Zoeken in deze blog

maandag 12 april 2021

'Een gemankeerde antiquaar'

In SGKJ-Berichten nr. 99 (voorjaar 2021) staat een lezenswaardig interview met emeritus-hoogleraar Piet Buijnsters door Bea Ros. Het interview is overgenomen uit de website Radboud Erfgoed van de Radboud Universiteit.

SGKJ-Berichten is het gedrukte (maar ook online te lezen) orgaan van de Stichting Geschiedenis Kinder- en Jeugdliteratuur en waarmee die zich bezighoudt is al in de naam gegeven, al blijft het veronderstelde onderscheid tussen kinder- en jeugdliteratuur rijkelijk vaag, nog vager dan dat tussen jeugdliteratuur en volwassenenliteratuur. De club is springlevend en organiseert o.a. twee keer per jaar een excursie of/en studiebijeenkomst, al heeft het coronavirus SARS-CoV-2 daar even een hindernis voor opgeworpen. Onder de begunstigers vindt men zowel antiquaars als onderzoekers.
Wie Nederlands als moedertaal heeft en zich interesseert voor de geschiedenis van kinderboeken, raad ik van harte aan zich aan te sluiten bij de SGKJ.

In de Berichten is doorgaans van alles te vinden over oude kinderboeken en verzamelaars of onderzoekers van jeugdliteratuur en in de persoon van Piet Buijnsters komt dat mooi bij elkaar. Deze specialist 18e- en 19e-eeuwse letterkunde heeft grote belangstelling voor de jeugdliteratuur uit die periode en verzamelt graag, o.a. oude kinderboeken, maar ook stuiversromannetjes als bijvoorbeeld Berigt omtrent het leven, het karakter en de laatste godsdienst-aandoeningen der beruchte vergiftigster Hester Rebekka Nepping, het soort geschriftjes dat hij zelf 'schurkenlevens' noemt, en tegenwoordig overigens alleen maar 'zestiende-eeuwse grafiek'. 
Uit het interview blijkt dat zijn huis propvol boeken staat. De interviewer krijgt vanwege corona geen rondleiding, maar 'Overal staan boeken, verzekert Buijnsters me. "Alleen op de wc niet."' Zijn vrouw, Leontine Buijnsters-Smet, deelt zijn belangstelling. Samen schreven ze Bibliografie van Nederlandse school- en kinderboeken 1700-1800 (1979), Lust en leering. Geschiedenis van het Nederlandse kinderboek in de negentiende eeuw (2001) en Papertoys. Speelprenten en papieren speelgoed in Nederland (1640-1920) (2005).

Zijn vrouw komt niet aan het woord, maar Piet Buijnsters, die zichzelf op een gegeven moment 'een gemankeerde antiquaar' noemt, lijkt me een onderhoudende verteller. Bea Ros weet in ieder geval smakelijk weer te geven hoe hij vertelt over een van zijn grote helden, de verzamelaar ('boekenjager'), Michel Buisman:

Veel van mijn collega's dachten dat hij allang dood was en schreven over 'wijlen' M. Buisman. Maar ik bezocht hem elke maand in zijn villa in Ede. Alleen, want hij was vrijgezel en bepaald niet gesteld op vrouwen. Hij woonde in een kast van een huis, helemaal vol boeken. Buisman zat daar innig vergenoegd tussen. Hij had nooit meer dan een kwartje voor een boek betaald.
Ik vroeg hem wel eens of ik er een paar mocht overnemen. Maar meer dan één tegelijk wilde hij nooit kwijt en ik moest daarna ook altijd meteen weggaan. Na jaren zei ik: meneer Buisman, er werd nooit getutoyeerd, dat snapt u wel, 'meneer  Buisman, die boeken van u, waar gaan die straks naartoe? Ik ben erin geïnteresseerd.'
Toen hij is overleden, werd ik opgebeld door de notaris. Alles overnemen kon niet, dan had ik er twee huizen bij moeten kopen. Maar ik ben er met mijn Opel Record naartoe gereden en ik heb die helemaal volgeladen. De rest is op een veiling verkocht. Ik heb ook de hele correspondentie van Buisman gekregen. Daar zaten nog briefjes bij van leerlingen nadat hij een ongeluk met de tram had gekregen. 'Lieve meester, hoe gaat het nu met uw been?'



 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten