Zoeken in deze blog

donderdag 6 juni 2024

IJzige vrouw

Er zijn meerdere ijzige vrouwen in verhalen en zelfs een in een game: de Ice Queen in Old School Runescape. Een hele bekende is Queen Jadis, alias de White Witch in The Chronicles of Narnia van C.S. Lewis, deel The Lion, the Witch and the Wardrobe. Verder loopt er nog een rond in de Thorgal-stripreeks van Jean Van Hamme en Grzegorz Rosiński.
Maar wellicht de allerbekendste is die van Hans Christian Andersen, 'De Sneeuwkoningin' (Sneedronningen, 1884).
De onbekende Wiki-auteur vermeldt: 'Het verhaal is verfilmd en er zijn verschillende boeken uitgebracht over de sneeuwkoningin, de latere versies zijn zeer uiteenlopend. De sneeuwkoningin is een verhaal over wat er gebeurde nadat de Spiegel van Sneeuwwitje in duizenden stukken kapotviel.' Dat van Sneeuwwitje betwijfel ik, al zal Andersen het sprookje (van de gebroeders Grimm) wel gekend hebben. 
 



Bette Westera en Aida de Jong hebben dit verhaal opgepakt en in geheel eigen woord en beeld opnieuw verteld en verbeeld. De zeven geschiedenissen werden zeven weken (zeven zaterdagen), de jongen en het meisje werden uit de grote stad verplaatst naar een 'kleine boerderij' en werden broer en zus, Arne en Janna. Om het spel met de tijd in dit verhaal te benadrukken, liet de verteller de ouders pakjes kopen die 's winters elke zaterdag uitgepakt mochten worden Daarmee eindigt het verhaal ook, want liggen ze bij aanvang op zolder, bij thuiskomst liggen ze op de vloer rond de keukentafel.
Ik citeer:
 
Ze volgden de rivier en kwamen bij een kleine boerderij. Aan de keukentafel zaten een man en een vrouw. Om hen heen stonden zeven pakjes. Het eerste pakje was zo roze als appelbloesem. Hdet tweede was zo geel als koolzaad. Het derde was zo groen als gras in de lente. Het vierde was zo blauw als het meer in de zomer. Het vijfde was zo wit als verse melk. Het zesde was zo rood als rijpe vossenbessen. Het zevende was zo bruin als een tamme kastanje.

Volgende bladzijde.

Janna opende de deur van de boerderij. Ze had blosjes op haar wangen en de wind had haar rode haren flink in de war geschopt.
'Zijn jullie daar eindelijk?' hoorde ze haar moeder roepen vanuit de keuken. 'Het is al bijna etenstijd.'
Janna liep naar binnen, op de voet gevolgd door Arne, die zijn jas had losgeknoopt en met twee handen Janna's muts vasthield. In de muts lagen twee kakelverse eieren.
'De kippen leggen weer,' riep hij blij. 'Dan is het bijna lente.'

'Hoelang zijn we weggeweest?' vroegen de kinderen, toen ze hun jassen hadden opgehangen en hun klompen uitgeschopt.
'Zeven weken,' antwoordde hun vader met een knipoog.
'En een dag,' voegde hun moeder er glimlachend aan toe. 'Jullie zullen wel honger hebben. Zal ik die twee eitjes voor jullie bakken?'

Waarmee de lezer dus achterblijft met de vraag hoe lang hun avontuur nu duurde, een beetje à la Max en de Maximonsters. Welke werkelijkheid heerst hier? Om de verwarring nog te verhogen liggen de pakjes op de plaat tegenover die slottekst afgebeeld - op zolder. Eh...

Dat is wel een heel ander einde als dat wat Andersen bedacht. Ik citeer de letterlijke Engelse vertaling:

Kay and Gerda held each other by the hand. And as they walked along they had wonderful spring weather. The land was green and strewn with flowers, church bells rang, and they saw the high steeples of a big town. It was the one where they used to live. They walked straight to Grandmother's house, and up the stairs, and into the room, where everything was just as it was when they left it. And the clock said tick-tock, and its hands were telling the time. But the moment they came in the door they noticed one change. They were grown-up now.

The roses on the roof looked in at the open window, and their two little stools were still out there. Kay and Gerda sat down on them, and held each other by the hand. Both of them had forgotten the icy, empty splendor of the Snow Queen's palace as completely as if it were some bad dream. Grandmother sat in God's good sunshine, reading to them from her Bible:

"Except ye become as little children, ye shall not enter into the Kingdom of Heaven."

Kay and Gerda looked into each other's eyes, and at last they understood the meaning of their old hymn:

    "Where roses bloom so sweetly in the vale,
    There shall you find the Christ Child, without fail."

And they sat there, grown-up, but children still-children at heart. And it was summer, warm, glorious summer.

Eén aspect hebben Bette Westera en Aida de Jong echter behouden: 'Both of them had forgotten the icy, empty splendor of the Snow Queen's palace as completely as if it were some bad dream.' Ofwel: twee soorten tijdsbeleving naast elkaar.
 


Tussen begin en einde, die eerste en zevende zaterdag, is er ruime overeenkomst met het origineel. De trollen en de spiegel, natuurlijk, de glassplinter, de deken, de oude vrouw, de kraai, de roversdochter die het meisje (in dit geval Janna) van een rendier voorziet, de prins en prinses, het zit er allemaal in, tot en met het paleis van de Sneeuwkoningin.
Ik ga niet precies beschrijven hoe het verhaal in deze versie verloopt. Het is trouw genoeg aan het origineel om de naam te mogen dragen, tegelijk is het een heel mooie bewerking.
 

Westera, Bette, & Aida de Jong. De Sneeuwkoningin; naar het sprookje van Hans Christian Andersen. Gottmer, 2023. ISBN 978 90 257 7812 5, 64 p. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten