Zoeken in deze blog

dinsdag 11 oktober 2011

Let's read and talk English?

Taalschrift kwam voorbij met een uitdagend mini-opstel van Ronald Soetaert: 'We moeten allemaal diep-tweetalig worden'.
Ik citeer:  ' Het duurde niet lang of de inzichten uit de conferentie kwamen in de pers terecht. Even werd ik een Bekende Vlaming. Een ‘kaakslag voor Vlaanderen’ schreef De Standaard. 
Geheel naar Bijbelse traditie bied ik u prompt mijn andere wang aan met een min of meer duidelijke stelling: ik ga ermee akkoord om het Engels op te waarderen, want het is op dit moment de lingua franca. 
Maar dat betekent ook dat die taal een bijzondere status heeft: de meeste leerlingen zijn ‘false beginners’, ze lezen, luisteren, spreken en schrijven zelfs in het Engels. Een opwaardering van het Engels impliceert een update van wat men met die taal kan doen in het onderwijs. Voor alle leerlingen blijkt Engels een belangrijk communicatiemiddel, zeker in hun persoonlijk leven en misschien ook later in hun professioneel leven. Wie voortstudeert, zal Engels moeten kennen voor om het even welk vakgebied dat hij/zij kiest. 
Kortom, Engels opwaarderen houdt in dat die taal ook een plaats moet krijgen in andere vakken. '
Een stroom reacties volgde, vooral uit Vlaanderen.
Ik kon het niet laten en voegde de mijne er bij:

Per toeval bekeek ik net de '21st Century Skills' van Onderwijs Maak Je Samen voor ik bij de diepe tweetaligheid van Ronald Soetaert terecht kwam.
In die vaardigheden van de 21e eeuw tref ik taal aan bij de binnenste schil. Maar verder geen woord over taalvaardigheid, laat staan vaardigheid in tweede en derde talen.
Ik citeer: ' Over één punt is iedereen het eens. 21st century skills gaan niet alleen over ICT-vaardigheden en mediawijsheid.  Ze gaan over een nieuwe manier van leren, leven en werken. Voorbeelden hiervan zijn creativiteit, innovatie, kritisch denken, problemen oplossen, communicatie, samenwerking, aanpassingsvermogen, leiderschap, productiviteit, sociale vaardigheden en nog veel meer competenties.  '
Communicatie, jawel, maar in welke talen?
Valt dat onder 'nog veel meer competenties'?

Ik pleit voor verbetering van ons moedertaalonderwijs en daarnaast voor beter onderwijs in enkele handige talen, waaronder in ieder geval Engels.
Ik pleit dus eigenlijk voor beter taalonderwijs. En vanwege Bernard Shaw (zie tekst Ronald Soetaert)  ook voor beter literatuuronderwijs.
Dat is niet origineel en ik ben niet de enige, maar niettemin blijft het zinnig om dat te benadrukken. Laten we realistisch blijven: voor een onbezonnen regering extra lessen Engels gaat voorschrijven, mag er m.i. in het algemeen iets meer in het onderwijs worden geïnvesteerd, in ieder geval hier in Nederland. En dan niet uitsluitend in die rijkelijk vage '21st Century Skills'.
Tot zover mijn reactie.

Let's read and talk English? Zeker, kan al op de basisschool beginnen, maar alleen met onderwijsgevenden die goed Engels spreken, en met slimme middelen, zoals prachtige Engelstalige prentenboeken en hun digitale equivalenten (zie bijvoorbeeld Michael Rosen, We are going on a bear hunt). Laten we daarnaast vooral onze moerstaal in ere houden.

zaterdag 8 oktober 2011

Tegen de onschuld

Vrijdag jongstleden ontvangen: een 460 pagina's tellend boek, zonder plaatjes, in een degelijke en saaie blauwe band: Contre l'innocence, Esthétique de l'engagement en littérature de jeunesse.
Tegen de onschuld, esthetiek van engagement in jeugdliteratuur. Spannende titel, daarom had ik het aangevraagd. Een artikelbundel onder redactie van Britta Benert en Philippe Clermont, uitgegeven in 2011 door Peter Lang (Frankfurt am Main) in de reeks Kinder- und Jugendkultur, 'literatur und -medien, deel 69.
De artikelen zien er ook heel degelijk uit.

Ik heb beloofd het te recenseren. Dus op zeker moment zal in dit blog een recensie van dit boek verschijnen.

Binnenkort trouwens ook een recensie van Jeugdliteratuur bestaat niet van Peter van den Hoven (Lannoo/Biblion).

donderdag 6 oktober 2011

Onderwijsmediathecarissen

Een bericht van Informatie Professional:
Onderwijsmediathecarissen richten eigen beroepsorganisatie op.

Op donderdag 22 september jl. is tijdens een extra Algemene Ledenvergadering besloten dat de LWSVO, de vereniging van mediathecarissen, de status van aspirant lidmaatschap van de NVB met ingang van 1 januari 2012 opheft. De opkomst voor deze extra ALV was groot en veel leden hadden gebruik gemaakt van de mogelijkheid om bij volmacht te stemmen. LWSVO staat voor landelijke werkgroep schoolmediathecarissen voortgezet onderwijs.
Argumenten tegen de aansluiting bij de NVB die tijdens de discussie op de ALV naar voren kwamen waren onder meer:
  • Kan een kleine beroepsvereniging wel zelfstandig overleven? Zal het lukken om steeds voldoende bestuursleden te vinden? Moeten we de NVB nog langer de tijd geven om de interne organisatie te verbeteren?
  • Of wordt het, na zoveel jaren proberen te komen tot aansluiting, tijd om een eigen koers te gaan varen, een eigen website te ontwikkelen en de positie van de LWSVO te versterken?
De vereniging van onderwijsmediathecarissen telt 400 leden. De naam van de LWSVO wordt gewijzigd in Beroepsvereniging Mediathecarissen Onderwijs (BMO). De organisatie krijgt ook een nieuwe website.  '

Kijk, zo ken ik ze, die onderwijsmediathecarissen. Een gedreven Gideonsbende, zeer begaan met het schoolbibliotheekwerk in Nederland, met name in het voortgezet onderwijs. (Want het basisonderwijs telt vrijwel geen beroepsbibliothecarissen.)
Kennelijk voelden ze zich in meerderheid niet thuis in het grote verband van de NVB, 'dé beroepsvereniging van informatieprofessionals', hoewel schoolbibliothecarissen zich zeker in de context van het voortgezet onderwijs toch beschouwen als de informatiedeskundigen bij uitstek en de NVB allerminst een uitgebluste indruk maakt.
' Het voorstel van het bestuur om de naam van LWSVO te wijzigen in Beroepsvereniging Mediathecarissen Onderwijs (BMO) werd in het kort besproken.  Na een korte discussie werd, met een ruime meerderheid van stemmen, het voorstel aangenomen. In totaal werden 93 stemmen uitgebracht: 23 stemmen waren tegen en 70 stemmen voor. ' (Bron: zie hier.)
Ik wens de kersverse beroepsvereniging veel succes. Dat hebben ze nodig, met dit relatief gering aantal actieve leden. Wellicht valt er in de wandelgangen meer te horen over de beweegredenen voor deze afsplitsing, maar het voert mij te ver om de komende conferentie van de NVB op 17 november te bezoeken. Ik ben niet eens lid...

De LWSVO ken ik vooral uit de tijd dat ik ad interim-hoofdredacteur was van Dossier Kennis en Media, een periodiek dat we op Biblion Uitgeverij bedacht hadden om o.a. deze actieve groep te bedienen, dat verscheen van 2002-2005 en weer een voortzetting was van Het studiehuis (1998-2001).
Voor de jonge lezertjes: studiehuis was toen een populaire benaming van een onderwijsmodel waarin leerlingen veel zelf moesten doen en docenten een begeleidende rol hadden, en kwade tongen betitelden het als een verkapte bezuiniging op docenten en als afbraak van onderwijs.
Tegenwoordig zingt de modeterm competentiegericht onderwijs rond, hoewel die ook al weer uit de mode raakt. Zie hierover o.a. ene Gertjan Sinke, die zo slim was om het URL competentonderwijs.nl te reserveren, en een sceptisch commentaar op de site van Beter Onderwijs Nederland.

De term onderwijsmediatheek is nog ouder en is, meen ik, in de jaren '70 uitgevonden om te benadrukken dat er in een schoolbibliotheek niet alleen boeken te vinden zouden moeten zijn, maar alle relevante media. Dat was dus nog vóór de computer en het internet hun intrede maakten. Een term met een missie.
Niettemin vormen boeken nog altijd de hoofdmoot van de collecties in schoolbibliotheken en wat mij betreft blijft dat nog even zo, naast tijdschriften, internet en documentaire films. Vooral als de stroom uitvalt.

dinsdag 4 oktober 2011

LibrarySchool 2

En daar was dan het persbericht over de start van LibrarySchool, waarover ik op 23 juni schreef: ' De reclametaal en soms regelrechte newspeak die onze huidige regering kenmerkt dringt in veel geledingen door. Zo wordt een nieuwe, Nederlandstalige (mag ik aannemen) opleiding tot bibliothecaris LibrarySchool (aan elkaar) genoemd. Dat is geen newspeak, hoogstens een uiting van het betreurenswaardige idee dat wat Engels klinkt beter verkoopbaar is dan wat Nederlands klinkt.  ' Enzovoort. Er viel m.i. wel iets te zeggen over de ronkende bewoordingen waarin deze opleiding werd aanbevolen.
De website en pdf-folder zijn al even ronkend:  men heeft het over een 'hoogwaardige opleiding op academisch niveau', een 'grensverleggende nieuwe aanpak'.

Ik schreef ook op 23 juni: ' Goede dienstverlening krijg je door goed opgeleide, gemotiveerde beroepskrachten, die met genoegen hun werk doen. In de afgelopen decennia heb ik in het openbaar bibliotheekwerk (en met name het jeugd- en schoolbibliotheekwerk) veel goed opgeleide, gemotiveerde beroepskrachten gezien - maar het genoegen zien slinken en frustratie zien stijgen. Die frustraties werden deels veroorzaakt door de volgens de VOB zo 'cruciale' bibliotheekmanagers en deels doordat de branche er niet in is geslaagd zoveel politieke steun te organiseren dat bezuinigingen konden worden vermeden. Het pleit m.i. voor de betrokken medewerkers dat de frustratie nauwelijks werd veroorzaakt door ondermaatse beloning.
Willen de opleiders van de LibrarySchool tot slot niet vergeten dat de helft van de gebruikers van de bibliotheken uit jeugd bestaat? '
Lezend wat er op de site en in de daar te downloaden pdf-folder staat, blijft dat laatste verzoek actueel, hoewel de boodschap zo algemeen is dat dit aspect er onder zou kunnen vallen.

De school leidt op tot master en MBA en heeft daarnaast een 'basisjaar' met meesterproef voor bibliotheekmedewerkers die hun ' eigen rol als "reflective practitioner" kunnen duiden '. Hij is in het leven geroepen omdat het Nederlands bibliotheekwerk behoefte heeft aan, houd je vast:
Betrokken en nieuwsgierige collega’s die innovatief ondernemen met inhoud en vakmanschap.
Bibliothecarissen die de werken vanuit de klassieke idealen van de bibliotheek, maar de noodzaak inzien om in te spelen op de eisen van de toekomst. De bibliothecaris ‘"nieuwe stijl" paart maatschappelijk bewustzijn, creativiteit en culturele kennis aan managementvaardigheden, kennis van digitale ontwikkelingen en het vermogen om allianties aan te gaan. Binnen het krachtenveld van cultuur, maatschappij en technologie is hij voortdurend op zoek naar de meerwaarde en excellentie die de bibliotheek kan bieden. Daarbij steeds handelend vanuit de kernwaarden en identiteit van het bibliotheekwerk. 
De bibliothecaris van de toekomst moet dus in staat zijn het vak vanuit de inhoud te vernieuwen. Niet alleen, maar in samenspel met medewerkers, collega-bibliotheken en culturele en maatschappelijke partners. Naast talent vergt dit een grote mate van professionaliteit en expertise. '
Zeg dat wel. Ik hoop dat de bibliotheekbesturen voor die 'bibliothecarissen "nieuwe stijl"', deze 'hoogwaardige professionals' (*), een passend salaris reserveren en ervoor zorgen dat ze niet voor de voeten worden gelopen door overambitieuze managers, die deze prachtopleiding zelf natuurlijk niet hebben doorlopen, door goedbedoelende maar weinig effectieve vrijwilligers, door gebrek aan middelen en goed opgeleide medewerkers en door andere stoorzenders.
Voorlopig zie ik nog een brede kloof gapen tussen het galmende proza van genoemde pdf-folder en website en het bibliotheekfiliaal om de hoek, dat nog net niet werd gesloten en waarmee de school om de hoek wellicht nog iets moois kan doen.

Maar o ja, die filialen werden gesloten omdat er volgens de Raad voor Cultuur ' een aansprekende, inhoudelijke visie ontbreekt op nut en noodzaak van het werk van de openbare bibliotheek  ', aldus (en hier komt het * van hierboven) de reactie van Rob Bruijnzeels op een artikel van Josje Calff in Digitale Bibliotheek 2011-6/7.
' Er is dringend behoefte aan nieuwe ideeën over een betekenisvolle rol van de openbare bibliotheek aan het begin van de 21ste eeuw. En het profiel van de bibliothecaris dat daarbij hoort.  Dat is een geheel ander profiel dan dat van de "Old School" bibliothecaris, maar aan dat idee moet klaarblijkelijk nog een aantal representanten van die groep nog wennen. ' Aldus Rob Bruijnzeels, die hiermee m.i. blijk geeft van een wel erg denigrerende blik op de huidige 'Old School'-bibliotheekmedewerker.
Bruijnzeels wijst ook op het komende personeelsverloop, en nu ga ik hem voor één keer met instemming citeren:
Het ziet ernaar uit dat in de periode t/m 2015 ruim 20% van het zittende personeel stopt met werken en als 2020 als ijkpunt wordt genomen is dat bijna 45%. Er is daardoor een harde noodzaak voor het creëren van aantrekkelijke banen en een goede opleidingsfaciliteit, waardoor nieuw en bestaand talent kan worden aangetrokken en opgeleid. '
Te hopen valt dat het ' leernetwerk dat mensen, ideeën en leren bij elkaar brengt en geënt is op het principe van de lerende organisatie ' (Bruijnzeels) in die faciliteit voorziet. Voorlopig word ik erg sceptisch van het proza dat uit die hoek is gekomen.
En visie? Laat ik me beperken tot de scholen. Het is voldoende aangetoond dat leerlingen baat hebben bij een boekrijke omgeving. Scholen en bibliotheken kunnen daar iets aan doen, in eendrachtige samenwerking. Deze maand werd ook bekend dat het project 'Kunst van lezen' mag doorgaan t/m 2016. Tot dat project hoort ook het bevorderen van die samenwerking en daar houden ze zich op uiterst praktische wijze mee bezig, bijvoorbeeld met Bibliotheek op de basisschool.
Kijk, daar hebben we iets aan.

zaterdag 1 oktober 2011

Leesgoed 2011-4

Een grote wolf met scherpe tanden die een wegrennend mannetje op de hielen zit siert de omslag van Leesgoed 2011-4. Het is een beeld van Jan Jutte, uit Dissus, dat (o.a.) besproken wordt in 'Een held op de wc' van Sylvie Geerts (p. 18-22).


Toch gaat het nummer niet over antihelden, ook dat artikel van Sylvie Geerts niet. Het speelt in op het thema van Kinderboekenweek 2011, 'Superhelden', ondertitel 'over dapper durven zijn'. Dissus in het gelijknamige verhaal blijkt overigens ook dapperder dan uit dit beeld zou blijken.
Naast dat artikel een essay van Floortje Zwigtman, 'Schurken stelen de show', legt Coosje van der Pol uit 'Hoe herken je een held als je er een tegenkomt' (in boeken voor jonge kinderen), is er een interview met Joris Steenbakkers over helden in games, biedt recensent Bas Maliepaard zijn Top Tien favoriete helden (bovenaan staat Kikker) en is er toch nog plaats voor een antiheld, Pudding Tarzan, in een artikel van Joke Guns. Ook de afdeling Boekidee is gewijd aan het kinderboekenthema en biedt onder meer suggesties om iets te doen met Dissus. Bij elkaar is de redactie er in geslaagd om ruim voldoende aandacht te schenken aan het kinderboekenweekthema. Ik mis nog een overzicht van bekende en minder bekende helden in de jeugdliteratuur, en ik mis een artikel waarin aandacht wordt besteed aan de manier van lezen waardoor hoofdpersonen tot held worden. Niettemin hoop ik dat dit kinderboekenweeknummer het blad weer dat zetje geeft dat het nodig heeft. De afdeling promotie van NBD/Biblion gooide er per e-post een aanbod tegenaan: ' Wij doen u een uniek Kinderboekenweek-aanbod om kennis te maken met Leesgoed. U betaalt nu slechts € 15,- voor de laatste twee nummers van dit jaar en u ontvangt het Kinderboekenweek-nummer gratis! (op=op)
Neem nu een proefabonnement op de laatste twee nummers van dit jaar en profiteer van deze aantrekkelijke korting.Deze actie is geldig tot en met 14 oktober 2011. ' Jammer nou weer dat hiervan in het nummer zelf niets te vinden is en de Leesgoed-website zwijgt er ook over, sterker nog, zwijgt over heel nummer 4 alsof het nog niet verschenen is... Ook op de website van NBD/Biblion is niets te vinden, ook niet bij de afdeling Biblion Uitgeverij. De promotie van Leesgoed blijft een zorgenkindje.

Er is nog meer in Leesgoed 2011-4.
'In beeld' op p. 4-5 bevat een prent van Shaun Tan, uit De rode boom, en niet toevallig volgt een interview met Shaun Tan, door hoofdredacteur Karin Kustermans.
Op de vraag hoe De rode boom is ontstaan:
' Als een formeel experiment: ik wilde kijken hoe ver ik als schrijver-illustrator kon gaan in het vermijden van een lineaire vertelling, chronologisch verloop, karakteropbouw, plot, al die dingen die essentieel lijken te zijn voor een prentenboek.  ' En meer, beslist interessant, want ook zonder De rode boom te hebben gezien weet je dat je met een bijzonder verhaal te maken hebt. Als het al een verhaal is. Karin Kustermans betoont zich ook nu weer een vaardig interviewer.
Wendy de Graaff interviewde Tjibbe Veldkamp, de maker van het kinderboekenweekgeschenk, maar niet over helden. Wel over het schrijven voor kinderen en de koppenmaker koos heel treffend als titel: 'Ik wil van alle kinderen lezers maken'. Ga er maar aan staan, maar hij doet het met overtuiging.

En verder zijn er uiteraard als ieder nummer de recensies. Gelukkig heb ik er geen leesbril voor nodig, maar het moet me van het hart dat ik door het iets kleinere lettertype de leesbaarheid van Leesgoed niet verbeterd vind ten opzichte van de voorgaande opmaak, ondanks het rustiger paginabeeld met meer wit. Ook vind ik het jammer dat Boekidee niet meer zo prominent aanwezig is in het hart van het blad en middels aankondigingen van behandelde titels op het omslag.
En vooral vind ik het zorgelijk dat de website geen gelijke tred houdt met de papieren nummers, er zelfs dus in dit geval bij achterloopt. Zo'n website mag geen stiefkindje worden.

NB. d.d. 06-10-2011. Gelukkig werd de website na enkele dagen toch nog bijgewerkt. Maar op die van NBD/Biblion was vandaag nog niets te vinden.
NB2. d.d. 10-10-2011. En van uitgeverij en redactie hoorde ik dat het aantal abonnees na de laatste nummers groeiende is. Mooi zo.