Zoeken in deze blog

donderdag 30 mei 2024

Read2Me


Is het bijzonder (of ironisch) dat een voorleeswedstrijd voor Nederlandse brugklassers getooid is met de titel Read2Me? (Met in het URL read2mevoorleeswedstrijd...)
We mogen aannemen dat verreweg de meeste deelnemende brugklassers Nederlandstalige teksten voorlezen, ondanks de mede dankzij BookTok groeiende populariteit van Engelstalige boeken onder jongeren. Er hoort een lessenreeks bij die Read2You is gedoopt, met Stapelbedbroers van Koos Meinderts als centraal boek. De (Nederlandstalige) website bevat een QR-code en de aanbeveling 'scan de code' toont de verwantschap tussen beide talen (code, de/the)) en het ingeburgerd zijn van Engelstalige termen (scan).
 

Er is trouwens ook een Read2Them-voorleeswedstrijd, o nee, pardon, die heet gewoon Pabo-voorleeswedstrijd, of zoals Stichting Lezen in haar persbericht spelt: Pabo Voorleeswedstrijd. Heel goed, om die leraren-in-opleiding zo te betrekken bij het voor sommigen wellicht onbekende verschijnsel jeugdliteratuur. 
Ik dacht dat ze ook moesten leren correct te spellen, maar wellicht wordt het sowieso tijd om in het Nederlands de handige Angelsaksiche spelregels in te voeren die ertoe kunnen leiden dat we niet schooldirecteur schrijven maar school directeur of School Directeur. Misschien komt een Head Education Team Primary School in aanmerking voor een hoger salaris dan een schooldirecteur, wie weet.
Moet het dan trouwens niet Pabo Voorlees Wedstrijd zijn?

Afijn, dit gaat dus eigenlijk over twee succesvolle voorleeswedstrijden, waarvan de finales op respectievelijk 1 juni (brugklassers) en 5 juni (pabo) plaatsvinden. Houd de pers in de gaten.

dinsdag 28 mei 2024

Foutje

Een inktvlekje dat tot leven komt, dat is de kern van het verhaal Foutje? Echt niet! dat in woord (Pieter Koolwijk) en vooral beeld (Linde Faas) tot ons komt in een groot formaat prentenboek.
Een onbekende verteller opent het verhaal

Oeps. Inkt gemorst. Foutje.
 

 
 
Dat vlekje neemt het verhaal over:

Ik?
Een foutje? Echt niet!
 
 
Het vlekje beeldt zich in een tor te kunnen zijn, die kan lopen, trippelen, zoemen, vliegen ('als een vogel. Hoog in de lucht') (het torretje is al iets gegroeid en lijkt op een vogeltje), zwemmen (nog meer gegroeid, lijkt op een vis met rare vinnen) en

Ik wil gewoon zijn
wat ik wil zijn.
Geen foutje.
Wel een vlek.
Een pretvlek.
 
 
 
Inmiddels al tamelijk groot, groter dan de vos op die pagina.
Een banjerbeest misschien?

Doet er ook niet toe.
Ik ben wat ik wil.

Maar een foutje?
Echt niet!

 
Al lijkt het echt-niet-foutje inmiddels wel zo groot als een berg of als het meer waarop het de laatste plaat uitkijkt.
Einde verhaal.
Of wacht, de schutbladen! Voorin feestelijke inktspetters. Achterin dezelfde spetters, maar sommige zwarte hebben oogjes, precies zoals op plaat 1 en 2. Leuk gedaan, maar toch geen deel van het verhaal.

Dat verhaal loopt eigenlijk niet af. Je moet als luisteraar-kijker-lezer zelf verzinnen hoe het met die nogal opgezwollen echt-niet-foutje-vlek verder gaat. Kan een leuk gesprekje opleveren na het voorlezen. Voor de wijsgeren onder ons is het nadenken over die wil. Vooral omdat die erg grote vlek er op de laatste platen niet zo pretvlekkig uitziet.
Het zijn mooie platen. 
 

Koolwijk, Pieter, & Linde Faas. Foutje? Echt niet! Lemniscaat, 2024. ISBN 978 90 477 1628 0, 28 p.
 

 

maandag 13 mei 2024

Bioluminescentie

Bio wat? Bioluminescentie! 16 letters, mooi voor Scrabble. Het bestaat, zoek maar op en dan meteen ook maar luminescentie. Voor die Wiki-teksten moet je goed kunnen lezen - maar dat geldt ook voor het groot-formaat-prentenboek Licht, de bijzondere wonderen van bioluminescentie. Wat inhoud betreft eerder een prentenboek voor de tafel in de wachtkamer bij de dokter, dan een die je je kleine nicht cadeau doet. Ik som nog enkele woorden op: micro-organismen, communiceren, verdedigingsstrategie, camouflage, fosforescentie, golflengte, ... Ook de zinsbouw is dusdanig dat je toch wel wat leeservaring achter de kiezen moet hebben.

Bioluminescentie wordt veroorzaakt door een chemische reactie. Om die reactie te laten plaatsvinden, zijn de juiste ingrediënten en het juiste recept nodig.

Maar de combinatie met de illustraties nodig wel uit tot lezen.


Tekst en illustraties zijn van de Britse illustrator Jennifer Smith, die ook voor medische publicaties beeld levert. Glow is haar debuut als prentenboekenmaker. Het sloeg aan, werd meteen in negen talen vertaald.
Licht is niet gloei, maar gloei is niet echt een gebruikelijk woord, gloeilicht telt twee lettergrepen en de vormgeving maakt duidelijk wat bedoeld wordt. In dit geval is Licht een adequate vertaling.
 

 
Het is zichtbaar dat tekst en beeld van één persoon komen, ze vormen een mooie eenheid. 
 

 
Het moet de opmaker heel wat hoofdbrekens hebben gekost om de vertaling (doorgaans langer dan het compacte Engels) in de pagina's te werken. (Wellicht is hier en daar ingekort.)
 
Door de uitnodigende hoofdstuktitels ('Diner in de diepzee', 'Sprookjesachtig schimmellicht', 'Wilde wezens die schijnen en schitteren', e.d.) en de prachtige illustraties zal dit koffietafelboek-achtige prentenboek toch wel geschikt zijn voor leesvaardige kinderen van een jaar of elf en ouder die in het onderwerp geïnteresseerd zijn. Het helpt dat er ook een register is. En er staan echt de meest fantastische beesten in.
 

Smith, Jennifer N.R. Licht, de bijzondere wonderen van bioluminescentie. Vertaling Steven Blaas.  Lemniscaat, 2024. ISBN 798 90 4771580 1, 40 p. 
 
 



zaterdag 11 mei 2024

Raaf glijft van de sneeuw

Zo voelt het om een vogel te zijn, roept het boek. Dat is heel wat anders dan de vraag What Is It Like to Be a Bird. Dat is de titel van een soort documentair prentenboek dat in 2021 in Engeland en nu in vertaling door Steven Blaas bij Lemniscaat verscheen.
 

Hoe is het om een vogel te zijn? We zullen het nooit weten, natuurlijk. Zelfs de raven van Otfried Preussler in Meester van de Zwarte Molen (Krabat, 1971, de vertaling van dit prachtige verhaal is nog steeds in de handel) bleven vermomde mensen, dat was ook het verhaal. 
Mensen zijn in het algemeen bedreven in het toeschrijven van menselijke eigenschappen aan dieren.
 


 
De titel in de vertaling is te stellig, maar zelfs de vraag 'Hoe is het om een vogel te zijn?' beantwoordt auteur en vogelkenner Tim Birkhead niet in dit boek. Er wordt gewoon een twintigtal vogels voorgesteld, met hun bijzondere eigenschappen. Dat gebeurt vaardig genoeg, met mooie illustraties van Catherine Rayner, hoewel ik het verhaal over de sleeënde raven (p. 28-29) wel erg sterk vond - maar eerlijk is eerlijk, ik vond bevestiging. (Zoek met termen als ravens sledge on snow.)
 
 
Je moet ongeveer de leesvaardigheid hebben van een tien- of elfjarige hebben om het boek te kunnen lezen en voor die leeftijd zou ik eerder feitelijke afbeeldingen verwachten (zoals op p. 46-47) dan die welke de presentaties opfleuren - maar ze zijn wel sterk in hun expressie en passen goed bij de tekst. Het is daardoor een mooi boek geworden.
 

Birkhead, Tim. Zo voelt het om een vogel te zijn. Illustraties Catherine Rayner, vertaling Steven  Blaas. Lemniscaat, 2023. ISBN 978 90 477 1522 1, 48 p. Oorspr.: What Is It Like to Be a Bird, 2021.
  





 

 
 
                                                                                                                     (Deze afbeelding is niet uit het boek.)

vrijdag 10 mei 2024

Dichter bij de seizoenen

Het prentenboek Dichter bij de seizoenen is in de eerste plaats een heel mooi boek en dat is te danken aan vormgever Leentje van Wirdum (Lenaleen) en illustratrice Henriette Boerendans. Het werd een echt blader- en kijkboek en daarbij zou je bijna over het hoofd zien dat er met de teksten ook iets bijzonders is.
Die zijn van Bette Westera en doorgaans levert die zeer te waarderen gedichten af. Deze keer ook - maar toch iets minder vrij, want ze moesten passen bij een seizoen en een versvorm. Dat wordt bijvoorbeeld voor april:

Vlinders die eerst rupsen waren kruipen
In de warmte van nog bleke zonnestralen
Nieuwsgierig uit hun
Coconnetjes.
Een vroege koninginnepage vliegt haar
Net ontloken leven
Tegemoet.

Vlijtige bijen vinden in
Amandelbloesem
Nectar zoet als honing.

Gras wordt groen.
Overal schilderen narcissen bermen geel.
Groot hoefblad kleurt oevers roze, en in tuinen geuren
Helderblauwe hyacinten er lustig op los.
 
Onderaan de pagina staat: acrostichon. 
Dat is 'een gedicht waarvan bepaalde, meestal de eerste, letters van iedere regel of strofe, achter elkaar gelezen zelf ook een woord of zin vormen.' (Wikipedia.)

'Een vlinder die haar net ontloken leven tegemoet vliegt?' Hm. Dacht dat ze al leefde...

Beter in mei:

In de bossen
klinkt het kloppen
van de grote
bonte specht.

die een gat gaat hakketakken
waarin zij haar eitjes legt.

Spicht, staat rechtsonder.
Spicht? Nooit van gehoord. Maar alle twaalf versvormen worden achterin beschreven: haiku, rondeel, acrostichon, spicht, pantoum, elf, tanka, kwatrijn, elftal, rondelet, ollekebolle en sonnet. Dat maakt het een bijzonder leerzaam boek, in ieder geval voor mij, en buitengewoon origineel om dat zo te doen.
 
Bij spicht hoort een plaatje van een specht, de grote bonte.
 
Mooi en treffend afgebeeld. Dat geldt voor alle bijdragen van Henriette Boerendans. Daarbij vormen twee tegenover elkaar opengeslagen bladzijden steeds een eenheid in kleur en sfeer.
Zie die spicht / specht boven, maar bijvoorbeeld ook de combi van januari:
 
 

Links een rotgans, rechts boven het stapelvers twee brandganzen. Brandganzen sieren overigens ook de schutbladen en de herfst. Henriette Boerendans weet welke vogels en andere dieren ze afbeeldt.

Neem de winter:





Kijk, dat maakt dit naast een leerzaam ook een mooi boek. Zoals ik al schreef.

 
 
Westera, Bette, & Henriette Boerendans. Dichter bij de seizoenen. Gottmer, 2024. ISBN 798 90 257 7836 1, 48 p.