Zoeken in deze blog

dinsdag 21 januari 2014

U of jij 2

Mag ik jou rondleiden? Neem een kijkje in ons kantoor
Mijn naam is Merel. Sinds een jaar ben ik Content Marketeer bij Verzekeruzelf.nl. Dat betekent dat ik onder andere verantwoordelijk ben voor de inhoud van deze nieuwsbrief, de blogs, het e-zine en de teksten op de website. Samen met mijn hondje Ties stap ik elke ochtend binnen in ons vrolijke kantoor. Nu denk je misschien: Vrolijk? Hond op kantoor? Je werkt toch bij een verzekeraar? Dat klopt! Maar wel bij een bijzondere. Daarom leid ik je graag rond door ons pand en vertel ik je meer over Verzekeruzelf.nl.  ' (E-bericht d.d. 8-11-2013)

Kijk, weer zo'n vertrouwelijk aandoende reclamebericht. Ben ik Merels vriendje?

Maar er is niets aan te doen. Je rukt op, u blijft achter. Ook mijn nieuwe zorgverzekeraar spreekt me soms met je aan, echter in de twee laatste e-berichten weer met u. Beleidswijziging?
Lotte Schouten en Noortje Pellikaan (Gans&Veer) pleitten in de Volkskrant 21-1-2014 voor  het 'in ere herstellen' van 'het woordje u"'. Zij vinden het toenemend tutoyeren een blijk van 'steeds verdergaande respectloze omgang in de samenleving' en van onbeleefdheid.
Dit soort pleidooien lijkt me tamelijk kansloos en hun pleidooi helemaal. Ten eerste suggereert de argumentatie dat Engelstaligen geen beleefdheid zouden kennen, hun medemensen niet met respect zouden kunnen bejegenen. (En met hen iedereen die een taal spreekt met slechts één aanspreekvorm voor een ander.) Ten tweede mengen ze het met een pleidooi voor de handdruk in plaats van de 'Brabantse drieklapper', de groetzoen. Sympathiek, maar twee pleidooien mengen werkt zelden.
Die suggestie, overigens, zou weersproken kunnen worden. Want Engelstaligen kennen nu eenmaal tegenwoordig slechts één aanspreekvorm. (Thou en thee zijn enkel nog in ouderwetse teksten te vinden, met ongeveer dezelfde gevoelswaarde als gij in het Noord-Nederlands.) Maar waar nog een keuze is, heeft die keuze betekenis.

Dat je oprukt heeft volgens mij vooral met reclametaal te maken. Reclamemakers scheppen graag de illusie van vertrouwelijkheid, van gemeenzaamheid. Ze vinden u lastig, afstandelijk, ze houden er niet van als u van een afstand kritisch kijkt en luistert naar hun poging om u iets te verkopen. Ze denken dat het makkelijker is om jou iets te verkopen dan u.
Ze spelen daarbij ook in op de onzekerheid van mensen die te wankel in het leven staan om kritische afstand te bewaren en te waarderen en zich pas senang voelen onder familie, vrienden of in de voetbalkantine, die zich liever wij voelen als ik. Als je ons telefoontje of vest hebt, dan hoor je er helemaal bij!
Niet alleen reclamemakers spreken graag juist die mensen aan, ook makers van tv- en radioprogramma's. Ze denken dat ze daar de gretigste kijkers en luisteraars vinden. Voor tv- en radiostations die hun inkomsten alleen uit reclame halen, geldt dat dubbel. Na de reclamemakers zijn het journalisten die je doen oprukken. En was dat eerst alleen in gezellige familieprogramma's en interviews met sporters (voetballers!), je duikt met Powned en vergelijkbare omroepen ook op in interviews met bestuurders, volksvertegenwoordigers en andere gezagsdragers.
En daar scoren Lotte Schouten en Noortje Pellikaan een punt, lijkt me. Als een type als Rutger Castricum je aanspreekt, dan weet je dat-ie allerminste de bedoeling heeft respect te tonen of beleefd te zijn.
U bent gewaarschuwd.

Zie ook U of jij 1 (29-10-2013).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten