... als ze einde verhaal de bergen van Oostenrijk zien? Aan de lezer om de op de voorkant afgebeelde steen, een meteoriet, te laten vallen - of niet. Einde verhaal...
Gerwin van der Werf won met dit verhaal over drie op drift rakende tieners de door de CPNB uitgeschreven wedstrijd en daardoor werd het het Boekenweekgeschenk 2025. Het zijn Eden, verteller, en haar broers Johnny en Benji en het duurt een dag.
Edens stijl doet denken aan die van Holden Caulfield in The Cather in the Rye van J.D. Salinger, zo ongeveer de oerversie van alle jongerenverhalen. Ook het open eind doet eraan denken. Nou ja, open... je zou in dit einde kunnen lezen dat de drie zich kalmpjes te pletter laten rijden en dat is net wat somberder dan hoe The Catcher in the Rye eindigt. Niet voor niets staat op de bladzijde ná het einde het noodnummer 113 vermeld en hebben ze het even daarvoor over hoe ze een eind aan hun leven zouden maken als ze dat zouden willen. Maar ja, dan zou dit verhaal niet verteld kunnen zijn, volgens eigen innerlijke logica.
Anders dan Holden is Eden zich er namelijk van bewust dat ze achteraf schrijft, zie ook p. 51:
Let wel, ik schrijf dit allemaal achteraf op, hè, Ik zat vol goede hoop, en van die stomme hoop werd steeds een plakje afgeschaafd.
Dus ik houd het toch maar op een open einde.
Ze wil het niet, schrijven, maar toch.
Ik wil helemaal niet schrijven, schrijven is vreselijk, ik schrijf omdat ik bang ben, ik denk dat iedereen die schrijft dat doet omdat hij ban is, bang om verkeerd begrepen te worden. Waar ik bang voor ben? Dat weet ik zelf niet eens, ja, ik ben bang voor Benji, voor wat hij kan aanrichten, voor de krater die hij kan slaan. Misschien is die krater er allang, misschien probeer ik al schrijvend te bewaren wat ik al kwijt ben. Van het woord 'misschien' word ik ook nog een keer gek.
Dat is op p. 34.
Benji hangt al twee jaar op zijn kamer en gaat zo min mogelijk de deur uit. Hij leest en weet alles over het heelal en leeft van Dorito's. Johnny werkt als monteur en leeft voor zijn oude rode Golf. Moeder heeft het druk met zichzelf en haar nieuwe liefde Joep, die eerst haar personal coach was. Joepiedepoepie noemt Johnny hem. Vader is dood, zelfmoord.
Om Benji te redden verzint Eden dat ze naar een krater van een ingeslagen meteoriet in Duitsland gaan, met Johnny als chauffeur en wat geld dat ze opneemt van moeders rekening. Die krater vinden ze maar verder loopt alles net wat anders dan ze in gedachten had. Ze komen elkaar behoorlijk tegen, om dat cliché hier maar eens vol in te zetten.
Nog een citaatje (p. 77):
'Benji lijkt een beetje op ons allebei,' zei Johnny, een beetje uit het niets omdat we alweer een tijdje zaten te dromen.
'Hoezo?'
Johnny draaide de rugleuning van zijn stoel nog wat verder naar achteren, nu leek het alsof hij in een tandartsstoel zat.
'Dat hij allemaal van die dingen weet, en nádenkt over allerlei shit, dat heeft hij van jou. Dat hij alles kut vindt en het liefst niks doet en zo, dat heeft hij van mij.'
Dat is op een momentje dat ze hun jonge broer Benji even kwijt zijn, maar voor ze echt in paniek kunnen raken is hij weer terug - met een stuk sueviet. Johnny doet het achterin de auto, bij het verkeersbord METEORKRATER-MUSEUM 2 KM. Hij verzamelt namelijk verkeersborden, hetgeen hem (en dus hen) op hun trip twee keer in problemen brengt. En die neiging hangt dan weer samen met de dood van hun vader. Als lezer krijgen we wel een beeld van de geschiedenis van onze drie ontredderde helden.
Prachtig verhaal, en wat interessant dat het als boekenweekgeschenk voor volwassenen is verschenen. Fijne puzzel voor wie verhalen graag indeelt in categorieën. Ik houd het erop dat het geschikt is voor lezers van twaalf en ouder.
Werf, Gerwin van der. De krater. CPNB, 2025. ISBN 978 94 6503 900 8, 96 p.
NB. Die krater bestaat echt: de Nördlinger Ries.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten