Zoeken in deze blog

zaterdag 2 oktober 2021

Derde persoon

Vaak wijs ik er in recensies op dat er soms iets mis lijkt met de verteller in een verhaal, met name als die verteller een kind is. Zo'n verteller drukt zich welsprekend uit, terwijl dat niet past bij zijn of haar leeftijd en karakter.
Was dan ook blij toen ik het volgende tegenkwam in een interview door Hans Bouman met Jonathan Frantzen in de Volkskrant 2-10-2021:

Ik ben van mening dat je dichter bij een personage komt wanneer die in de derde persoon tot je komt, dan via de ik-vorm. In de regel schept de eerste persoon juist afstand, omdat er verwarring bestaat tussen auteur en personage. In de derde persoon is het duidelijk: er is een auteur, maar die is totaal onzichtbaar, dus word je als lezer op een directe wijze in contact gebracht met het bewustzijn van iemand anders. Ik denk dat vertellen in de derde persoon een van de geweldigste artistieke uitvindingen is in de geschiedenis van de mensheid.
 
Zou graag willen weten wat Jonathan Frantzen echt zei of schreef, want dit is natuurlijk een vertaling door Hans Bouman. 
Toch steunt het me in mijn idee dat auteurs van jeugdliteratuur te vaak kiezen voor een vertellend hoofdpersonage in plaats van een anonieme verteller.
Of dat 'vertellen in de derde persoon een van de geweldigste artistieke uitvindingen in de geschiedenis van de mensheid' is, ach, dat vind ik wat overdreven. Maar helaas gaat de interviewer daarop niet in.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten