Zoeken in deze blog

maandag 30 september 2024

Dikkie tientalig

Enkele dagen na publicatie van de recensie over het tweetalige Rupsje kwam Jet Boeke's Dikkie Dik Zoekboek in 10 talen. Heel vergelijkbaar. De keuze van de talen is fascinerend: Nederlands, Engels, Pools, Arabisch, Farsi, Turks, Spaans, Tigrinya, Oekraiens en Chinees. Blijkens de flaptekst heet Dikkie Dik in alle talen Dikkie Dik, in Europese letters - behalve in het Tigrinya. (Dat is een taal die in Eritrea en een deel van Ethiopië wordt gebruikt.) (Misschien is ዲኪ ዲክ een transscriptie.)
Fries, Papiaments, Tamazight (een Berbertaal), Duits, Frans, Koerdisch en Hindi ontbreken. Tja. Je kan niet alles hebben, dat zou niet meer op de vierkante pagina's kunnen. Jammer, bij die intrigerende fraaie kriebeltjes van Arabisch, Farsi en Tigrinya hadden Hindi-letters wel mooi gestaan, zo ongeveer: डिक्की डिक.
De hond is in het Engels dog, zonder the. En zo verder. Het Spaans heeft de lidwoorden wel. De andere talen hebben geen lidwoorden, dat is handig. In het nest liggen precies drie eieren. De paddenstoel (mushroom) is, net als in Rupsje Nooitgenoeg 100 eerste woordjes first words, rood met witte stippen. Het konijn glimlacht. Op de boerderij is er van alles te zien, zelfs een vrolijk varkentje in de modder, maar niet een moderne stal, een akker en zo'n groot biljartlaken dat tegenwoordig door sommigen (Caroline c.s.) voor weiland wordt versleten. In de tuin is een vijver met witte eendjes, kom daar eens om in de gemiddelde Nederlandse woonwijk, maar pas op, langs de stam van de boom klimt een neefje van Dikkie Dik naar een nest - met drie eieren. Het vogeltje vliegt er angstig bij.
Gelukkig kun je op elke pagina na wat zoeken Dikkie Dik vinden. Zo wordt het toch nog gezellig, en daar ging het toch om. Verder niet zeuren.
 

Boeke, Jet. Dikkie Dik, Zoekboek in 10 talen, Nederlands, Engels, Pools, Arabisch, Farsi, Turks, Spaans, Tigrinya, Oekraiens en Chinees. Gottmer, 2024. ISBN 978 90 257 8009 8, 14 p. 

donderdag 26 september 2024

Kauw van jou

Kauw van jou is een interessant debuut van Kris Terwindt.
 
Eerst dit. Verhalen die me meenemen in het overwinnen of omgaan met pijn, waardeer ik meer dan verhalen die louter ter verstrooiing of opwinding zijn bedoeld. Ze komen dichter bij de essentie van leven. In whodunnits zit natuurlijk altijd pijn maar als die genegeerd wordt en het er enkel omgaat wie de dader is, dan is dat een gemiste kans.
Dat klinkt nogal zwaar, dat van die pijn, maar dat hoeft niet. Humor kan ook pijnbestrijding zijn.
Pijn heeft vele vormen. Een lichamelijke aandoening, een wond, de dood, ook die van een ander. Eenzaamheid, verwaarlozing, verachting, verlating, heimwee, krenking, verlies, verdriet, melancholie, zelfs woede. Tijd heelt alle wonden, zegt men, maar dat kan soms lang duren en vaak blijven er littekens achter - die op hun beurt soms ook pijnlijk zijn. Pijn hoeft niet eens als zodanig benoemd te worden. Zelfs een lichtvoetig verhaal als Iep van Joke van Leeuwen gaat in essentie over pijn en verlossing ervan.
Als de pijn in een ommezien over is, is dat fijn voor het personage, maar saai voor de lezer. Louter tevredenheid inspireert niet. Leedvermaak is afstotend en levert daardoor geen goede verhalen op. Achter pakkende satire gaat gedeelde heimwee naar een niet-bestaande, betere wereld schuil. Zelfs achter een ogenschijnlijk karikaturaal verhaal als Hoe Tortot zijn vissenhart verloor, van Benny Lindelauf en Ludwig Volbeda, schuilt melancholie. Ooit van het menselijk tekort gehoord?
Goede verhalen nemen de lezer mee. Vertellen is een kunst, ook vertellen op papier. Om de auteur György Konrád te citeren: ‘The actual story of a novel is how a writer takes his subject into his possession: it is not the subject that is of interest so much as the gaze that is focused on it, and the tone in which it is told.’ (2009, tijdens een congres.)

Die schrijver gaat schuil achter de verteller. De verteller blijft, de schrijver wordt ouder. De eerste keuze van de schrijver zal zijn: wie vertelt het verhaal, en aan wie. Dat kan resulteren in een briefroman, waarin de brievenschrijvers de vertellers zijn en elkaars publiek. Of er wordt een verteller opgevoerd die een oud manuscript vindt met weer een andere verteller, die weer brieven vindt van een derde, enzovoort. Of een verteller die zijn of haar lezers aanspreekt en terugblikkend meeneemt in een oud avontuur.
Het kan ook resulteren in een verhaal met een volstrekt anonieme verteller, die alle aandacht geeft aan de personages, als het ware in hun hoofd kruipt, een beetje zoals een poppenkastspeler de poppen en een regisseur de acteurs laat handelen en spreken.
Of een verhaal waarin de verteller zelf hoofdpersoon is en als een soort radioverslaggever live vertelt wat er gaande is, of een dagboek suggereert. Die laatste varianten worden door recensenten ook wel met een oerlelijke term een ik-verhaal genoemd. Met name kinderboekrecensenten doen dat en dat komt, vermoed ik, doordat ze die varianten vaker aantreffen in verhalen voor kinderen als in die voor volwassenen, vooral de laatste decennia. En dat komt weer, vermoed ik, doordat schrijfdocenten, - coaches en uitgeverijredacteurs denken dat deze vertelvorm kinderen het meest pakt. Of dat zo is, zou eigenlijk eens onderzocht moeten worden.

Kauw van jou komt uit die laatste categorie. Ik vind dat een beetje jammer. Volgens mij had een anonieme verteller een spannender, beter verhaal opgeleverd. De vertellende hoofdpersoon, het twaalfjarige meisje Pim, komt sowieso wel goed uit de verf, maar een anonieme verteller had meer gelegenheid gekregen om andere personages, met name vriend Thilo en Pims ouders en haar overleden broer Huug, meer kleur en diepte te geven.

Tijd voor een introductie. Ik leen de webtekst van de uitgeverij:

De zomervakantie is pas een week begonnen, maar Pim heeft er nu al helemaal genoeg van. Haar moeder is elke dag aan het werk en haar vader komt niet van de bank af waarop hij nu al bijna een jaar bivakkeert. Bijna een jaar, want over een week is het precies een jaar geleden dat Huug verongelukte. Pims oudere broer.
Als Pim boos in haar eentje een ijsje gaat halen, maakt ze kennis met Thilo, die onlangs in haar flat is komen wonen. Hij laat haar zijn geheim zien – een geheim dat alles te maken heeft met Huug. Maar dat weet Thilo niet.
In de week die volgt, moet Pim keuzes maken. Wat vertelt ze aan wie? En vooral: hoe moet ze door? Want als er een jaar voorbij is, is het echt. Dan komt Huug nooit meer terug. 

Dat geheim is Huugs geheime lab, waarin hij zijn vondsten bewaart en zijn logboek bijhoudt. Een schatkamer voor Thilo, maar een enorme schok voor Pim, die nog altijd niet over het verlies van haar broer kan praten, evenmin als haar ouders.
Er komt een katharsis, een verlossende omslag in het verhaal. Ontroerend, op het sentimentele af. Hoe, dat ga ik hier niet uit de doeken doen, evenmin als de titel. Ja, een kauw speelt een belangrijke rol, dat zit erin.

Laat ik er geen misverstand over bestaan, ik kan dan wat kanttekeningen hebben, maar debutant Kris Terwindt heeft een prijzenswaardig, prachtig verhaal geschreven, dat ruim boven de middelmaat uitstijgt en me nieuwsgierig maakt naar haar tweede boek.
 

Terwindt, Kris. Kauw van jou. Lemniscaat, 2024. ISBN 978 90 477 1686 0, 180 p.

woensdag 25 september 2024

Lezen op school

Een persbericht van Stichting Lezen: de website lezeninhetpo is vernieuwd. Ik geloof het graag, maar heb de oude versie (gelanceerd in 2022) te weinig geraadpleegd om het verschil te zien. Ik weet zelfs niet of het motto nog hetzelfde is:
 
Op de basisschool kan het verschil gemaakt worden tussen lezer en niet-lezer. Hier vind je alle bouwstenen voor effectief leesonderwijs met samenwerking als basis.

Ik dacht: op de basisschool wórdt het verschil gemaakt tussen lezer en niet-lezer. En je hoeft niet per se samen te werken voor effectief leesonderwijs, al zal het zeker helpen.

Omdat ik het verschil niet zie, citeer ik het persbericht:

Op de herziene website zijn actuele ontwikkelingen direct zichtbaar en worden relevante artikelen uitgelicht. Tools zoals een leesscan, waarmee scholen hun leesklimaat kunnen meten, informatie over scholingen voor leerkrachten en bibliotheekmedewerkers en lessuggesties bij kinderboeken zijn gemakkelijk te raadplegen. Verder beschrijft de website onder andere hoe rijke teksten kunnen worden ingezet in de klas en waar deze teksten te vinden zijn.

En:

De aanleiding voor het maken van de eerste versie van lezeninhetpo.nl (gelanceerd in 2022) zijn de scores van Nederlandse leerlingen op de basisvaardigheid ‘lezen’. Deze scores zijn tot op de dag van vandaag niet fundamenteel verbeterd.
Nederlandse kinderen en jongeren blijken in vergelijking met hun leeftijdsgenoten in het buitenland slechter te scoren op complexe begrijpend-leestaken. Wat leesmotivatie betreft, bungelen onze kinderen zelfs helemaal onderaan op de internationale ranglijsten. Om die reden zijn in tal van wetenschappelijke en meer praktijkgerichte rapporten oplossingen aangedragen om het niveau van begrijpend lezen én de leesmotivatie op te krikken.

Dan hebben die twee jaar van lezeninhetpo.nl kennelijk niet veel bijgedragen tot verandering, da's nou jammer. Hopelijk komende jaren beter. En overigens weten we natuurlijk niet hoe die 'scores van Nederlandse leerlingen op de basisvaardigheid "lezen"' er zouden hebben uitgezien zónder die website en alle andere inspanningen van leesbevorderaars. Een voormalige directeur van Stichting Lezen, Barry Wiebenga, merkte al eens terecht op dat het effect van leesbevordering moeilijk te meten is, en met leesbevordering bedoelde hij dan landelijke activiteiten als de Nationale Voorleeswedstrijd en hij had het niet over verandering van onderwijsmethoden, het is goed om dat in het oog te houden.
Want her en der zijn best voorbeelden te vinden van scholen waar het leesonderwijs met sprongen vooruit ging door een andere aanpak, veelal gestoeld op meer gewoon lezen en minder 'begrijpend lezen', zoals die school waar de bevlogen Anne Steenhoff lesgeeft. Hopelijk gaat het in 2025 bij Coutinho te verschijnen De wereld in kinderboeken, leesbevordering in de klas van Erna van Koeven, Femke Ganzeman en ondergetekende hiervoor een goede leidraad bieden.

maandag 23 september 2024

Ooit genoeg?

Eric Carle werd geboren op 25 juni 1929, Syracuse, New York, Verenigde Staten, en stierf 23 mei 2021, Northampton, Massachusetts, Verenigde Staten, net geen 92 jaar oud. Zijn boeken en illustraties gingen de hele wereld over - en overleven hem. Met name The Very Hungry Caterpillor, ofwel Rupsje Nooitgenoeg, een zeldzaam voorbeeld van een vertaling die mooier is dan het origineel, ging een eigen leven leiden. 'THE VERY HUNGRY CATERPILLAR and the CATERPILLAR logo are registered trademarks of Penhuin Random House LLC'. Hoorde ik daar iets rinkelen?
 


Zo verschenen onlangs in Nederland tweetalige uitgaven. We hadden natuurlijk al Rupsje Nooitgenoeg 100 eerste woordjes, maar nu ook tweetalig. Afbeeldingen in de bekende Carle-stijl (waarbij de rups zijn eigen Rupsje is) met daaronder naast het Nederlandse woord het Arabische, Engelse, Poolse of Turkse woord. Ik vond ook een Engels-Spaanse variant, niet verrassend want Spaans is de tweede taal in de VS, en een Engels-Arabische uitgave.
 


Het zijn kijkboeken, bedoeld voor op schoot. De voorlezer dient dus te kunnen lezen en de woorden in beide talen correct te kunnen uitspreken. Het woordbeeld op zich zal de peuter immers weinig zeggen. Dat vergt enige kennis, eigenlijk tweetaligheid, van die voorlezer. Genoeg om bijvoorbeeld woorden als brandweerauto of lieveheersbeestje te kunnen uitspreken. Of juist submarine of paintbrush, in de Nederlands-Engelse uitgave die ik mocht ontvangen. Ik sluit niet uit dat zulke voorlezers bestaan.
In andere omstandigheden heeft die tweetaligheid geen zin. Er bestaat bijvoorbeeld ook een enkeltalige Poolse uitgave, Bardzo głodna gąsienica. Als Poolstalige voorlezer met weinig kennis van het Nederlands zou ik die voor mijn peuter kiezen. En als Turkstalige voorlezer Aç Tırtıl.
 


Over Carle's plaatjes valt nog wel iets op te merken.
Bij blad / leaf duikt alweer die vreetzak van een rups op. Bij de zaden / seeds ben ik blij dat die woorden eronder staan, anders zou ik ze niet als zaad herkennen. Boven trein / train staat een stoomlocomotief afgebeeld... In Nederland en België moet je naar een museum om die te zien. Boven verf / paint is een palet afgebeeld, geen potje verf. Bij de paddenstoel / mushroom is een vliegenzwam afgebeeld, maar niet alle paddenstoelen zijn rood met witte stippen. Zo is er op de informatieve waarde van de plaatjes hier en daar wat af te dingen, al zijn ze nog zo stijlvol. En op de keuze en de indeling van die 100 eerste woordjes eveneens. Waarom twee pagina's 'insecten', inclusief vuurvlieg, krekel en libelle, naast 'dieren' (waaronder vee en huisdieren; bij 'speelgoed' vinden we nog een knuffelbeer / teddy bear en een badeend / rubber duck), alsof insecten geen dieren zijn. Wat moet onze dreumes met cupcake / cupcake? En met een markeerstift / marker waarop-ie absoluut niet mag sabbelen? Zou een lineaal / ruler al enige herkenning oproepen? Enz.
 

Afijn, je kan je peuter er goed mee leren tellen (laatste twee pagina's).
 
 
Carle, Eric, World of. Rupsje Nooitgenoeg 100 eerste woordjes first words, een tweetalig boek Nederlands / Engels. Gottmer, 2024. ISBN 978 90 257 8000 5, 18 p.  


donderdag 5 september 2024

Reinaert is terug

 ... en hoe!
Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen hebben er een 'hervertelling op rijm' van gemaakt die klinkt als een klok. Klinken ja, want deze versie laat zich uitstekend voorlezen of voordragen, hoewel je dan de passende, karikaturale prenten van Wendy Panders mist.

Het was Pinksteren. De bomen
en de struiken waren groen.
In het bos van Koning Nobel
was vandaag een boel te doen.

Want de koning hield een Hofdag.
Hij, een leeuw van groot formaat,
had zijn volk bijeengeroepen
net als zijn ministerraad.

Elk dier kon zich bij hem melden
met een klacht over een moord,
ruzie, een gevecht of diefstal.
Iedereen werd aangehoord.

Vooraf gaan een inhoudsopgave: het verhaal is verdeeld in 23 hoofdstukken. En ook twee pagina's waarop de tien belangrijkste personages zich voorstellen: koning Nobel de leeuw, Reinaert de vos, Isengrim de wolf, Bruun de beer, Grimbeert de das, Tibeert de kater, Cuwaert de haas ('een angsthaas kun je mij wel noemen'), Belijn de ram, Cantecleer de haan en Firapeel het luipaard. Reinaert stelt zijn vrouw Hermelien nog voor ('een echtgenote uit duizenden') en Isengrim zijn vrouw Hersint.
Achterin bevindt zich nog een verantwoording, 'Voor wie meer wil weten'. Daarin wordt gemeld dat 'de verhaallijn trouw is gevolgd' en voor zover ik me kan herinneren klopt dat.
Te prijzen valt dat nergens is afgezwakt om de tere kinderziel te ontzien.
Dus Hersint gaat vreemd met Reinaert:

Zij zag Rein al jaren zitten,
en vond hem een lekker ding.
Dat gerotzooi is gebeurd,
geloof me, met haar instemming.

Aldus Grimbeert de das, het enige dier dat het voor Reinaert (zijn oom) opneemt.
Bruun komt zwaar toegetakeld terug aan het hof, en Tibeert klauwt om zich te bevrijden inderdaad in het kruis van de pastoor.

Met zijn nagels uitgeslagen
sprong hij in het blote kruis,
nam pastoor zijn bal te grazen,
als was het een vette muis.

'Oei, daar gaat mijn liefdesleven,'
riep Julocke van verdriet.
Daar moest Reinaert zo om lachen
dat hij harde scheten liet.

Slechts Grimbeert weet zijn oom naar het hof te brengen en met al die klachten is het duidelijk voor Nobel: Reinaert moet hangen. Hem wacht de galg.
 

 
Afijn, daaraan weet de sluwe vos dus te ontsnappen door slim gebruik te maken van de zwakheden van zijn aanklagers, niet in de laatste plaats de hebzucht van de koning. Cynicus Firapeel moet de boel redden. Dat kost Belijn en zijn familie het leven.

'Bruun,' vroeg Isengrim, 'wat vind je?'
'Ik kluif liever in het groen
op een sappig schaap,' zei Beer,
'dan hier te liggen. Ik zeg: doen!'

'Mooi!' zei Firapeel en nam hen
naar het hof van Nobel mee,
waar de deal snel werd gesloten.
Alles was weer pais en vree.

En de vos? Die nam de benen.
Zo ontkwam hij aan de strop.
Maar pas op: toch duikt hij altijd
onverwacht weer ergens op!

Een fabel over de helaas tijdloze zwaktes van (hier als dieren vermomde) mensen. IJdelheid, grootspraak, bedrog, hebzucht, wat niet al. Met een hoofdpersoon die helemaal niet deugt, maar handig van al die zwaktes gebruik weet te maken, de klassieke schelm. Voor leerzame lezertjes van 8 tot 80 en ouder, die tegen een stootje kunnen.
 

Donkelaar, Maria van, & Martine van Rooijen. Het onvergetelijke verhaal van Reinaert de vos, een hervertelling op rijm. Illustraties Wendy Panders. Gottmer, 2024. ISBN 978 90 257 8001 2, 86 p.