Niet alleen het motto van Kinderboekenweek 2012 en de titel van een lied van Kinderen voor Kinderen, ook het motto van Leesgoed 2012-4 en een strip van Pieter Geenen in Vrij Nederland 6-10-2012.
Ik toon een deel van die strip:
'
En wie wil weten hoe het afloopt, kope Vrij Nederland.
Die strip valt wellicht ietwat uit de toon. Interessant is de gemeenplaats Binkie en Bonkie: hoeveel van zulke reeksen met een tweetal in de titel en de hoofdrol, voor en na Tup en Joep, zullen er verschenen zijn? Kennelijk 'staat' zoiets voor 'kinderboek'. 'Marc en Diederik in het Binnenhof', zoiets zou goed een titel van een doorsnee kinderboek kunnen zijn.
Binkie en Bonkie in Syrië. Toen ik twaalf was, had ik warempel enkele afleveringen van zo'n soort reeks op mijn boekenplankje: De jonge reizigers (Van der Peet, vertaald uit het Engels) De jonge reizigers in Rusland, in India, enzovoort. (De landen weet ik niet meer precies.) Serieuze factie, die nu onnoemelijk braaf zou worden gevonden. Enfin, ik dwaal af.
Het lied past goed bij de Kinderboekenweek: een en al veiligheid en geliktheid en goede boodschap en je kan nog iets winnen ook ('Win jij met de Gouden Wikkel?').
In het 'vak' (in dit geval het boekenvak of het bibliotheekvak) heet zo'n actie professioneel, d.w.z. doeltreffend gericht op maximale omzet en inloop. Ik zal het niet bestrijden. Maar ik maak er verder geen woord aan vuil.
Ik besteed wel woorden aan, als het slecht afloopt, het op-twee-na-laatste nummer van Leesgoed, nummer 4. Het Kinderboekenweekmotto staat op het omslag.
Dat wordt waargemaakt door
- een interview door Wendy de Graaff met Tosca Menten, auteur van het Kinderboekenweekgeschenk ('Dat grappige past bij mij, ik ben een echte pleaser'),
- een onbevredigende rondgang door Elselien Dijkstra langs diverse verhalen voor kinderen die in verre landen spelen (3 titels van Hans Hagen en dat is het, Elselien? kom, kom) dan wel waarvan de auteur uit verre landen komt, of beter: de vraag waarom die nauwelijks te vinden zijn,
- een artikel door Ann Moens en Inge Umans over de rol van boeken in een schoolklas met 'kinderen uit de hele wereld' (een onthaalklas van de Spectrumschool te Borgerhout),
- de nodige aandacht in de praktische rubriek Boekidee,
- tien verzonnen werelden bijeengeraapt door Richard Thiel, beheerder van Kjoek,
- en een informatief interview door Inger Bos met Agnes Vogt van het Nederlands Letterenfonds over het verkopen van Nederlandse jeugdliteratuur aan buitenlandse uitgevers.
Je zou wensen dat er verwezen kon worden naar de website om Boekidee te downloaden (voor abonnees of tegen betaling), en dat de uitgeverij eens alles op alles zou zetten om ter gelegenheid van de Kinderboekenweek nieuwe abonnees te vinden. Niet dus.
Er zijn er die vinden dat Lezen, het bulletin van Stichting Lezen (zie onder), actueler zou zijn dan Leesgoed. Onbegrijpelijk - behalve voor de afdeling nieuws, want daarvoor moet je sinds twee jaar niet meer bij Leesgoed zijn. Gelukkig hebben we nog altijd Laten lezen, dat wat betreft actualiteit op het gebied van jeugdliteratuur en leesbevordering alle papieren periodieken met gemak verslaat.
Buiten het thema nog een lang interview door hoofdredacteur Karin Kustermans met Michael de Cock, de theatermaker die enkele jaren geleden 'toevallig' begon met schrijven voor kinderen en meteen in de prijzen viel.
'Als ik de eerste hoofdstukken van Rosie en Moussa nu herlees, lijkt het alsof het schrijven geen moeite heeft gekost. Maar dat was elke keer een week werken voor tweeduizend tekens. Eerst schreef ik de ruwe tekst, dan begon ik te schrappen en te polijsten tot er geen woord teveel stond.'
Achterop een advertentie van NBD Biblion, al was het maar om te tonen dat er in Leesgoed geadverteerd kan worden (nog 2 nummers minstens), en voorin de twee pagina's In beeld, deze keer de kleurige beesten van Mattias de Leeuw in Dertien rennende hertjes van Edward van de Vendel.
Lezen, ik noemde het hierboven, is dan volgens mij niet actueler dan Leesgoed, dat maakt het nog niet tot een oninteressant periodiek. Informatief is bijvoorbeeld in het laatste nummer (2012-3) een artikel over leesbevordering in Zweden, lezenswaard zijn ook een interview met Sjoerd Kuyper (winnaar van de Theo Thijssenprijs 2012), een kijkje in het atelier van Tonke Dragt, en meer. Dat gaat, indachtig de 'doorlopende leeslijn' waarmee Stichting Lezen zich heeft geëngageerd, tot en met het artikel 'Van blog tot boek' door Eva Gerrits.
En dan was er nog die suggestie van Joukje Akveld, in Vrij Nederland 3-10-2012, dat auteurs de jeugdliteratuur langzaamaan inruilen voor werk voor volwassen lezers. Voorbeelden die ze noemt: David Almond (de enige anderstalige auteur in haar vertoog), Laura Broekhuysen (schreef overigens maar 1 jongerenroman, Zand erover), Lieneke Dijkzeul, Bibi Dumon Tak (werkt aan Wolfskwint, 'een duik in het "enorme diepe"'), Judith Eiselin, Theo Hoogstraaten, Joke van Leeuwen, Ted van Lieshout, Bart Moeyaert, Francine Oomen, Daan Remmerts de Vries, Carry Slee, Rita Verschuur, Simone van der Vlugt. De jeugdliteratuur voorbij, als het ware.
Wie weet!
Vorig jaar bleken ze al niet van hun publiek te houden. Opnieuw Joukje, ook in Vrij Nederland, zie hier.
Interessant is dat alle auteur duidelijke verschillen noemen. Schrijven voor kinderen is iets anders dan schrijven voor volwassenen, volgens hen. Waarvan akte. Zie ook Jeugdliteratuur bestaat!.
Ik toon een deel van die strip:
'
En wie wil weten hoe het afloopt, kope Vrij Nederland.
Die strip valt wellicht ietwat uit de toon. Interessant is de gemeenplaats Binkie en Bonkie: hoeveel van zulke reeksen met een tweetal in de titel en de hoofdrol, voor en na Tup en Joep, zullen er verschenen zijn? Kennelijk 'staat' zoiets voor 'kinderboek'. 'Marc en Diederik in het Binnenhof', zoiets zou goed een titel van een doorsnee kinderboek kunnen zijn.
Binkie en Bonkie in Syrië. Toen ik twaalf was, had ik warempel enkele afleveringen van zo'n soort reeks op mijn boekenplankje: De jonge reizigers (Van der Peet, vertaald uit het Engels) De jonge reizigers in Rusland, in India, enzovoort. (De landen weet ik niet meer precies.) Serieuze factie, die nu onnoemelijk braaf zou worden gevonden. Enfin, ik dwaal af.
Het lied past goed bij de Kinderboekenweek: een en al veiligheid en geliktheid en goede boodschap en je kan nog iets winnen ook ('Win jij met de Gouden Wikkel?').
In het 'vak' (in dit geval het boekenvak of het bibliotheekvak) heet zo'n actie professioneel, d.w.z. doeltreffend gericht op maximale omzet en inloop. Ik zal het niet bestrijden. Maar ik maak er verder geen woord aan vuil.
Ik besteed wel woorden aan, als het slecht afloopt, het op-twee-na-laatste nummer van Leesgoed, nummer 4. Het Kinderboekenweekmotto staat op het omslag.
Dat wordt waargemaakt door
- een interview door Wendy de Graaff met Tosca Menten, auteur van het Kinderboekenweekgeschenk ('Dat grappige past bij mij, ik ben een echte pleaser'),
- een onbevredigende rondgang door Elselien Dijkstra langs diverse verhalen voor kinderen die in verre landen spelen (3 titels van Hans Hagen en dat is het, Elselien? kom, kom) dan wel waarvan de auteur uit verre landen komt, of beter: de vraag waarom die nauwelijks te vinden zijn,
- een artikel door Ann Moens en Inge Umans over de rol van boeken in een schoolklas met 'kinderen uit de hele wereld' (een onthaalklas van de Spectrumschool te Borgerhout),
- de nodige aandacht in de praktische rubriek Boekidee,
- tien verzonnen werelden bijeengeraapt door Richard Thiel, beheerder van Kjoek,
- en een informatief interview door Inger Bos met Agnes Vogt van het Nederlands Letterenfonds over het verkopen van Nederlandse jeugdliteratuur aan buitenlandse uitgevers.
Je zou wensen dat er verwezen kon worden naar de website om Boekidee te downloaden (voor abonnees of tegen betaling), en dat de uitgeverij eens alles op alles zou zetten om ter gelegenheid van de Kinderboekenweek nieuwe abonnees te vinden. Niet dus.
Er zijn er die vinden dat Lezen, het bulletin van Stichting Lezen (zie onder), actueler zou zijn dan Leesgoed. Onbegrijpelijk - behalve voor de afdeling nieuws, want daarvoor moet je sinds twee jaar niet meer bij Leesgoed zijn. Gelukkig hebben we nog altijd Laten lezen, dat wat betreft actualiteit op het gebied van jeugdliteratuur en leesbevordering alle papieren periodieken met gemak verslaat.
Buiten het thema nog een lang interview door hoofdredacteur Karin Kustermans met Michael de Cock, de theatermaker die enkele jaren geleden 'toevallig' begon met schrijven voor kinderen en meteen in de prijzen viel.
'Als ik de eerste hoofdstukken van Rosie en Moussa nu herlees, lijkt het alsof het schrijven geen moeite heeft gekost. Maar dat was elke keer een week werken voor tweeduizend tekens. Eerst schreef ik de ruwe tekst, dan begon ik te schrappen en te polijsten tot er geen woord teveel stond.'
Achterop een advertentie van NBD Biblion, al was het maar om te tonen dat er in Leesgoed geadverteerd kan worden (nog 2 nummers minstens), en voorin de twee pagina's In beeld, deze keer de kleurige beesten van Mattias de Leeuw in Dertien rennende hertjes van Edward van de Vendel.
Lezen, ik noemde het hierboven, is dan volgens mij niet actueler dan Leesgoed, dat maakt het nog niet tot een oninteressant periodiek. Informatief is bijvoorbeeld in het laatste nummer (2012-3) een artikel over leesbevordering in Zweden, lezenswaard zijn ook een interview met Sjoerd Kuyper (winnaar van de Theo Thijssenprijs 2012), een kijkje in het atelier van Tonke Dragt, en meer. Dat gaat, indachtig de 'doorlopende leeslijn' waarmee Stichting Lezen zich heeft geëngageerd, tot en met het artikel 'Van blog tot boek' door Eva Gerrits.
En dan was er nog die suggestie van Joukje Akveld, in Vrij Nederland 3-10-2012, dat auteurs de jeugdliteratuur langzaamaan inruilen voor werk voor volwassen lezers. Voorbeelden die ze noemt: David Almond (de enige anderstalige auteur in haar vertoog), Laura Broekhuysen (schreef overigens maar 1 jongerenroman, Zand erover), Lieneke Dijkzeul, Bibi Dumon Tak (werkt aan Wolfskwint, 'een duik in het "enorme diepe"'), Judith Eiselin, Theo Hoogstraaten, Joke van Leeuwen, Ted van Lieshout, Bart Moeyaert, Francine Oomen, Daan Remmerts de Vries, Carry Slee, Rita Verschuur, Simone van der Vlugt. De jeugdliteratuur voorbij, als het ware.
Wie weet!
Vorig jaar bleken ze al niet van hun publiek te houden. Opnieuw Joukje, ook in Vrij Nederland, zie hier.
Interessant is dat alle auteur duidelijke verschillen noemen. Schrijven voor kinderen is iets anders dan schrijven voor volwassenen, volgens hen. Waarvan akte. Zie ook Jeugdliteratuur bestaat!.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten