De reeks 'Very Short Introductions' van Oxford University Press is een groot succes, met nu ruim 700 gunstig beoordeelde titels van Abolitionism tot Zionism, en daarom bedacht OUP een aftakking: 'Very Short Introductions for Curious Young Minds', waarvan er nu 10 zijn verschenen.
Vertalingen daarvan verschenen bij Gottmer, tot nu toe vier, onder de mooie beknopte reeksnaam 'Spoedcursus meesterbrein'. Ik had er twee ter bespreking aangevraagd en concludeerde: die meesterbreinen moeten dan wel 10 en ouder zijn, met een behoorlijke leesvaardigheid. De boekjes hebben een harde band, zijn klein (22x13 cm) en stevig, en tellen standaard 96 p.
Het was een veeg teken, vond ik, dat de auteursnaam ontbreekt op de voorkant, maar kennelijk was er door de wat drukke vormgeving geen plaats voor. Op de achterkant en de titelpagina staan gelukkig zowel de naam van de auteur als die van de vertaler en de adviseur, al ontbreekt daar dan weer de ondertitel. 'Geschreven door topexperts' staat er ook nog achterop.
Die drukke vormgeving vind je ook in het boek. Korte teksten, veel spreekballonnen, veel beeld.
Toch is er plaats gemaakt voor een inhoudsopgave, een woordenlijst en een register, en op de voorste schutbladen een tijdlijn. (De achterste schutbladen presenteren de andere deeltjes van de reeks.)
Dit geldt voor beide titels.
Het hoe en waarom van klimaatverandering ... en wat doen we eraan? van Clive Gifford en vertaald door Marc ter Horst laat er geen gras over groeien. Er is iets aan de hand, geen ruimte voor kop-in-het-zand-stekerij (zie ook p. 72/73). De tijdlijn ...
...start met de uitvinding van de stoommachine in 1712 en eindigt in 2030, 'streefdatum waarop landen hun uitstoot flink beperkt moeten hebben'.
Clifford legt eerst iets uit over het klimaat:
Heel verstandig om er op te wijzen dat onze aarde al heel wat flinke veranderingen heeft gehad, maar dat die de laatste tweehonderd jaar wel heel snel gaan, all ontbreekt helaas de bekende hockeystick-curve.
Klimaat, atmosfeer, wat broeikasgassen zijn, het wordt allemaal helder uitgelegd.
Er is, vind ik, ook wel een juiste balans tussen somberte en zorg enerzijds en anderzijds hoop en uitzicht op gunstige ontwikkelingen, met aandacht voor (hoofdstuk 7) 'Wat kan ik zelf doen?' 'Juist' wil wat mij betreft niet zeggen realistisch, maar kom op, mijn scepsis wil ik niet terugvinden in boeken 'for curious young minds'. Dat de mensheid er ondanks wat lichtpuntjes een grote zooi van maakt en nog barre tijden tegemoet gaat kunnen ze altijd nog ontdekken.
Hier nog iets moois over kop-in-het-zand-stekerij:
De geheimen van het universum ... en onze plek in de ruimte van Mike Goldsmith en vertaald door Jan Paul Schutten is wat minder verontrustend want letterlijk meer een ver-van-mijn-bed-show.
Ook hier een tijdlijn:
De tijdlijn begint bij Copernicus, maar gelukkig vermeldt Mike Goldsmith wel dat 'de oude Grieken' (p. 11) ook al wisten dat de aarde om de zon draait en niet andersom. Zeer belangrijk, want daarmee zijn wij niet het middelpunt van al wat bestaat. Dat dit voor sommige mensen onverteerbaar was en misschien nog is, werkt Goldsmith niet uit, begrijpelijk want compactheid kenmerkt de reeks, maar wel jammer.
Ook een piepklein missertje is dat op p. 17 na de ontdekkingen van Johannes Kepler 'de volgende vraag was niet hoe de planeten bewegen, maar waaróm ze zo bewegen. En daar was meer kennis voor nodig. Gelukkig begon toen het tijdperk van de moderne wetenschap.'
Die 'volgende vraag' was natuurlijk waardoor ze zo bewegen. Waarom alles is zoals het is, die vraag is nog niet eenduidig beantwoord en dat gebeurt vermoedelijk ook nooit. En volgens mij was Johannes Kepler een echte onderzoeker, die dus al bezig met was met 'moderne wetenschap'. Wat er gelukkig is aan de moderne wetenschap, goede vraag die in dit boekje ook niet wordt beantwoord. Een wijs antwoord zou kunnen zijn: gelukkig leert de wetenschap ons dat niet alles voor altijd vaststaat.
Toevallig kwam ik dezer dagen in een dagblad een citaat uit 1995 tegen van de natuurkundige Martin Veltman (zie ook hier):
Astronomen weten niets van gravitatie. Eén ding kunnen ze echter fantastisch: plaatjes maken. Wat ze daarop zien weten ze ook niet echt, maar dat laten ze niet merken.
Ik dwaal af.
Terug
naar dit boekje. Hoe beknopt ook, er staat heel veel in. Zwaartekracht
en zwaartekrachtgolven, Einstein, straling en kosmische achtergrondstraling,
elektromagnetisch spectrum, spectroscopie, spiraalnevels, zes soorten sterrenstelsels, clusters, zwarte gaten, het
mogelijke ontstaan van het heelal in een oerknal, donkere materie, de hele mikmak. En nog helder
uitgelegd ook.
En dat Goldsmith erop wijst dat we vooral veel (nog) niet weten, wat Veltman genoegen zou hebben gedaan.
Fijne reeks, die 'Spoedcursus meesterbrein'.
Gifford, Clive, met advies van Dr. Angela Minas. Het hoe en waarom van klimaatverandering. Vertaald door Marc ter Horst. Gottmer, 2023. ISBN 978 90 257 7726 5, 96 p. Oorspr.: The Causes and Impact of Climate Change, OUP, 2022.
Goldsmith, Mike, Dr., met advies van Sunny Vagnozzi. De geheimen van het uniiversum. Vertaald door Jan Paul Schutten. Gottmer, 2023. ISBN 978 90 7725 8, 96 p. Oorspr.: The Secrets of the Universe, OUP, 2022.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten