Zoeken in deze blog

dinsdag 18 september 2012

10 jaar Stichting Lezen


Op 17 september vierde Stichting Lezen haar tienjarig bestaan.
Welke Stichting Lezen?
Er zijn er immers twéé, een in Nederland (die was er eerst) en een in Vlaanderen. Hoe dat zo is gekomen? Dat weet ik niet. Huidig bestuursvoorzitter Koen Jaspaert vertelde wel dat voor de oprichting van Stichting Lezen, die Vlaamse dus, in kringen van de Taalunie naar Nederland is gekeken. Ze wisten het dus, en dachten kennelijk dat de grenzen stevig genoeg waren om geen naamsverwarring te krijgen.
Dat zal aan weerszijden van die grenzen wel kloppen, maar niet voor het grensoverschrijdend cultureel verkeer, dat er ondanks die stevigheid toch wel is. De Nederlands-Vlaamse redactie van Leesgoed is slechts een voorbeeld.

Enfin, feest dus! Dat vond plaats in Het Paleis te Antwerpen. Toespraken & toespraakjes, muziek, video van Stichting Lezen-medewerkers die fragmenten uit favoriete  boeken voorlazen, taart in de pauze, receptie na.
In volgorde: Joke Schauvliege, minister van cultuur, Guus Kuijer, auteur, Koen Jaspaert, voorzitter bestuur,  Gerlinde De Bruycker, newsmanager Metro (dat in België nog wél bestaat), Michèle Van Elslander,  stafmedewerker Inloopteams bij Kind en Preventie, Alida Pierards,  docent Xios Hogeschool Limburg, een panelgesprek van moderator Betty Mellaerts met Ronald Soetaert, universiteit Gent, Bert Anciaux, politicus (senator sp.a), en Gerda Dendooven, illustrator, en afsluitend Majo De Saedeleer, directeur. Dat alles tussen mooie stukjes muziek van twee muzikanten van Le Trio Perdu, of iemand van die band (Kevin Van Staeyen) met een accordeonist.

Volle zaal.
Het memorabelst was de feestrede van Guus Kuijer, maar ik wil ook nog iets melden over enkele anderen.
Om te beginnen zal het prettig zijn geweest voor Stichting Lezen om van minister Joke Schauvliege zoveel lovende woorden te horen. 'Baanbrekend werk' heeft de stichting verricht, en ze noemde de projecten Boekbaby's, Jeugdboekenweek, Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen (KJV), Fahrenheit, en Iedereen leest. Het budget is gegarandeerd tot en met 2014 en ze ziet de stichting graag doorgaan.

Koen Jaspaert zag gras voor zijn voeten weggemaaid door de gloedvolle toespraak van Guus Kuijer vóór hem, maar zag niettemin kans om een verrassend pleidooi te houden voor een  multiculturele samenleving en de rol van boeken daarin, nadat hij benadrukt had dat leesbevordering er volgens hem vooral moest zijn voor diegenen die niet zo kansrijk zijn.

Guus Kuijer.
Guus Kuijer begon zijn toespraak met de uitsmijter dat we in Nederland 'niet zo'n minister hebben'. 'Wij' doen het met een staatssecretaris 'die niet verder is gekomen dan Jip en Janneke'. Dus over welk land hij vandaag iets lelijks zou zeggen, 'niet over België'. Zo min overigens als hij iets denigrerends wou zeggen over Jip en Janneke. Alleen, er is wel méér dan dat.
Als hij een museum ingaat, zo begon hij zijn officiële toespraak, wil hij verrast worden, verwacht hij iets te zien dat hem beter leert kijken en dat hem beroert, zo goed als hij van muziek verwacht dat hij geraakt wordt en beter leert luisteren. Hij verwacht iets te kunnen leren, nieuwe ervaringen. Hij wil dat kunst hem in die zin een beter mens maakt. De kunstenaar is een maestro, een leraar, die zijn medemens wijzer maakt, een wegwijzer biedt. Wel een maestro die uitnodigt, die iets belooft. Kunst is een belofte, het is aan de toeschouwer, luisteraar, lezer, om die belofte waar te maken. Om dat te kunnen is openheid nodig, nieuwsgierigheid, de bereidheid om iets te leren. Op zijn ideaalst 'zijn wij allen leerlingen - en heel soms leraar'.
Dat was in het kort de teneur van zijn lezing, maar uiteraard vervlocht Kuijer daarin veel uitstapjes.
Een mooie was deze. Om iets nieuws te ervaren door kunst is inspanning nodig. Helaas 'zijn wij in een tijd beland dat inspanning als elitair wordt gezien'. Voor een zuigeling is alles, behalve misschien de moederborst, nieuw. Hij is voortdurend aan het ontdekken, aan het leren, en dus is voor hem alles elitair.
'Kunst en wetenschap bevrijdden mij uit het benauwde kamertje waarin ik opgroeide.'
Nederlandse beleidsmakers ('dat geldt natuurlijk niet voor België', gelach in de zaal) kregen ook de nodige spot. Die willen niet meer leren, staan nergens open voor, komen wat betreft de jeugdliteratuur niet verder dan Jip en Janneke (waarmee hij teruggreep op zijn openingsopmerking), en vergeten vooral dat ze moeten leiden en dus ergens beter in moeten zijn dan de mensen die ze zeggen te vertegenwoordigen. In plaats van hurken, wat nu veelal gebeurt, moeten ze juist verder reiken dan hun publiek, een richting aangeven.
Uitgevers en schrijvers kregen het verwijt dat ze teveel willen amuseren. Wij worden bedolven onder verhalen die uitsluitend bedoeld zijn om te vermaken, waarvoor je geen inspanning hoeft te verrichten en waar je niets nieuws van leert en geen nieuwe ervaringen opdoet. (Hij haalde nog net niet Neil Postman aan, met zijn Amusing ourselves to death, 1985 en dat jaar ook in het Nederlands verschenen als Wij amuseren ons kapot.)
Met leren bedoelde Kuijer zeker niet schools leren. Het leven als leerschool, dat meer. Wie er niet voor openstaat, zal niets leren. En als je je verveelt, leer je ook niets.
'Lezen is leren. En leren is leven.'

Een pracht van een lezing, die hopelijk nog ergens wordt gepubliceerd. Een pleidooi tegen vrijblijvendheid en voor openheid.

Receptie na.

Guus Kuijer signeert.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten