Dat je iets over literatuur kan leren, en ook van literatuur wat kan opsteken, dat wist ik, maar de term literarisches lernen bracht me tot peinzen. Leren op literaire wijze? Een docent die fantastisch vertelt?
De term prijkt op de voorkant van JuLit 2-16 en komt vooral voor in één 'Fokus'-artikel daarin: 'Was bleibt? Literarisches Lernen mit Bilderbuch-apps', door Julia Knopf en Kaspar Spinner.
JuLit is het kwartaalblad van de Arbeitskreis für Jugendliteratur, het Dachverband voor alle personen en instellingen die zich in Duitsland met jeugdliteratuur bezighouden: '47 Mitgliedsverbände aus den Bereichen Bibliothek, Bildung, Buchhandel/Verlag und Forschung und rund 200 Einzelpersonen, ausgewiesene Experten der Kinder- und Jugendliteratur'. De AkJ krijgt subsidie van het Bundesministerium für Familie, Senioren, Frauen und Jugend. (Alle andere ministeries zijn voor volwassen mannen in de bloei van hun leven, zou je haast denken.)
Per nummer is er naast allerhande artikelen, interviews en nieuws (geen recensies) een thema, ofwel Fokus, en daar hangen dan drie à vijf artikelen aan, in deze aflevering vier. Hoofdredactrice Kristina Bernd vermijdt de term literarisches lernen, en stipt aan: 'Wir sind umgeben von digitalen Medien, sie sind Bestandteil unseres Alltag. So selbstverständlich Erwachsene damit umgehen, so groß sind häufig die Bedenken, was Kindern zugemutet werden kann. Der Psychotherapeut Georg Milzner sprach unlängst von "digitaler Hysterie"'.
Herkenbaar.
Maar geen van de vier artikelen weerspiegelen iets van die digitale hysterie, of het moeten de zorgen van de literatuurdocent zijn, die Kaspar Spinner weergeeft in het bovengenoemde artikel. In de inleiding van hun artikel, dat verder als dialoog is opgezet (Spinner vraagt, Knops antwoordt), herken ik de wat gewichtige, bezorgde literatuurdocent die ook op conferenties in Nederland en Vlaanderen niet ontbreekt:
'In der Deutschdidaktik der letzten Jahre ist intensiv diskutiert worden, worin literarisches Lernen besteht. Es geht dabei um die Frage, welche Teilfähigkeiten für das Verstehen und Genießen von Literatur wichtig sind und wie sie gefördert werden können. Im Blick ist dabei die Beschäftigung mit gedruckten Texten. Zunehmend gibt es allerdings auch Untersuchungen, die sich auf das literarische Lernen mit digitale Medien beziehen.'
Dat laatste zal de vraag wat literarisches lernen is niet eenvoudiger maken...
Het is de zorg van de docent die 'deelvaardigheden' wil ontwikkelen en vooral bezig is met gedrukte literatuur. Voordracht, theater, film, muziek (gezongen poëzie) blijven ver uit zijn gezichtsveld. Laat staan de 'nieuwe media'. Tja, literarisch lernen met beelden...? Spinner en Knopf houden het op tekst, en beschouwen het beeld als ondersteuning. Ouders, kijk vooral mee met je kind, is hun aanbeveling. Maar met goede Bilderbuch-apps (waarvan ze helaas geen enkel voorbeeld noemen) is best literarisch te lernen.
Hun betoog werd voorafgegaan door een beschouwing door Anja Ballis, die wat cijfers presenteert en daarvoor verwijst naar de KIM-onderzoeken van het Medienpädagogisch Forschungsverbund Südwest. Deze onderzoeken zijn te downloaden. Waarvoor KIM staat, daar kwam ik niet zo gauw achter, maar ik vermoed dat K voor Kinder staat en M voor Medien. (Te meer daar er ook Jim-onderzoeken zijn.)
De tijd die zes- tot dertienjarigen aan de nieuwe media besteden neemt toe, maar ze blijven boeken lezen, al blijken drie van de tien meest gelezen titels 'eng an Verfilmungen gekoppelt', zodat de (niet specifiek nieuwe maar wel beeld-) media hier dus ook een grote rol spelen.
De twee andere 'Fokus'-artikelen beschrijven resp. een voorbeeld van een app (Monzter, zie ook de trailer) en een project met door kinderen gemaakte e-boeken.
JuLit 2-16. ISSN 0938-202X. € 32,50 per jaar, incl. btw en verzendkosten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten