertaling van Annie Winkler-Vonk niets schrijven, behalve dat zij een bekende vertaalster was, die meer werk uit het Duits heeft vertaald, o.a. van Johanna Spyri (Heidi) en Kurt Held. De vertaling is voor deze editie nog bewerkt door Suzanne Braam.

Tetzner, Lisa. Levende bezems. Ploegsma, 384 p., ISBN 978 90 216 7719 4. Oorspr. Die schwarzen Brüder, 1940.

De eerste twee afbeeldingen zijn ontleend aan Wikipedia, de andere zijn van George van Raemdonck.



dinsdag 11 april 2017

De Zevensprong

Ingewikkelde gebouwen met trappen en spiegels en verborgen ruimtes, doolhoven, mystificaties, raadsels, kruispunten, dubbele persoonlijkheden, verwisselingen, vreemde streken, spiegelingen, parallelle werelden, het was en is een kolfje naar de hand van de oude meesteres Tonke Dragt. Haar werk zit er vol van.
Haar debuut, Verhalen van de tweelingbroers (1961, 'vrij naar Babinase balladen'), gaat over twee broers, Jiacomo en Laurenzo, die zo op elkaar lijken dat men de een vaak voor de ander aanziet. In dit verhaal zit al een tweesprong, en er zijn allerlei zaken in tweeën. Wie in tijden van verkiezingen eens naar inspiratie zoekt, kan er terecht voor de Eerste en de Laatste Partij. (Voer voor sociaal-democraten.)
(Babina, overigens, is het land van de tweelingbroers. Of het ook lijkt op de bestaande streken in India en Slowakije...?)




In De Zevensprong (1966 of 1967), dat ik onlangs ter bespreking kreeg toegestuurd, is de 'jongeman' die er de hoofdrol speelt naar omstandigheden schoolmeester Frans van der Steg of avonturier Frans de Rode. Bondgenoot Rob is soms Roberto, soms de Brozem. Ze wisselen ter plekke.
Het jaar van verschijnen lijkt me ook een mooie mystificatie. Volgens Tonke's brief aan de lezers achterin en volgens Leopold (imprint in het boek) verscheen de eerst druk in 1967, dus vijftig jaar geleden, volgens de KB en Wikipedia in 1966. 

Tonke Dragt houdt er wel van alles met alles te verbinden, zoals een goede verteller betaamt, maar liefst met veel kronkelingen en doodlopende wegen. Doolhoven zoals het Trappenhuis in De Zevensprong.
Heerlijk.
Vind ik, tenminste. Maar ik ben natuurlijk niet de enige, want ze heeft de nodige waardering gekregen, ook voor De Zevensprong. Het werd door Karst van der Meulen bewerkt tot tv-serie (1982), luisterboek en musical (2004). Er is nog een website met van allerlei, o.a. een fietsroute rond Ruurlo, waar de tv-serie werd opgenomen.

Wat die ingewikkelde gebouwen betreft, daarvan dook het eerste wel op in De Zevensprong, als ik het goed heb: het Trappenhuis. In tal van latere verhalen keerden ze terug, bijvoorbeeld in De Torens van Februari of in Zeeën van tijd, met die mooie Januaraanse Ambassade.
Al die Dragtiaanse verbeeldingsparels zijn beschreven in ABC Tonke Dragt; De werelden van Tonke Dragt, een prachtig boek van Joukje Akveld & Annemarie Terhell (2013).

Zo'n herdruk van een klassieker is fijn, vooral als het verhaal een hele tijd niet verkrijgbaar was. Dat was met De Zevensprong geenszins het geval, naar mijn indruk. Maar voor mij was het erg lang geleden dat ik het had gelezen en het leek me prettig om het opnieuw te lezen.

Dat was een plezierige en fascinerende ervaring.
Fascinerend, want aan veel woorden en zinswendingen is te merken dat De zevensprong al 50 (of 51?) jaar oud is. Gelaatsuitdrukking, brommer, een onderwijzer die zijn das rechttrekt, of een leerling in de nek pakt (als-ie dat vandaag-de-dag zou doen, zouden de boze ouders de volgende morgen op de stoep staan...) dan wel uitfoetert, of met zijn vuist op tafel slaat, en een mening huldigt en op zaterdagmorgen lesgeeft, een Brozem (woordspeling met nozem), het is niet van deze tijd.
Gevoegd bij het ontbreken van hedendaagse en in de ogen van veel jonge lezers onmisbare attributen als mobieltjes en computers, is het een wonder dat het verhaal nog steeds overeind blijft.
Dat ligt zeer waarschijnlijk aan de ingenieuze intrige (ik hoef die niet samen te vatten) en de levendige verteltrant. Dat kasteeltje in Ruurlo, bijvoorbeeld, dat een rol speelde in de tv-serie, steekt toch wat gewoontjes af bij:

een krankzinnig huis, een huis uit een nachtmerrie... vol torens en torentjes, met hoekige uitsteeksels en bultige aanbouwsels, met scheve schoorstenen en vreemde staketsels op de daken. Het zag eruit alsof het gegroeid was in plaats van gebouwd, zo grillig waren de omtrekken.

Een echt Dragt-huis. Tekenen kon ze het ook:


Dragtiaans is ook het spelen met verwisselingen en mystificaties. Die dubbele persoonlijkheden noemde ik al, maar mooi is dat hoofdpersoon Frans, meester in het vertellen van zelfverzonnen verhalen aan zijn leerlingen, pas langzaam beseft dat hij nu in een verhaal terechtgekomen is dat hij niet zelf heeft verzonnen, en ook langzaam het idee krijgt dat iemand anders hém in een verhaal plaatst, ja, dat misschien zijn leerlingen er meer van weten.

'Misschien toch wel,'zei Frans langzaam. 'Ik ben er helemaal niet zeker meer van dat het Verhaal van de Zevensprong echt is gebeurd...'
'Meester!'zei Maarten ontsteld. 'U hebt het toch niet verzonnen? Van Gr... Gr... en de schat... van Roberto en zijn kanon, en...'
Frans haalde zijn schouders op. 'Daar laat ik me niet over uit,' zei hij. En hij dacht: Als dit verhaal verzonnen is, heb ik het toch zeker niet zelf gedaan! Ik kan wel wat beters fantaseren. Maar wie deed het dan wel? En hoe kan het dat ik het heb beleefd?

Dit spel met werkelijkheid en fantasie is typerend - en fascinerend.
Heerlijk, nogmaals.



Tonke Dragt. De Zevensprong. Leopold, 33e druk, 2017. 304 p., ISBN 978 09 258 7213 7.

NB. Mooi hè, die 7 aan het eind van het ISBN...




maandag 10 april 2017

Turmoil in Turkije - geen IBBY-congres

Er worden honderdduizenden kinderboeken per jaar verkocht in Nederland, toch telt de Nederlandse afdeling van de International Board on Books for Young people (IBBY) niet meer dan zo'n vijfhonderd begunstigers, schat ik.
Dat is jammer, want de IBBY is heus een aardige vereniging, waarin mensen hun uiterste best doen om het kinderboek de aandacht te geven die het verdient.
Ik citeer de doelstelling weer eens:

Mission
  • to promote international understanding through children's books
  • to give children everywhere the opportunity to have access to books with high literary and artistic standards
  • to encourage the publication and distribution of quality children's books, especially in developing countries
  • to provide support and training for those involved with children and children's literature
  • to stimulate research and scholarly works in the field of children's literature
  • to protect and uphold the Rights of the Child according to the UN Convention on the Rights of the Child. ' 

Wie kan daar nu tegen zijn... Recep Erdogan misschien?

Tot de activiteiten van IBBY hoort het organiseren van een internationaal congres, elke twee jaar. Dat vond tot nu toe plaats op de meest uiteenlopende plaatsen, zie hier. Merendeels heel rustige plekken, maar toch ook iets minder rustige plekken als Mexico City (2014), Macau (2006), Cartagena de Indias (2002), New Delhi (1998), Berlijn drie jaar na de val van de Muur (1992), Nicosia (1984) en Rio de Janeiro (1974).
In 2018 zou het congres in Istanbul zijn. Maar dat gaat niet door. Dat maakte IBBY-voorzitter Wally De Docker bekend tijdens de Internationale Kinderboekenbeurs in Bologna. Dit is het officiële bericht:

Our world is in turmoil. At the start of the 2017 Bologna Children's Books Fair press conference I talked about promoting international understanding and the current tendency of building walls in order to separate nations from one another.  We are now confronted by a situation that affects IBBY directly.  Our colleagues in Turkey are dealing with a situation in their country that is beyond their control. 
However, IBBY needs to react to world events, we are not immune.
So, with a really heavy heart as IBBY president I have to announce that the 2018 IBBY Congress that was scheduled to happen in Istanbul next September has been cancelled.
I want to sincerely thank our IBBY members in Turkey for their dedication, perseverance and good will. They have been preparing for this event for the last 4 years. 
IBBY has a two-year cycle and therefore the IBBY network of members still needs to meet in 2018.  The IBBY Executive Committee is looking into various feasible alternatives and we hope to announce a solution by the end of April this year.

Wally De Doncker
IBBY President
Bologna, 3 April 2017

Ja, Recep Erdogan eigent zich heel wat macht toe. Turkije is nog net geen dictatuur. Toch verbaasde het me te horen dat deze conferentie is afgelast.

Op 7 mei hoorde ik van een bestuurslid van IBBY Nederland dat de organisatie de 'veiligheid van de deelnemers niet zou kunnen garanderen'.
Tja. Wat moet ik me daar nou bij voorstellen. Niemands veiligheid is ooit gegarandeerd. Vliegtuigongelukken, aanrijdingen, berovingen, vervelende ziektes... het is allemaal niet echt te voorkomen, hooguit een beetje te vermijden.
Eigenlijk kan ik mij niet voorstellen dat er ook maar een deelnemer uit de kinderboekenwereld ongewenst zou zijn in de ogen van het Turkse bewind - behalve wellicht een afvaardiging uit Armenië - wat overigens wat mij betreft reden genoeg zou zijn voor afgelasting. Het riekt een beetje naar een angstig IBBY-bestuur - óf naar informatie die beter niet in de openbaarheid gebracht kon worden volgens dat bestuur ('situation in their country that is beyond their control').
Een merkwaardige beslissing.

maandag 3 april 2017

Jeugdliteratuur: kunst in woord en beeld 2

Op 28 januari schreef ik over de komende 26e editie van de Bienále Ilustrácií Bratislava / Biennale of Illustrations Bratislava (kortweg BIB), in (uiteraard) Bratislava, Bibiana, 'International House of Art for Children', en hoe daarvoor werk wordt geselecteerd.

Nu is bekend welk werk naar de tentoonstelling gaat. Het betreft werk van/uit:

Henriette Boerendans, Daar buiten slaapt een aap (uitg. Gottmer)
Irene Goede, Erop of eronder (tekst: Anne Pek) (uitg. Gottmer)
Annemarie van Haeringen, De parkiet, de zeemeermin en de slak (uitg. Leopold)
Alice Hoogstad, Mijn oma is een ooievaar (uitg. Lemniscaat)
Philip Hopman, Hubert de Givenchy (uitg. Leopold)
Yvonne Jagtenberg, Links of rechts? (uitg. Rubenstein)
Martijn van der Linden, Tangramkat (tekst: Maranke Rinck) (uitg. Lemniscaat)
Merlijne Marell, Schobbejacques en de 7 geiten (uitg. Loopvis)
Yke Reeder, Wapper (tekst: Sytse Jansma) (uitg. Afûk)
Roelof van der Schans, Het meisje met de rode paraplu (tekst: diverse auteurs) (uitg. Wijdemeer & Aed Levwerd)
Ingrid & Dieter Schubert, Opvrolijkvogeltje (tekst: Edward van de Vendel) (uitg. Lemniscaat)
Thé Tjong-Khing, Kunst met taart (uitg. Lannoo)
Ludwig Volbeda, De vogels (tekst: Ted van Lieshout) (uitg. Leopold)
Sylvia Weve, Arme rijk (tekst: Bette Westera) (uitg. Gottmer)
Arnoud Wierstra, Babel (uitg. Gottmer).

De samenstelling van de selectiecommisie werd niet onthuld. Jammer, want ze heeft naar mijn idee een goede selectie gedaan.
'En nu maar afwachten of de internationale jury in september één of meer van onze illustratoren zal verblijden met een bekroning.'