Zoeken in deze blog

woensdag 3 juli 2024

Hoe krijgen we onze kinderen weer aan het lezen?

Op die vraag zijn de laatste decennia al veel antwoorden gegeven, zonder veel praktisch resultaat, wat scheidend Stichtling Lezen-directeur ook moge verkondigen. (Zie bericht d.d. 23 juni.)
Maar toen was er ineens een boekje van een leerkracht uit het basisonderwijs, verschenen bij een literaire uitgeverij, dat veel stof deed opwaaien: Een lui letterland, van Anne Steenhoff. Zij legt in niet mis te verstane woorden, zonder één vakterm, uit wat er verkeerd is gegaan in het leesonderwijs op Nederlandse basisscholen en hoe het beter kan. Ze kan het weten, want ze bracht het zelf op een Utrechtse basisschool in de praktijk, met succes. Waarbij ze overigens wel de school en de leerlingen mee had. (Ze noemt die niet in haar boek, maar haar LinkedIn-profiel gaf uitkomst.) Niettemin lijken me haar tips zonder meer toepasbaar op andere basisscholen - mits de daar werkende leerkrachten het aankunnen.
 

 
Zie hier het recept. (Dat wil zeggen: haar inhoudsopgave.)
 
- 'Wat kan de leerkracht doen?' Tien stappen:
1. 'Keur je aanbod.' (Kies goede boeken, niet per se populaire, en zeker niet oude meuk van vroeger. Dat laatste zijn mijn woorden, niet die van haar.)
2. 'Zorg voor boeken waarin kinderen zichzelf herkennen en de ander leren kennen.'
3. 'Verleng de leestijd.' (Daarmee bedoelt ze: maak van het kwartiertje vrij lezen minstens een half uur.)
4. 'Zorg voor aanbod op maat, zodat ieder kind zich gezien voelt.'
5. 'Lees voor, vooral aan oudere leerlingen.'
6. 'Verban begrijpend lezen.' Voor wie dit niet snapt: zie (o.a.) Arjan Lubach. (Wel even doorscrollen tot voorbij het midden.)
7. 'Houd rekening met een ongelijke start.' (Het ene kind komt met veel meer culturele bagage op school dan het andere.)
8. 'Onderschat je leerlingen niet.'
9. 'Ga meer met je leerlingen naar de bieb.'
10. 'Durf nieuwe dingen uit te proberen (en tegen het systeem in te gaan).'
 
- 'Wat kunnen opvoeders doen?' Zes tips:
1. Leer je kind dat het oké is om iets eerst nog even niet te kunnen.
2 '(en 3 en 4 en 5 en 6)'. Zorg voor rituelen, maak afspraken, leef vóór, wees betrokken en neem een huisdier. 
Dat laatste kan verwonderen. Zie p. 123:

Tot slot: dat van dat huisdier is geen grapje, al snap ik dat het niet voor iedereen te realiseren is. Jonge kinderen laten voorlezen aan dieren is een beproefde tactiek die bijdraagt aan de leesontwikkeling. Dieren luisteren namelijk - in tegenstelling tot volwassenen - zonder oordeel en verbeteren niet. Dit kan het zelfvertrouwen van kinderen over hun leesvaardigheid vergroten. Gebruik hiervoor bij voorkeur een beetje een welopgevoede hond die luistert naar het commando lig!, of makkelijker nog: een goudvis.

Met 'leef vóór' biedt ze een belangrijke tip. Het heeft weinig zin je kinderen tot lezen aan te zetten als je zelf nooit leest. Zoals het ook weinig zin heeft het telefoongebruik van je kinderen te beperken als je er zelf voortdurend mee in de weer bent.
 
- 'Wat kan de overheid doen?' Vijf adviezen:
1. 'Zorg voor een betere beloning van leraren'.
2. 'Verbeter de pabo.' 
3. 'Maak omscholen makkelijker.'
4. 'Maak goede initiatieven toegankelijker.' 
5. 'Maak alle kinderen automatisch vanaf hun vierde verjaardag lid van de bieb.'
Dat advies over de pabo is een van de felste stukken in haar boek en dat betreft niet alleen het volgens haar extreem moeizame traject voor zij-intreders. 'Stop met mensen in een vormpje te drukken waarin alleen een zeventienjarige die net van de havo komt past.'
'Het niveau van de opleiding moet flink omhoog.' Ze pleit voor het Finse model: een vijfjarige wetenschappelijke opleiding, met bijpassende honorering.

Een niveauverhoging zou wat mij betreft ook binnen het hbo kunnen plaatsvinden, maar dat is een stuk lastiger omdat het een niet-wetenschappelijke praktijkopleiding is waarbinnen geen wetenschappelijke specialisatie in de onderwijsdomeinen wordt verwacht. Op de universiteit kun je met de studenten meer de diepte in en mag je als opleiding ook een hoger verdiepingsniveau verwachten en eisen.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben van mening dat ook mbo- en hbo-studenten zich tot wetenschappelijke verdieping kunnen zetten, we verwachten het alleen niet van ze. En dat is precies wat we wél moeten doen: meer verwachten van de mensen die we nu opleiden tot docent en daarom meer verwachten van de opleiding.

Waarvan akte. Nog een citaat:

Het opleidingsniveau, het gebrek aan flexibiliteit, de kleuterstage en alle andere benoemde problemen: gooi ze op een grote hoop en je snapt waarom er een lerarentekort is. Maar dit was toch een boek over het dalende leesniveau? Ja, maar om het dalende leesniveau te bestrijden hebben we gemotiveerde en goed opgeleide leerkrachten nodig. Om de directe link te zien tussen de dalende onderwijsresultaten en de onbeschikbaarheid van leerkrachten, het missen van onderwijstijd en les krijgen van onbekwame leerkrachten heb je geen hogere wiskunde nodig.

Zo kan ik nog wel meer citaten bieden uit dit schotschrift. Want dat is het, trefzeker maar haastig opgeschreven, wél voorzien van bronnen maar niet grondig geredigeerd en met passages over pabo's waarin haar eigen, niet zo gunstige ervaring wellicht net iets teveel doorklinkt.
 

 
Haar voorstellen zijn zowel zinnig als ontmoedigend. 
 
Zinnig want essentieel. Willen we het leesonderwijs echt verbeteren? Begin bij het begin! Zorg voor scholen met goed voorziene en beheerde schoolbibliotheken en degelijk opgeleide en goed betaalde leerkrachten, en goede openbare (jeugd)bibliotheken, dat is de basis. Al het overige (Kinderboekenweek, Voorleeswedstrijd e.d.) is aanvullende franje. Of, à la Arjan Lubach, de 'voedselbanken van de leescrisis'.
Ontmoedigend, want zo ver zijn we immers lang niet, komende regeringen zie ik niet zo gauw tot actie overgaan, integendeel, en intussen zitten we wel met (aanstaande) leerkrachten die zelf nauwelijks (kunnen) lezen (40 %, begreep ik) en die dit boek ontmoedigd opzij zullen leggen, en pabo-docenten van wie sommigen denken dat hun studenten een beperkte woordenschat hebben ('mijn studenten kennen het woord vignet niet'), niet leergierig zijn ('en ze zoeken dat ook niet op') en weinig vermogen tot abstractie hebben, docenten die kortom geen zin hebben om heel veel van hun studenten te eisen, want stel je voor dat ze afhaken... (Zie ook boven, stap 8.)

Maar toch, leesbevorderaars, leerkrachten, opleiders, politici: lees dit boek!
 

Steenhoff, Anne. Een lui letterland; maar zo krijgen we kinderen weer aan het lezen. Das Mag, 2024. ISBN 978 94 9332 067 3, 184 p.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten