Voor veel ouders is het dagelijkse routine: zet de kinderen voor de tv. Even rust. Officieel zou je mee moeten kijken, dan weet je wat ze zien en horen en kun je erover praten. Dat was in 2013 al het advies van media-hoogleraar Peter Nikken, toen van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Zijn advies: kijk met mate en weet wat kinderen zien. Dat was toen games en zo nog maar net in opmars waren, en TikTok nog niet bestond, weet je nog?
Het komt er niet altijd van, dat meekijken en zo. Laat staan erover praten.
In de kinderopvang deed de tv ook zijn entree, en voor de medewerkers gold bovenvermeld advies natuurlijk ook. Al snel ontwikkelde zich een bescheiden bedrijvigheid voor het maken van tv-uitzendingen voor de kleinste kinderen.
Daar heeft zich een relatief nieuw fenomeen bijgevoegd: online prentenboeken. Zoals bijvoorbeeld dit. Verdringt dat het aloude voorlezen?
Daar is in Nederland onderzoek naar gedaan door medewerkers van Erasmus Universiteit, in opdracht van Stichting Lezen en de Koninklijke Bibliotheek: Gebruik van en ervaringen met digitale prentenboeken in de kinderopvang berust op een online enquête, ingevuld door 301 pedagogisch medewerkers en locatiemanagers, en tien 'verdiepende interviews'.
Ik citeer het persbericht (d.d. 13-6-3034):
Van de instellingen die anno 2022 aangeven digitale prentenboeken aan te bieden, doet bijna de helft dit ten minste wekelijks. Instellingen die geen digitale prentenboeken aanbieden, geven aan dat dit komt doordat ze er geen ervaring mee hebben, of niet beschikken over de benodigde apparatuur en boeken.
Het digitale prentenboek is blijkens het onderzoek vooral in trek om de taalontwikkeling en het leesplezier te stimuleren. Pedagogisch medewerkers zetten de digitale versie vaak in ter ondersteuning van het papieren prentenboek: de herhaling zorgt ervoor dat het taalaanbod beklijft. Hoewel driekwart van de pedagogisch medewerkers positief oordeelt over digitale prentenboeken, geven negen op de tien aan vaker papieren prentenboeken te gebruiken. Dit komt doordat ze het schermgebruik op deze leeftijd willen beperken, en positievere effecten verwachten van papieren prentenboeken op de leesmotivatie op latere leeftijd.
De voorkeur voor papier hangt mogelijk samen met een ander aspect: interactie. Zeven op de tien pedagogisch medewerkers zeggen bij het voorlezen van een digitaal prentenboek minder interactie te hebben met de kinderen dan bij een papieren prentenboek. Dit komt vooral doordat het noodzakelijk is om het afspelen van het boek tijdelijk te stoppen. Pedagogisch medewerkers vinden het moeilijk om geschikte pauzemomenten te kiezen. Hierbij speelt ook dat ze de concentratie en onderdompeling van kinderen in het verhaal niet willen verstoren.
De voorkeur voor papier hangt mogelijk samen met een ander aspect: interactie. Zeven op de tien pedagogisch medewerkers zeggen bij het voorlezen van een digitaal prentenboek minder interactie te hebben met de kinderen dan bij een papieren prentenboek. Dit komt vooral doordat het noodzakelijk is om het afspelen van het boek tijdelijk te stoppen. Pedagogisch medewerkers vinden het moeilijk om geschikte pauzemomenten te kiezen. Hierbij speelt ook dat ze de concentratie en onderdompeling van kinderen in het verhaal niet willen verstoren.
Waarvan akte. Het valt dus nogal mee met die verdringing, als we mogen afgaan op deze bevindingen.
En lief dat ze de 'concentratie en onderdompeling van kinderen in het verhaal niet willen verstoren' - al doet me dat op de een of andere manier denken aan die ouders die tijdens het koken hun kinderen voor de tv zetten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten