Zoeken in deze blog

woensdag 4 december 2024

Nothing is either good or bad

 but thinking makes it so.

Shakespeare, Hamlet, Act II, Scene 2. Met dank, geloof ik, aan een recensent die er onlangs in de Volkskrant mee op de proppen kwam. Bij zo'n zinnetje blijft het brein even haken.

Hieraan zij toegevoegd (leve internet) wat ene Gabe Kwakyi te berde brengt op zijn website The Musing Mind:

Human society invented such labels with helpful intentions. Establishing a common understanding of what is helpful and not helpful to human society helped establish laws, norms, values and mores that were aimed at reducing the occurrences of what we commonly label as good and bad.

That said, labeling events cannot control the world and make only good things happen or prevent bad things. However helpful in some cases, there will be others where the act of labeling in others will create life-limiting, obsessive behaviors in others. How does labeling limit our ability to live more peaceful, happier, and fulfilled lives?

This is because the act of subjective labeling events carries with it a risk: once we label something as good or bad, it’s hard to focus only on the objective learning from the experience. Rather, we tend to just think about the goodness or badness of the event.

Over de eerste alinea kunnen we wel opmerken dat mensen het soms niet eens zijn over wat we 'commonly'  als goed of slecht bestempelen. Maar inderdaad, zodra 'we' iets 'goed' vinden wordt het lastig om er onbevangen over te oordelen. Vooral als je wil oordelen in moreel of kunstzinnig perspectief.

Kijk, als we een kurkentrekker kopen en die blijkt niet naar verwachting kurken te trekken, kunnen we het snel eens zijn, tenzij we aanleiding zien om over die verwachting van mening te verschillen. We willen die kurk uit de fles, dat staat vast. Verwachtingen kunnen variëren aangaande het gemak, het geluid (de juiste plop), uiterlijk e.d.
Moeilijker wordt het al om vervolgens over de wijn te oordelen. Het moet wel wijn zijn, geen azijn, water of bier, maar of hij ook lekker is? Kwestie van smaak... Naast smaakpapillen, geurvermogen en persoonlijke voorkeuren spelen ervaring en status daarbij zeker een rol.
 
Wat is een goed verhaal? Is dat vergelijkbaar met wijn beoordelen?
Niet helemaal, volgens veel recensenten, en vooral volgens veel recensenten van verhalen en poëzie voor kinderen. Dat is geen wonder, want regelmatig krijgen die de vraag: 'wat is een goed boek voor mijn kind'. Alsof daarvoor een thermometer, een kwaliteitsmeter bestaat. Hier komen ineens opvoeding en onderwijs om de hoek kijken.
Een kinderboekverkoper kan dat oplossen door vragen te stellen, een pijlsnelle inschatting te maken en een min of meer passend boek te vinden in de winkelvoorraad. Makkelijker gaat dat wanneer kinderen zelf een boek zoeken. En een verkocht boek is al gauw een goed boek. Leven en laten leven, niet waar?
Mutatis mutandis geldt dat ook voor de jeugdbibliothecaris, maar onlangs begreep ik dat dit een uitstervende specialiteit wordt. Tegenwoordig moeten werknemers vooral flexibel zijn, makkelijk over te plaatsen - of te vervangen. Dat werk, onvermijdelijk in een omgeving waarin regelaars (Nederlands voor managers) zichzelf overschatten.
 
De gemiddelde recensent heeft daarvan geen last, want die is al flexibel, want eenpersoonsbedrijf. Die kiest uit het aanbod de titels die zij of hij zou willen aanbevelen en ja, dat heeft soms wel iets weg van wijnproeverij. Smaken verschillen, ook die van recensenten, ook al is er soms een 'common' overeenkomst.
Dan zijn er nog docenten die voor hun klas, school of schoolbibliotheek een keuze maken. Voor zover ze niet ondersteund worden door boekverkoper of bibliothecaris zal hun selectie erop lijken: welke boeken passen bij mijn leerlingen. Al dan niet geholpen door een website (ook een recensent) als leesbevorderingindeklas.nl.

Ten slotte hebben we nog de juryleden. Bij uitstek de mensen die 'het beste boek' uitkiezen uit een stapel ingezonden lectuur. Hoe groter die stapel, hoe meer indruk de keuze maakt, maar die indruk wordt des te groter naarmate de juryleden status hebben. Waar die status vandaan komt, lijkt er soms niet toe te doen. 'Bekend van radio en tv': ja, maar zonder veel kinderboeken gelezen te hebben. Het komt echt voor en heel erg is het niet, want hun mening kan verfrissend zijn naast die van juryleden die al jarenlang verhalen en poëzie voor kinderen lezen en met elkaar een 'common understanding' ontwikkeld hebben.
 
Nothing is either good or bad but thinking makes it so. Wat een zinnetje kan losmaken... Maar ja, het is wel Shakespeare. Status, hè...