De Britse auteur Julia Donaldson wil niet dat er van haar The Gruffalo een e-boek wordt gemaakt. 'I actually really don't like it for children's books. I think there are lots of pros to ebooks but I don't feel we have to be controlled by technology and I don't feel we should say, "Oh, that's the way things are going, that's the future, let's do it." I think it would be great if there were lots of ebooks but there were also quite a lot of titles not available as ebooks. I feel if everyone just says yes to there being an ebook of everything, there is a danger they could take over.' Aldus Donaldson in een telefoongesprek met Susanna Rustin van The Guardian (25-3).
Meer hierover op Villa Kakelbont en Leesplein.
Gruffalo.
Zie in dit blog ook eerdere berichten over Digitale kinderboeken, Modelcontract (in dat contract ook artikelen over digitaal uitgeven), Kinderen willen e-boeken, en Alle kinderen een e-boek?.
Dit blog meandert uit over allerlei zaken die (soms wat losjes) met lezen en schrijven te maken hebben. Rode draad: jeugdliteratuur verdient aandacht.
Zoeken in deze blog
donderdag 31 maart 2011
dinsdag 29 maart 2011
Shaun Tan winnaar Astrid Lindgren Memorial Award
Als logisch vervolg op voorgaand bericht: zojuist werd bekend dat de Astrid Lindgren Memorial Award 2011 wordt toegekend aan Shaun Tan.
De prijs levert hem naast eer en roem SEK 5.000.000,- op, ofwel zo'n € 540.000,-.
Voor meer info over Shaun Tan zie o.a. Leesplein.
Bologna
Gisteren, maandag 28 maart, startte de grootste internationale kinderboekenbeurs, die van Bologna. Voor de tweede keer op rij zal ik er niet bij zijn. De herinneringen komen terug: deze beurs is de plek bij uitstek om kinderboekmensen uit andere landen te ontmoeten.
Bologna is in de eerste plaats een handelsbeurs. Uitgevers maken afspraken met uitgevers om over de aankoop van vertaal- en publicatierechten te onderhandelen. In de niche waarin ik actief was, het uitgeven van non-fictie voor kinderen, was dat een relatief gemoedelijke zaak. Er werd zelden tegen elkaar opgeboden, de contacten met buitenlandse uitgeverijen waren hartelijk. Op andere gebieden ging en gaat het soms feller aan toe. Om hun fonds extra luister te verlenen, nemen uitgevers soms hun auteurs en illustratoren mee. Als er belangrijke contracten worden getekend, levert dat een persbericht op, dat overigens vrijwel nooit de landelijke pers haalt, maar soms wel de vaknieuwswebsites (bijvoorbeeld Leesplein en Villa Kakelbont). Ook zijn er diverse mensen van fondsen en andere vakorganisaties.
Bologna biedt echter meer dan uitgeverijen en hun stands. Er zijn altijd twee grote tentoonstellingen van illustraties: een van werk uit de hele wereld, een met een selectie uit een bepaald land, dit jaar Litouwen, met prachtige catalogi. Er is een doorlopend programma met discussies, lezingen en presentaties, en diverse nevenprogramma's, zoals dat van het Illustrators Café. Veel daarvan vindt plaats in dezelfde hal waar de tentoonstellingen zijn, de eerste grote hal die de bezoeker betreedt.
Een van de eerste zaken waar het oog op valt is de grote muur waar men berichtjes op kan achterlaten - waarvan, digitale equivalenten ten spijt, nog altijd veel gebruik wordt gemaakt, althans tot en met de laatste keer dat ik er was (2009), en waar diverse mensen afspreken met elkaar. Daaronder veel jonge illustratoren met mappen, die hopen een uitgever te vinden die iets in hun werk ziet. Sommige prentenboekuitgeverijen, zoals Clavis, ruimden daarvoor speciaal tijd in en er vormde zich altijd een lange rij.
Onderdeel van het programma zijn ook de aankondigingen van de Astrid Lindgren Memorial Award (vandaag, 12:50) en IBBY (zie ook hier), en, onofficieel maar niet te missen, de Early Birds-bijeenkomst in de stand van het Internationale Kinderboekmuseum, waar een selectie van jeugdliteratuur is te vinden.
En dan is er nog de stad Bologna. Ja natuurlijk, de randen zijn als van iedere moderne stad, met flats en industrie en rafels, maar het oude centrum is nog intact en biedt veel prachtige gebouwen en pleinen, waaronder het Piazza Maggiore waar 'iedereen' elkaar treft op de terrassen, om daarna uit eten te gaan in een van de vele goede restaurants.
Bologna is in de eerste plaats een handelsbeurs. Uitgevers maken afspraken met uitgevers om over de aankoop van vertaal- en publicatierechten te onderhandelen. In de niche waarin ik actief was, het uitgeven van non-fictie voor kinderen, was dat een relatief gemoedelijke zaak. Er werd zelden tegen elkaar opgeboden, de contacten met buitenlandse uitgeverijen waren hartelijk. Op andere gebieden ging en gaat het soms feller aan toe. Om hun fonds extra luister te verlenen, nemen uitgevers soms hun auteurs en illustratoren mee. Als er belangrijke contracten worden getekend, levert dat een persbericht op, dat overigens vrijwel nooit de landelijke pers haalt, maar soms wel de vaknieuwswebsites (bijvoorbeeld Leesplein en Villa Kakelbont). Ook zijn er diverse mensen van fondsen en andere vakorganisaties.
Bologna biedt echter meer dan uitgeverijen en hun stands. Er zijn altijd twee grote tentoonstellingen van illustraties: een van werk uit de hele wereld, een met een selectie uit een bepaald land, dit jaar Litouwen, met prachtige catalogi. Er is een doorlopend programma met discussies, lezingen en presentaties, en diverse nevenprogramma's, zoals dat van het Illustrators Café. Veel daarvan vindt plaats in dezelfde hal waar de tentoonstellingen zijn, de eerste grote hal die de bezoeker betreedt.
Een van de eerste zaken waar het oog op valt is de grote muur waar men berichtjes op kan achterlaten - waarvan, digitale equivalenten ten spijt, nog altijd veel gebruik wordt gemaakt, althans tot en met de laatste keer dat ik er was (2009), en waar diverse mensen afspreken met elkaar. Daaronder veel jonge illustratoren met mappen, die hopen een uitgever te vinden die iets in hun werk ziet. Sommige prentenboekuitgeverijen, zoals Clavis, ruimden daarvoor speciaal tijd in en er vormde zich altijd een lange rij.
Onderdeel van het programma zijn ook de aankondigingen van de Astrid Lindgren Memorial Award (vandaag, 12:50) en IBBY (zie ook hier), en, onofficieel maar niet te missen, de Early Birds-bijeenkomst in de stand van het Internationale Kinderboekmuseum, waar een selectie van jeugdliteratuur is te vinden.
En dan is er nog de stad Bologna. Ja natuurlijk, de randen zijn als van iedere moderne stad, met flats en industrie en rafels, maar het oude centrum is nog intact en biedt veel prachtige gebouwen en pleinen, waaronder het Piazza Maggiore waar 'iedereen' elkaar treft op de terrassen, om daarna uit eten te gaan in een van de vele goede restaurants.
vrijdag 25 maart 2011
50 boeken per jaar
De nieuwe dus nog kordate Britse regering heeft weer een nieuw leesbevorderingsplan gelanceerd. Volgens onderwijsminister Michael Gove zou ieder Brits kind minstens 50 boeken per jaar moeten lezen. Dat liet hij zich ontglippen tijdens een werkbezoek aan New York en The Guardian pikte dat 22 maart jl. op.
Waarom precies 50, dat zei hij er niet bij. Ook niet hoe dat te bewerkstelligen.
Journalist Benedicte Page was gis genoeg om meteen reacties te verzamelen. Daarom hier het hele artikel, voor het geval bovengeplaatste link niet meer zou werken:
Waarom precies 50, dat zei hij er niet bij. Ook niet hoe dat te bewerkstelligen.
Journalist Benedicte Page was gis genoeg om meteen reacties te verzamelen. Daarom hier het hele artikel, voor het geval bovengeplaatste link niet meer zou werken:
Authors raise doubts over Gove's 50-book challenge
Michael Gove's remark that children should be reading 50 books a year is called into question by authors from Philip Pullman to children's laureate Anthony Browne
Education secretary Michael Gove has suggested that children as young as 11 should be reading 50 books a year – and that leading children's authors should recommend them.
Following a tour he made of America's independently-run, state-funded charter schools – including the Infinity Charter School in Harlem, which set its pupils a "50-book challenge" over the course of a year – Gove said that schools in the UK needed to "raise the bar" on children's reading:
"Recently, I asked to see what students were reading at GCSE," Gove said. "I discovered that something like 80-90% were just reading one or two novels – and overwhelmingly it was the case that it included Of Mice and Men. We should be saying that our children should be reading 50 books a year, not just one or two for GCSE."
The education secretary's remarks follow a December report that showed British teenagers slumping from 17th to 25th place in an international league table for reading standards.
But children's laureate Anthony Browne has said Gove's aims are at odds with the library closures happening under his government's watch. He declared himself "surprised" at Gove's comments, "given that the government is cutting library budgets, and that programmes giving free books to children, such as Bookstart, are also being cut."
"It's always good to hear that the importance of children's reading is recognised – but rather than setting an arbitrary number of books that children ought to read, I feel it's the quality of children's reading experiences that really matter," Browne said. "Pleasure, engagement and enjoyment of books is what counts – not simply meeting targets."
Browne's views were echoed by others'. Frank Cottrell Boyce, author of children's novels Cosmic and Millions, said that while Gove's instincts were right, the government's wider actions were "militating against what Gove wants – like closing libraries, which is just a disaster."
Alan Garner, author of children's classic The Weirdstone of Brisingamen, meanwhile, questioned the advisability of turning books into numbers. "Is any number a useful guide?" he asked. "The important aim should be a reading that is wide and deep rather than numerical. In my own primary school years I read everything I could find, which amounted to at least four books a week and as many comics as possible. The Beano and The Dandy were equal with Tarzan of the Apes, Enid Blyton, HG Wells, Kipling, wildlife books, fairy tales, encyclopaedias. This resulted, painlessly, in a large vocabulary, an awareness of differences of style, the absorption of grammar and syntax and an ability to spell."
Philip Pullman, author of the prizewinning His Dark Materials trilogy, agreed - and added a further caveat. "I'm all in favour of children reading books, of course, the more the merrier," he said. "What I'm wary of is that people will start saying that quality is more important than quantity. When it comes to reading books, children should be allowed – and encouraged – to read as much rubbish as they want to. But that can only happen when there are plenty of good books as well as rubbish all around them. Where are they going to get these 50 books a year from?"
Meanwhile, Miranda McKearney, chief executive of the Reading Agency, which runs an annual Summer Reading Challenge in which children are encouraged to read six library books over the holiday, expressed concern over the execution of Gove's ambition. "So often the discussion about how to inspire children to read focuses just on schools, but libraries, and families, have a key role to play," she said. "We won't crack the problems unless we build a more systemic approach."
donderdag 24 maart 2011
Afscheid
Woensdag 23 maart nam ik officieel afscheid van mijn werkgever NBD/Biblion, en dan met name van diegenen met wie ik als adjunct-uitgever bij Biblion Uitgeverij te maken heb gehad en van oud-collega's, met een receptie in Polman's Huis te Utrecht. Ondanks het fraaie lenteweer waren er behoorlijk veel genodigden komen opdagen, dank daarvoor.
Zoals op iedere receptie was er gelegenheid voor onderonsjes:
Verder werd ik behoorlijk van positieve aandacht voorzien...
... en natuurlijk toegesproken:
Tot slot trad de groep Springtide op...
... en uiteraard gingen de vertrekkende en komende hoofdredacteur van Leesgoed nog even samen op de foto, al waren deze en andere redactiewisselingen in feite al in december gevierd:
Ik blijf o.a. middels dit blog de jeugdliteratuur nog wel even volgen en kan het dan ook niet laten het nieuws door te geven dat ik tijdens de receptie hoorde: Biblion Uitgeverij zal als imprint en/of als 'business unit' van NBD/Biblion ophouden te bestaan. Evenwel gaat een groot deel van haar activiteiten door, ondergebracht bij diverse delen van het bedrijf. Zo verschijnt er binnenkort (in co-uitgave met Lannoo) een boek van Peter van den Hoven, met de prikkelende titel Jeugdliteratuur bestaat niet (doet sterk denken aan de titel Literatuur zonder leeftijd) en ook Leesgoed blijft doorgaan.
André Henderickx, uitgever bij Biblion Uitgeverij en een van degenen die mij toesprak, zie boven, gaat binnenkort met prepensioen (zíjn afscheid is op 28 april). De 'heren Aap en Beer van Biblion Uitgeverij' (citeer uit zijn toespraak)
... houden ermee op.
(Ja, wie goed kijkt, ziet de twee prachtige boekenleggers van Wim Hofman.)
André en verder iedereen met wie ik de afgelopen dertig-en-nog-wat jaar mocht samenwerken: nogmaals dank, vaarwel en/of tot ziens.
Zoals op iedere receptie was er gelegenheid voor onderonsjes:
Verder werd ik behoorlijk van positieve aandacht voorzien...
... en natuurlijk toegesproken:
Tot slot trad de groep Springtide op...
... en uiteraard gingen de vertrekkende en komende hoofdredacteur van Leesgoed nog even samen op de foto, al waren deze en andere redactiewisselingen in feite al in december gevierd:
Ik blijf o.a. middels dit blog de jeugdliteratuur nog wel even volgen en kan het dan ook niet laten het nieuws door te geven dat ik tijdens de receptie hoorde: Biblion Uitgeverij zal als imprint en/of als 'business unit' van NBD/Biblion ophouden te bestaan. Evenwel gaat een groot deel van haar activiteiten door, ondergebracht bij diverse delen van het bedrijf. Zo verschijnt er binnenkort (in co-uitgave met Lannoo) een boek van Peter van den Hoven, met de prikkelende titel Jeugdliteratuur bestaat niet (doet sterk denken aan de titel Literatuur zonder leeftijd) en ook Leesgoed blijft doorgaan.
André Henderickx, uitgever bij Biblion Uitgeverij en een van degenen die mij toesprak, zie boven, gaat binnenkort met prepensioen (zíjn afscheid is op 28 april). De 'heren Aap en Beer van Biblion Uitgeverij' (citeer uit zijn toespraak)
... houden ermee op.
(Ja, wie goed kijkt, ziet de twee prachtige boekenleggers van Wim Hofman.)
André en verder iedereen met wie ik de afgelopen dertig-en-nog-wat jaar mocht samenwerken: nogmaals dank, vaarwel en/of tot ziens.
dinsdag 22 maart 2011
Tolkien als romanpersonage
Kun je mensen uit de werkelijkheid laten optreden als personage in een verhaal?
Geen probleem, zou je denken. Er zijn heel veel verhalen verschenen met personages die echt hebben bestaan. Maar de erfgenamen van J.R.R. Tolkien denken daar anders over en spanden een proces aan tegen de Amerikaanse auteur Steve Hillard, omdat die Tolkien in Mirkwood: A Novel About JRR Tolkien als hoofdpersoon laat optreden.
Aldus o.a. een artikel door Dalya Alberge in The Guardian 26-2-2011.
Geen probleem, zou je denken. Er zijn heel veel verhalen verschenen met personages die echt hebben bestaan. Maar de erfgenamen van J.R.R. Tolkien denken daar anders over en spanden een proces aan tegen de Amerikaanse auteur Steve Hillard, omdat die Tolkien in Mirkwood: A Novel About JRR Tolkien als hoofdpersoon laat optreden.
Aldus o.a. een artikel door Dalya Alberge in The Guardian 26-2-2011.
Digitale kinderboeken
Een opmerkelijk persbericht op 22 maart:
Het blijft volgens mij vooralsnog een waagstuk om digitale kinderboeken te gaan uitgeven. Dus ben ik zeer nieuwsgierig hoe de verkoop zal verlopen. De firma waaronder de vermelde uitgeverijen vallen (WPG Uitgevers) zal daarover vermoedelijk niet zoveel melden, maar je merkt het vanzelf: bij succes volgt meer. Dat neem ik tenminste aan.
Zie in dit blog ook eerdere berichten over Modelcontract (in dat contract ook artikelen over digitaal uitgeven), Kinderen willen e-boeken, en Alle kinderen een e-boek?.
Het blijft volgens mij vooralsnog een waagstuk om digitale kinderboeken te gaan uitgeven. Dus ben ik zeer nieuwsgierig hoe de verkoop zal verlopen. De firma waaronder de vermelde uitgeverijen vallen (WPG Uitgevers) zal daarover vermoedelijk niet zoveel melden, maar je merkt het vanzelf: bij succes volgt meer. Dat neem ik tenminste aan.
Zie in dit blog ook eerdere berichten over Modelcontract (in dat contract ook artikelen over digitaal uitgeven), Kinderen willen e-boeken, en Alle kinderen een e-boek?.
maandag 7 maart 2011
Nominaties Hans Christian Andersen Award
De jury's voor de internationale Hans Christian Andersen Award, ingesteld door de International Board on Books for Young people (IBBY), hebben altijd een goede neus gehad voor literair talent: zie ook de lijst bekroonde auteurs en illustratoren.
De kinderboekwereld volgt altijd met interesse welke illustratoren en auteurs door de IBBY-landensecties worden genomineerd voor de eerstvolgende ronde, nu dus die van 2012. In Nederland zijn dat Annemarie van Haeringen en Tonke Dragt, in België Louis Joos en Bart Moeyaert, in Groot-Brittannië John Burningham and Philip Pullman, in de VS Chris Raschka en Paul Fleischman en zo zullen er dit jaar wel meer berichten volgen, die ik overigens niet steeds hier zal vermelden.
Sinds 2003 is er nóg een prestigieuze internationale bekroning voor auteurs van jeugdliteratuur, de Astrid Lindgren Memorial Award (ALMA). Wie die wint, ontvangt naast eer en roem SEK 5.000.000,- ofwel zo'n € 570.000,- en dat is wel heel erg veel meer dan de Andersen Medals opleveren, namelijk een medaille en een reis naar plus onderdak tijdens de eerstvolgende IBBY-conferentie.
De jury voor de ALMA bestaat uit Zweedse kinderboekdeskundigen, de jury voor de Andersen Medal uit kinderboekdeskundigen uit diverse landen en deze jury wisselt elke twee jaar deels van samenstelling. Voor beide jury's geldt dat zij beoordelen op grond van samenvattingen en voordrachten.
' The Hans Christian Andersen Award is the highest international recognition given to an author and an illustrator of children's books. Her Majesty Queen Margrethe II of Denmark is the Patron of the Andersen Awards. ' staat op de IBBY-website. Het is de vraag of zij deze pretentie overeind weten te houden en het zal de Deense koningin vast niet hebben behaagd dat het buurland haar patronage naar de kroon steekt.
Het is interessant de bekroningen te vergelijken.
Vanaf 2003 werden deze auteurs bekroond met de (tweejaarlijkse) Andersen Medal: Martin Waddell, Margaret Mahy, Jürg Schubiger en David Almond.
En deze illustratoren: Max Velthuijs, Wolf Erlbruch, Roberto Innocenti en Jutta Bauer. Hier nog eens de complete lijst winnaars (auteurs en illustratoren).
Vanaf 2003 ging de ALMA naar: Maurice Sendak, Christine Nöstlinger, Philip Pullman, Ryôji Arai, Katherine Paterson, Banco del libro, Tamer Institute en Kitty Crowther. Nog geen enkele Zweedse auteur, illustrator of instelling, wat de jury siert.
Beide jury's slaagden er in gerenommeerde figuren te selecteren, hoewel Ryôji Arai in onze taalstreek niet zo bekend was. Maurice Sendak ontving de Andersen Medal in 1970, Nöstlinger in 1984, Paterson in 1998, die zijn dus dubbel bekroond. Is de Zweedse jury misschien iets wispelturiger, met de bekroning van twee kinderboekinstituten naast auteurs en illustratoren met zowel een groot oeuvre (Sendak) als jong en veelbelovend (Crowther)? De tijd zal het leren.
De volgende ALMA-bekroning wordt op 29 maart bekendgemaakt, zie hier voor de lijst nominaties, de volgende Andersen Medals worden augustus 2012 uitgereikt in Londen.
Overigens is er een kinderfriemeltjeswinkel online onder de naam IBBY (.nl). Die heeft uiteraard niets te maken met IBBY (.org).
De kinderboekwereld volgt altijd met interesse welke illustratoren en auteurs door de IBBY-landensecties worden genomineerd voor de eerstvolgende ronde, nu dus die van 2012. In Nederland zijn dat Annemarie van Haeringen en Tonke Dragt, in België Louis Joos en Bart Moeyaert, in Groot-Brittannië John Burningham and Philip Pullman, in de VS Chris Raschka en Paul Fleischman en zo zullen er dit jaar wel meer berichten volgen, die ik overigens niet steeds hier zal vermelden.
Sinds 2003 is er nóg een prestigieuze internationale bekroning voor auteurs van jeugdliteratuur, de Astrid Lindgren Memorial Award (ALMA). Wie die wint, ontvangt naast eer en roem SEK 5.000.000,- ofwel zo'n € 570.000,- en dat is wel heel erg veel meer dan de Andersen Medals opleveren, namelijk een medaille en een reis naar plus onderdak tijdens de eerstvolgende IBBY-conferentie.
De jury voor de ALMA bestaat uit Zweedse kinderboekdeskundigen, de jury voor de Andersen Medal uit kinderboekdeskundigen uit diverse landen en deze jury wisselt elke twee jaar deels van samenstelling. Voor beide jury's geldt dat zij beoordelen op grond van samenvattingen en voordrachten.
' The Hans Christian Andersen Award is the highest international recognition given to an author and an illustrator of children's books. Her Majesty Queen Margrethe II of Denmark is the Patron of the Andersen Awards. ' staat op de IBBY-website. Het is de vraag of zij deze pretentie overeind weten te houden en het zal de Deense koningin vast niet hebben behaagd dat het buurland haar patronage naar de kroon steekt.
Het is interessant de bekroningen te vergelijken.
Vanaf 2003 werden deze auteurs bekroond met de (tweejaarlijkse) Andersen Medal: Martin Waddell, Margaret Mahy, Jürg Schubiger en David Almond.
En deze illustratoren: Max Velthuijs, Wolf Erlbruch, Roberto Innocenti en Jutta Bauer. Hier nog eens de complete lijst winnaars (auteurs en illustratoren).
Vanaf 2003 ging de ALMA naar: Maurice Sendak, Christine Nöstlinger, Philip Pullman, Ryôji Arai, Katherine Paterson, Banco del libro, Tamer Institute en Kitty Crowther. Nog geen enkele Zweedse auteur, illustrator of instelling, wat de jury siert.
Beide jury's slaagden er in gerenommeerde figuren te selecteren, hoewel Ryôji Arai in onze taalstreek niet zo bekend was. Maurice Sendak ontving de Andersen Medal in 1970, Nöstlinger in 1984, Paterson in 1998, die zijn dus dubbel bekroond. Is de Zweedse jury misschien iets wispelturiger, met de bekroning van twee kinderboekinstituten naast auteurs en illustratoren met zowel een groot oeuvre (Sendak) als jong en veelbelovend (Crowther)? De tijd zal het leren.
De volgende ALMA-bekroning wordt op 29 maart bekendgemaakt, zie hier voor de lijst nominaties, de volgende Andersen Medals worden augustus 2012 uitgereikt in Londen.
Overigens is er een kinderfriemeltjeswinkel online onder de naam IBBY (.nl). Die heeft uiteraard niets te maken met IBBY (.org).
zondag 6 maart 2011
Benny Lindelauf zingt
Donderdag 3 maart werd de Woutertje Pieterse prijs uitgereikt aan Benny Lindelauf. Hierover is voldoende op andere websites te vinden, maar ik was blij verrast de liedjes die Benny Lindelauf als dank zong, op Youtube terug te kunnen luisteren en geef dus graag die link door. Trouwens, het Roverslied in de vertolking door Fay Lovsky en Jet Stevens is ook op Youtube te vinden: hier. Beide zijn eveneens te vinden op de website van de Stichting Woutertje Pieterse Prijs.
Ter vergelijking: hier het Rooverslied 2010 van Daniël Samkalden, Thijs Cuppen (piano) en Peter Sambos (contrabas) en hier dat van 2009 van Mondo Leone.
En wat een verademing dat deze keer de WP-lezing werd gehouden door iemand die de indruk wekte te weten waarover ze sprak, te weten Lisa Kuitert. Zie voor de lezing hier.
Ik deel echter niet per se haar voorliefde voor het papieren boek boven de digitale versie: volgens mij kun je je lievelingsverhaal op een e-lezer net zo vaak herlezen. Natuurlijk hebben papieren boeken voordelen: ze zijn soms mooi, je hebt er (afgezien van een goede lichtbron) geen stroom voor nodig, je kan ezelsoren vouwen en heel makkelijk aantekeningen maken, je geeft ze wat makkelijker cadeau dan een link. Het e-boek heeft maar één voordeel: het is lichter.
Een gaaf voorbeeld daarvan zag ik gisteren in het café van een sauna. Er nam een vierkoppige familie plaats: pa, ma en twee dochters. Ma en dochters hadden iets te lezen: ma en dochter 1 ieder een heel dik en zwaar boek: De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch. ' Ja, ik heb binnenkort tentamen, ' legde dochter 1 uit, en moeder las ondersteunend mee. Het ene boek was nog zwaarder dan het andere, want een bibliotheekversie met harde omslag. Dochter 2 bleek hetzelfde boek te lezen - met een heel dun licht apparaatje: een e-lezer. Zij zat er duidelijk het gemakkelijkst bij.
Dan nog iets over De hemel van heivisj:
' Ook dit jaar zijn, met steun van het tijdschrift Leesgoed, bij het winnende boek lestips gemaakt, om het onderwijs aan te moedigen om in de klas aan de slag te gaan met dit prachtige boek. De lessuggesties zijn geschreven door Lieke van Duin (publicist, redacteur en auteur) en Jos van Hest (publicist, poëziedocent en dichter). '
Waarvan acte. En zie hier.
Heivisj, overigens, betekent zo veel als thuis.
Ter vergelijking: hier het Rooverslied 2010 van Daniël Samkalden, Thijs Cuppen (piano) en Peter Sambos (contrabas) en hier dat van 2009 van Mondo Leone.
En wat een verademing dat deze keer de WP-lezing werd gehouden door iemand die de indruk wekte te weten waarover ze sprak, te weten Lisa Kuitert. Zie voor de lezing hier.
Ik deel echter niet per se haar voorliefde voor het papieren boek boven de digitale versie: volgens mij kun je je lievelingsverhaal op een e-lezer net zo vaak herlezen. Natuurlijk hebben papieren boeken voordelen: ze zijn soms mooi, je hebt er (afgezien van een goede lichtbron) geen stroom voor nodig, je kan ezelsoren vouwen en heel makkelijk aantekeningen maken, je geeft ze wat makkelijker cadeau dan een link. Het e-boek heeft maar één voordeel: het is lichter.
Een gaaf voorbeeld daarvan zag ik gisteren in het café van een sauna. Er nam een vierkoppige familie plaats: pa, ma en twee dochters. Ma en dochters hadden iets te lezen: ma en dochter 1 ieder een heel dik en zwaar boek: De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch. ' Ja, ik heb binnenkort tentamen, ' legde dochter 1 uit, en moeder las ondersteunend mee. Het ene boek was nog zwaarder dan het andere, want een bibliotheekversie met harde omslag. Dochter 2 bleek hetzelfde boek te lezen - met een heel dun licht apparaatje: een e-lezer. Zij zat er duidelijk het gemakkelijkst bij.
Dan nog iets over De hemel van heivisj:
' Ook dit jaar zijn, met steun van het tijdschrift Leesgoed, bij het winnende boek lestips gemaakt, om het onderwijs aan te moedigen om in de klas aan de slag te gaan met dit prachtige boek. De lessuggesties zijn geschreven door Lieke van Duin (publicist, redacteur en auteur) en Jos van Hest (publicist, poëziedocent en dichter). '
Waarvan acte. En zie hier.
Heivisj, overigens, betekent zo veel als thuis.
dinsdag 1 maart 2011
Onder elkaar
Je gaat als auteur, vertaler of illustrator naar de Drielandenconferentie om andere auteurs, vertalers en illustratoren te spreken. Die indruk kreeg ik sterk tijdens de meest recente Drielandenconferentie, gehouden in Antwerpen, 24 t/m 26 februari.
Het programma, rond het thema kindbeeld in jeugdliteratuur, het motto Kinderboekenkinderen - Kinderbücherkinder en gevat in lezingen en panelgesprekken, was hier niet helemaal op toegesneden.
Ik hoorde dan ook her en der kritische geluiden. 'Ze' hadden beter kringgesprekken kunnen organiseren, met meer kans voor iedereen om deel te nemen, en een ander thema kunnen nemen. En 'ze' hadden beter Engels als voertaal kunnen nemen, dat scheelde het vertragende vertalen Nederlands-Duits en vice versa.
'Ze', dat waren de IBBY-secties van Vlaanderen en Nederland, en de Friedrich Bödecker Kreis. Met name Stichting Lezen (.be; tevens Vlaamse IBBY-sectie) had zich zeer voor deze 9e editie van de Drielandenconferentie ingezet. Er was (vond ik) een dijk van een programma, inclusief auteurslezingen op scholen, een ontvangst in het sjieke stadhuis van Antwerpen, een gezamenlijk diner, een mooie voordracht door Bart Moeyaert (in het Engels, hij wel!) en op zaterdag een afsluitende lunch.
Men had zijn best gedaan om fondsen te werven, zodat de prijs (€ 130,-) naar mijn idee relatief laag was, vijf euro lager bijvoorbeeld dan wat men geacht wordt te betalen voor komende Lezen Centraal.
Belangrijk, want niet iedere auteur of illustrator heeft een bestseller op zijn of haar naam, die haar of hem een riant inkomen verschaft en declareren bij een organisatie zit er meestal ook niet in.
Gelukkig voor 'ze' hoorde ik ook tevreden geluiden.
En ik was zelf ook tevreden.
Ja, er valt altijd wel iets aan te merken, natuurlijk. Niet alle wetenschappers zijn begenadigde sprekers, dus er zaten (voor)lezingen bij (zoals die van Jens Thiele) die ik liever gewoon gelezen had. De levendige vaart waarmee Bas Maliepaard in een kwartier een state of the art gaf van de Nederlandse jeugdliteratuur, keerde helaas niet terug in de states over de Friese (!), Vlaamse en Duitse jeugdliteratuur. (Per ongeluk heette dat in het programma 'trends en tendensen in vier taalgebieden'. Ik ben zo vrij te menen dat Vlaanderen en Nederland tot hetzelfde taalgebied horen, ondanks verschillen in tongval en idioom.) Met het thema werd niet overal iets gedaan waar dat wel had gekund - mogelijk doordat illustratoren en auteurs inderdaad niet zulke sterke theoretici zijn op dat gebied. Er had soms wel een extra raampje open gemogen in de overigens mooie zaal.
Maar er waren ook hoogtepunten (zoals de bijdrage van Marita de Sterck en de al genoemde voordracht van Bart Moeyaert) en levendige debatten, en er was voldoende tijd voor informele gesprekken. Zulke ontmoetingen zijn een essentieel onderdeel van conferenties.
Ik gun auteurs, vertalers en illustratoren van harte gelegenheden om met elkaar van gedachten te wisselen en kan me voorstellen dat het programma voor een komende (10e!) drielandenconferentie iets meer op hun stiel is gericht. Niettemin is een conferentie die alleen bestaat uit een onderonsje voor een trouw groepje wat mij betreft niet interessant en ik zou juist adviseren de volgende keer opnieuw een programma te bieden dat in principe voor een bredere groep geschikt is en er dan meer reclame voor te maken dan nu.
Overigens neem ik aan, maar dat heb ik nog niet gecontroleerd, dat enkele bijdragen later in Literatuur zonder leeftijd of in Leesgoed terecht komen.
Nog wat plaatjes:
Boven in dit fraaie gebouw, Hof van Liere, van de Universiteit van Antwerpen was het onthaal.
Van links naar rechts: vertaler Marianne Holberg, Benny Lindelauf, Els Beerten en Helma van Lierop-Debrauwer.
Van links naar rechts: Ingrid Godon, Susanne Rotraut Berner, Charlotte Dematons en Vanessa Joosen.
Bart Moeyaert voor zijn lezing over schrijversschap...
... met inleidend citaat:
Het programma, rond het thema kindbeeld in jeugdliteratuur, het motto Kinderboekenkinderen - Kinderbücherkinder en gevat in lezingen en panelgesprekken, was hier niet helemaal op toegesneden.
Ik hoorde dan ook her en der kritische geluiden. 'Ze' hadden beter kringgesprekken kunnen organiseren, met meer kans voor iedereen om deel te nemen, en een ander thema kunnen nemen. En 'ze' hadden beter Engels als voertaal kunnen nemen, dat scheelde het vertragende vertalen Nederlands-Duits en vice versa.
'Ze', dat waren de IBBY-secties van Vlaanderen en Nederland, en de Friedrich Bödecker Kreis. Met name Stichting Lezen (.be; tevens Vlaamse IBBY-sectie) had zich zeer voor deze 9e editie van de Drielandenconferentie ingezet. Er was (vond ik) een dijk van een programma, inclusief auteurslezingen op scholen, een ontvangst in het sjieke stadhuis van Antwerpen, een gezamenlijk diner, een mooie voordracht door Bart Moeyaert (in het Engels, hij wel!) en op zaterdag een afsluitende lunch.
Men had zijn best gedaan om fondsen te werven, zodat de prijs (€ 130,-) naar mijn idee relatief laag was, vijf euro lager bijvoorbeeld dan wat men geacht wordt te betalen voor komende Lezen Centraal.
Belangrijk, want niet iedere auteur of illustrator heeft een bestseller op zijn of haar naam, die haar of hem een riant inkomen verschaft en declareren bij een organisatie zit er meestal ook niet in.
Gelukkig voor 'ze' hoorde ik ook tevreden geluiden.
En ik was zelf ook tevreden.
Ja, er valt altijd wel iets aan te merken, natuurlijk. Niet alle wetenschappers zijn begenadigde sprekers, dus er zaten (voor)lezingen bij (zoals die van Jens Thiele) die ik liever gewoon gelezen had. De levendige vaart waarmee Bas Maliepaard in een kwartier een state of the art gaf van de Nederlandse jeugdliteratuur, keerde helaas niet terug in de states over de Friese (!), Vlaamse en Duitse jeugdliteratuur. (Per ongeluk heette dat in het programma 'trends en tendensen in vier taalgebieden'. Ik ben zo vrij te menen dat Vlaanderen en Nederland tot hetzelfde taalgebied horen, ondanks verschillen in tongval en idioom.) Met het thema werd niet overal iets gedaan waar dat wel had gekund - mogelijk doordat illustratoren en auteurs inderdaad niet zulke sterke theoretici zijn op dat gebied. Er had soms wel een extra raampje open gemogen in de overigens mooie zaal.
Maar er waren ook hoogtepunten (zoals de bijdrage van Marita de Sterck en de al genoemde voordracht van Bart Moeyaert) en levendige debatten, en er was voldoende tijd voor informele gesprekken. Zulke ontmoetingen zijn een essentieel onderdeel van conferenties.
Ik gun auteurs, vertalers en illustratoren van harte gelegenheden om met elkaar van gedachten te wisselen en kan me voorstellen dat het programma voor een komende (10e!) drielandenconferentie iets meer op hun stiel is gericht. Niettemin is een conferentie die alleen bestaat uit een onderonsje voor een trouw groepje wat mij betreft niet interessant en ik zou juist adviseren de volgende keer opnieuw een programma te bieden dat in principe voor een bredere groep geschikt is en er dan meer reclame voor te maken dan nu.
Overigens neem ik aan, maar dat heb ik nog niet gecontroleerd, dat enkele bijdragen later in Literatuur zonder leeftijd of in Leesgoed terecht komen.
Nog wat plaatjes:
Boven in dit fraaie gebouw, Hof van Liere, van de Universiteit van Antwerpen was het onthaal.
Van links naar rechts: vertaler Marianne Holberg, Benny Lindelauf, Els Beerten en Helma van Lierop-Debrauwer.
Van links naar rechts: Ingrid Godon, Susanne Rotraut Berner, Charlotte Dematons en Vanessa Joosen.
Bart Moeyaert voor zijn lezing over schrijversschap...
... met inleidend citaat:
Abonneren op:
Posts (Atom)