Onlangs met veel genoegen De rode prinses van Paul Biegel herlezen.
Nou ja, herlezen, de eerste keer was wel erg lang geleden, namelijk 1987, dus veertig jaar geleden. Goed dat uitgeverij Leopold (deel van WPG Media) weer boeken van Paul Biegel (1925-2006) uitbrengt en zelfs een complete website aan hem heeft gepubliceerd. Kennelijk heeft Leopold de rechten overgenomen van uitgeverij Holland, die Biegels boeken uitgaf en inmiddels niet meer bestaat.
Paul Biegel heeft een zeer eigen stijl van vertellen. Alsof de verteller op het puntje van een stoel voorop het podium zit en een grote schare luisteraars aanspreekt, ervoor zorgend dat iedereen erbij blijft, vooral de kinderen. Hij plukt onverwachte wendingen en beeldspraak zo uit de lucht als dat hem uitkomt en is niet te beroerd om hier en daar wat te overdrijven, wat taalgrapjes te maken en levendige dialogen in te lassen. Men moet aan vertellers lippen gekluisterd blijven, vanaf het begin...
Het hele volk liep uit, want niemand had ooit de Rode Prinses gezien.
... tot aan het eind.
Toen sloot ze de deur, draaide de drie sleutels om en werd koningin.
Die eerste alinea ga ik even verder citeren, want die toont al heel wat vertelkunst.
Het hele volk liep uit, want niemand had ooit de Rode Prinses gezien. Tot haar twaalfde verjaardag was ze achter de muren van het Witte-Torenpaleis opgegroeid en had ze zelf ook nooit iemand anders gezien dan haar moeder de koningin, haar vader de koning, haar grootmoeder de oude koningin-moeder, twee hofdames en drie lakeien. De twee hofdames waren lang en mager, mevrouw Laula en mevrouw Paula heetten ze, en ze leerden de Rode Prinses rekenen en schrijven en waar de hoofdstad lag. 'Dat is hier,' zeiden ze, en ze tikten met de aanwijsstok op de grond. 'Hier, waar wij wonen, is de hoofdstad. Onthoudt U het goed.'
De Rode Prinses onthield het goed: waar zij was, was de hoofdstad.
Lees die laatste zinnen nog eens.
'Dat is hier,' zeiden ze, en ze tikten met de aanwijsstok op de grond. 'Hier, waar wij wonen, is de hoofdstad. Onthoudt U het goed.'
De Rode Prinses onthield het goed: waar zij was, was de hoofdstad.
Dit is typisch zo'n Biegeliaans grapje, dat tegelijk tekenend is voor de personages. Niet dat die hoofdstad er verder veel toe doet, maar onze prinses blijft wel koninklijk, waar ze ook is. Ze spreekt in de pluralis majestatis ('Wij wensen rover te worden') en stampt met haar voet als ze haar zin niet krijgt.
'Waar is het damast?' riep de prinses. ' En Wij willen geen kikkersoep!'
'Maar het is hutspot!' zeiden de rovers. 'Met een half schaap erin.'
Nog een staaltje Biegeliaans:
De luitenant marcheerde naar zijn paard en de oude koningin-grootmoeder besteeg de torentrap van het paleis naar de hoogste kamer, waar ze haar geheime verrekijker had staan. Ze kon er het hele rijk mee overzien, met één dichtgeknepen oog, en ze zag de luitenant weggalopperen, voorovergebogen op zijn paard en half staande in de stijgbeugels zodat zijn kromme achterwerk zeer onwelvoeglijk en zeer vergroot in haar kijker verscheen.
Dat ene dichtgeknepen oog! Het hele rijk!
OK, nog eentje.
De dames Laula en Paula werden met vlugzout bijgebracht, in bad gedaan, in schone kleren gehesen en ze kregen hete soep. Tussen de happen door vertelden ze hun verhaal. Verschrikkelijk, wat waren ze door elkaar geschud tijdens de rit. Dat ze nog leefden, dat niet al hun ribben gebroken waren, dat hun neus niet was platgedrukt, hun benen niet in de knoop waren geraakt, dat was een wonder.
Heerlijke overdrijving. Je zou als luisteraar haast vergeten te vragen wat vlugzout is.
Zo zou ik wel door kunnen gaan.
En ik zou het verhaal kunnen samenvatten.
Doe ik niet. Lees het zelf maar. (En als je daar geen zin in hebt, hier een samenvatting.)
En vergeet niet de fraaie illustraties van Charlotte Dematons te bewonderen, gepast karikaturaal.
Biegel, Paul. De rode prinses. Ills. Charlotte Dematons. Gottmer, 2023. ISBN 978 90 257 7389 2, 144 p. 1e uitgave: 1987, Holland, ills. Carl Hollander.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten