Zoeken in deze blog

dinsdag 25 november 2025

De mens is een schaamluis, ofwel, moedig zijwaarts

Jawel, een nieuw boek van Midas Dekkers. Altijd goed voor prettige uurtjes lezen. Nee, het heet niet 'De mens is een schaamluis', dat is slechts een zinnetje uit het boek, de titel is Het menselijk tekort. Dat de mens een schaamluis zou zijn, is eerder iets menselijks dan een tekort. Volgens Midas zijn wij de enige beesten die kunnen blozen.
De voorkant van het boek toont het schilderij 'De Zondeval' van Cornelis Cornelisz. van Haarlem en dat zegt al iets. Midas Dekkers wijdt een heel hoofdstuk aan de zondeval. Niet alleen Midas Dekkers vindt ons onvolmaakt, God kennelijk ook, met Midas' instemming.
De eerste zin van de inleiding luidt:
 
Je zult maar mens zijn.
 
Ach, het overkomt ons allemaal, zou ik zeggen. Hij is niet bitter hoor, nog op dezelfde bladzijde heet het:
 
Juist in zijn gebreken schuilt de aardigheid van de mens.
 
Dat kunnen wij onvolmaakte lezers alleen maar beamen. En niets zo irritant als iemand die zich volmaakt waant.
Midas Dekkers is overigens geen gelovige, maar wel gelovig opgevoed, in een rooms-katholiek gezin. Dat zou kunnen verklaren dat hij toch redelijk veel uit de Bijbel citeert. En dat Midas er toch veel aan gelegen is om te tonen hoe onvolmaakt de schepping is, die dan ook eerder het werk is van dna-strengetjes dan van goden, en ook nog steeds doorgaat. Bij het werk van die dna-strengetjes mislukt wel eens wat, vandaar.
 
Hij heeft zijn vertoog in zeven hoofdstukken ingedeeld en dat wekt de suggestie van ordening. En ja, de start van ieder hoofdstuk past bij de titel, maar soms slaat onze causeur opgewekt een aanlokkelijke zijweg in, en nog een, en hij eindigt dan na zulke omwegen met een alinea die klinkt als een klok maar met de hoofdstuktitel alleen in de verte nog van doen heeft.
Het eerste hoofdstuk, 'Hecht en weldoortimmerd', begint met het thema volmaaktheid, wat nog aardig past, en eindigt na vele onderhoudende omwegen, onder meer over het paradijs, met het volmaakte geluk. Dat is moeilijk te bereiken.
 
Als er iets verandert, zijn het de tijden wel. Tijd is de grootste vijand van de volmaaktheid. Je krijgt de tijd niet om je eens echt goed aan te passen. Anders deed je gewoon een stapje in de goede richting en dan nog een. Stapje voor stapje zou je steeds dichter bij de volmaaktheid komen. Maar halverwege zijn de omstandigheden alweer ten halve of ten hele gedraaid. Dezelfde tijd die je aanpassing mogelijk maakte, maakt ze nu weer ongedaan. Zo blijf je bezig.
't Is jammer, maar het zij zo. Dan worden we maar niet gelukkig. Geluk is immers niets anders dan goed te zijn aangepast. De vis is gelukkig in zijn water, de vogel in zijn lucht. En de mens? Die is aangepast aan een savanne van honderdduizend jaar geleden. Daar heb je weinig aan in het hier en nu. Tot je weer eens in je tuintje bent, hangend op de spade, een beetje in de verte starend, zomaar, naar een horizon zonder punt.

Dit citaat is ook een aardig staaltje van Midas' stijl. Korte, bondige zinnetjes, niet teveel moeilijke woorden, soms een treffend citaat. Het lijkt soms een aaneenschakeling van aforismen: 'Tijd is de grootste vijand van de volmaaktheid.' 'Geluk is niets anders dan goed te zijn aangepast.' 'De mens is aangepast aan een savanne van honderdduizend jaar geleden. Daar heb je weinig aan in het hier en nu.' 'De vis is gelukkig in zijn water, de vogel in zijn lucht.' Of, even verderop (p. 171, hoofdstuk 5, 'Goed fout'): 'Vroeger was alles beter. Beter dan nu. Gelukkig is er veel meer vroeger dan nu, dus dat het slechter gaat is pas sinds kort. Het is een hele troost een verleden te hebben.' 'Het verleden lacht ons na, de toekomst lacht ons toe.' Enzovoort. 
Sommige zouden zó op een blaadje van een scheurkalender kunnen. Iedere dag een blaadje Midas scheuren op de wc. Even tot je door laten dringen, knikken, doorspoelen en gesterkt over tot de orde van de dag. Een inleiding en zeven hoofdstukken verdelen in 365 puntige teksten, het moet met dit boek te doen zijn. 
Is misschien ook een geschikt tempo, want van in-één-adem-uit was wat mij betreft geen sprake. Het is echt een boek om soms even weg te leggen, ook als je allang overtuigd was van het tekortschieten van de mens en de inhoud dus met instemming tot je neemt, zoals uw oude recensent.
 
Vooruit, nog een citaat, met verwijzing naar de Bijbel (p. 204).
 
Al ons geploeter, niets dan ijdelheid. Laat maar, zegt de Prediker, niet doen, blijf zitten waar je zit. Mocht er al iets veranderen, beter wordt het er niet op.
Daar kon ik mistroostig van worden. Dan nam ik de tram. Lijn 10. Daarmee kwam je in Amsterdam over het Weteringcircuit. Daar was de boekwinkel van Ton Schimmelpenninck. Die hield van Gerard Reve. Gerard Reve had ook talent voor mistroostigheid. Zijn brieven getuigen er ten overvloede van. Toch ondertekende hij ze - je moet toch wat - met de leuze 'Moedig voorwaarts!', later aangevuld tot 'Moedig voorwaarts! Maar waarheen?'
Ik hoopte altijd dat Ton Schimmelpenninck zijn zonnescherm uit had. Daarop stonden de enige twee woorden die mij troosten konden:
 
Moedig zijwaarts
 
Daarvan had zelfs de Prediker niet teruggehad. 
 
Moedig zijwaarts. Dat was geen slechte titel geweest voor dit boek. Maar ja, zo'n titel bestaat al. Van Ton Schimmelpenninck, inderdaad.
 
De literatuuropgave achterin met ruim 140 titels is dan toch nog een verrassing. Midas Dekkers citeert uit onverdachte bronnen en weet als bioloog waarover hij het heeft, dat zij dan nog even vermeld. Hij verzint geen feiten, zoals sommige politici, maar trekt wel zijn geheel eigen conclusies. Die zijn zeer navolgbaar, al gaat hij hier en daar wat cabaretesk door de bocht en galoppeert er hier en daar een stokpaardje voorbij.
 
Kortom: een zeer onderhoudend vertoog, dat ook nog eens tot nadenken stemt.
 
 
Dekkers,  Midas. Het menselijk tekort. Atlas Contact, 2025. ISBN 978 90 450 5252 6, 296 p.   
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten