heet de brochure die Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur haar begunstigers begin 2020 toezond. Een sympathieke geste, zeker als je in aanmerking neemt dat in de begeleidende brief werd meegedeeld dat er om financiële redenen voortaan maar twee nieuwsbrieven per jaar (i.p.v. drie) zullen verschijnen, terwijl de jaarlijkse minimumbijdrage op gelijke hoogte blijft (€ 30,-).
Die brochure werd geschreven door een oude rot in het vak, Jant van der Weg en bevat 'drie portretten van Friese kinderboekschrijfsters uit de negentiende en de twintigste eeuw': Frederike fan Hallum, Nynke van Hichtum en Taatske Hellinga-Zwart.
Uit de laatste alinea (in 'Slot', na die portretten) blijkt hoezeer de auteur is verknocht aan de Friese taal:
Bij alle drie hier voorgestelde auteurs zien we nauwelijks verbinding met de Friese Beweging, die in de tijd dat deze auteurs met hun werk kwamen, wel een belangrijke rol rond de Friese literatuur speelde. Hoewel ze weinig Friestalig materiaal hebben geleverd, hebben ze alle drie toch hun voetafdrukken in de kinder- en jeugdliteratuur, ook in de Friese, achter gelaten.
Daarbij is opvallend dat de eerste, Frederike, vanuit haar eigen Nederlandse situatie in het Fries duikt, terwijl Sjoukje en Taatske vanuit het Fries van hun jeugd voor een groot deel overstappen naar het Nederlands, maar het Fries als literaire taal toch niet vergeten. Wel blijven ze alle drie enigszins aan de zijlijn van de Friese kinderliteratuur staan.
Uit de portretten maar ook de 'Inleiding' blijkt dat de Friese (jeugd)literatuur sowieso wat in de zijlijn staat van de Nederlandstalige literatuur en dat is geen wonder. Immers, er zijn veel minder Friestaligen dan Nederlandstaligen (pakweg 1 op 50), Friesland is een provincie van Nederland en het Fries lijkt bovendien ook nog op het Nederlands en werd tot in de 19e eeuw als een boers dialect beschouwd, getuige ook dit door Jant aangehaalde citaat uit de Almanak voor het Lager Onderwijs en de Opvoeding vooral in Vriesland (1816):
... aan alle onderwijzers ten plattelande, moet ik eenen anderen en allernoodzakelijksten raad geven, namelijk deze: om toch vooral in de scholen het vriesch boersch niet te gedogen.
Als de Friese Beweging, die zoals veel nationalistische stromingen in de 19e eeuw ontstond, zich niet danig had geroerd, waren er wellicht nooit Friese boeken verschenen. Maar dat deed de beweging dus wél, en het gevolg is dat er tot op heden nog een gestage stroom Friese jeugdliteratuur verschijnt en er instituten bestaan als de Fryske Akademie. En dat er altijd een sterke band is geweest tussen onderwijs en jeugdliteratuur: veel Friese kinderboeken verschijnen bij de Afûk en dat was ooit de afkorting van Algemiene Fryske Underrjochts Kommisje (underrjocht = onderwijs). Het Fries
kreeg in 1956 in Friesland de status van officiële taal naast het Nederlands.
Jant van der Weg heeft zich er zelf zeer voor ingespannen de Friese jeugdliteratuur onder de aandacht te brengen en bijvoorbeeld teweeggebracht dat er jaarlijks een selectie gaat naar de Internationale Jugendbibliothek, met o.a. als gevolg dat er altijd een categorie Friese jeugdliteratuur is in de White Ravens die jaarlijks worden gepresenteerd tijdens de invloedrijke internationale kinderboekenbeurs in Bologna.
Aan de zijlijn is nummer 19 in de reeks De Waare Rijkdom, 'bestemd voor vrienden en relaties van de Stichting Geschiedenis van de Kinder- en Jeugdliteratuur'.
De titel van de reeks is ontleend aan het gedichtje 'De waare rijkdom' van Hieronymus van Alphen uit zijn bundel Proeve van Kleine Gedichten voor Kinderen (Utrecht: Terveen 1778):
Geen geld bekore ons jong gemoed,
Maar heiligheid en deugd.
De wijsheid is het noodigst goed;
het sieraad van de jeugd.
Wat is toch rijkdom? wat is eer?
Een handvol nietig slijk.
Gods vriend te wezen is veel meer;
Die Jesus lieft, is rijk.
Komt vallen we onzen God te voet
Om deugd en heiligheid:
Zo wordt op aarde ons jong gemoed
Ten hemel voorbereid.
Dan krijgen wij dien besten schat,
Die nimmermeer vergaat.
Dan loopen wij op het deugdenpad,
En schrikken van het kwaad.
Weg, Jant van der. Aan de zijlijn. Stichting Geschiedenis van de Kinder- en Jeugdliteratuur, 2020. ISBN 978 90 8181 987 9, 60 p. De waare rijkdom nr. 19.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten