... zing dan mee, was de titel van een bekend liedbundeltje vroeger. (Zie ook DBNL en Wikipedia.)
Maar soms lijkt het wel alsof in onze contreien alleen nog popsongs worden meegezongen. Een tijdlang hoorde ik liedjes van vroeger alleen beverig gezongen door heel oude mensen in het programma Onder de groene linde van Ate Doornbosch.
Daarnaast is er natuurlijk het circuit van die andere oude en soms nieuwe muziek, de 'klassieke' dan wel 'serieuze' muziek. De Kathedrale Koorschool bestaat nog steeds, niet meer zo katholiek als vroeger, en er zijn nog steeds jonge zangers op conservatoria te vinden.
(Muziek en kerk, het is een oud verbond. Het aloude psalmenzingen laat ik maar even voor wat het is.)
Natuurlijk doen allerlei mensen hun best de schat aan oude en nieuwere liederen door te geven, zowel digitaal (zie bijvoorbeeld de Nederlandse Liederenbank, Literatuurgeschiedenis en Muziek telt) als op school en elders (zie wederom Muziek telt, ook op dit blog). Ook de Willem Wilminkprijs voor het beste kinderlied speelt een deuntje mee.
Poëzie en muziek, het zijn broer en zus. (En dan laat ik die andere relatie, theater en muziek, eveneens onbesproken.)
Wat vond ik het verrassend te merken dat tijdens de laatste Europa Cantat (dit jaar, Turijn, 27 juli t/m 4 augustus, Facebook-liefhebbers zie hier) zoveel kinderen en jongeren deelnamen. De kleinsten konden met hun ouders deelnemen - de resultaten waren te horen tijdens het dagelijkse evenement op het San Carlo-plein. En jongeren? Nee, niet alleen in de vocal group-ateliers, ook de klassieke jongerenkoren lieten zich horen. En hoe, ze hoorden tot het beste wat er te horen was, met aan de top de nationale jeugdkoren van Noorwegen (heb ik van horen zeggen) en Italië (zelf gehoord). (Dat begrip jeugd moet je wel ruim opvatten, meestal tussen 16 en 26, zoiets.)
Hier een staaltje van dat Italiaanse jongerenkoor, wat primitief opgenomen in de Cappella San Umberto in Venaria, even buiten Turijn. Let op het aantal jonge luisteraars tussen de kale en grijze hoofden. Nee, geen poëzie in strikte zin, eerder een oude religieuze tekst. (Al zou ik niet willen beweren dat daarin geen poëzie schuilt.)
De oude, niet-klassieke liederenschat werd in Turijn gebracht door groepen als Bratsch, Tanned en La Paranza del geco.
Dat die laatste groep ook jongeren in beweging kan zetten, toont dit filmpje op Youtube.
Zolang er muziek is, zal er poëzie zijn. Gedrukt of niet.
Ik las hier graag twee citaten in van de hooggeleerde Maaike Meijer, uit een gepubliceerde lezing 'Het populaire lied als literatuur voor alle leeftijden'. (2004: De mondige jeugdliteratuur, Biblion, p. 263-275.)
' In de liedcultuur wordt het onderscheid tussen jeugd- en volwassenenliteratuur plotseling zeer betrekkelijk. '
(Dit licht zij uitvoerig toe.)
En:
' Wat deze teksten mijns inziens ook verdienen is dat je ze benadert als literatuur, met dezelfde analytische instrumenten als waarmee je gedichten benadert. ' Met deze teksten bedoelde ze 'het populaire lied', maar de stelling is m.i. van toepassing op alle liederen.
Maar soms lijkt het wel alsof in onze contreien alleen nog popsongs worden meegezongen. Een tijdlang hoorde ik liedjes van vroeger alleen beverig gezongen door heel oude mensen in het programma Onder de groene linde van Ate Doornbosch.
Daarnaast is er natuurlijk het circuit van die andere oude en soms nieuwe muziek, de 'klassieke' dan wel 'serieuze' muziek. De Kathedrale Koorschool bestaat nog steeds, niet meer zo katholiek als vroeger, en er zijn nog steeds jonge zangers op conservatoria te vinden.
(Muziek en kerk, het is een oud verbond. Het aloude psalmenzingen laat ik maar even voor wat het is.)
Natuurlijk doen allerlei mensen hun best de schat aan oude en nieuwere liederen door te geven, zowel digitaal (zie bijvoorbeeld de Nederlandse Liederenbank, Literatuurgeschiedenis en Muziek telt) als op school en elders (zie wederom Muziek telt, ook op dit blog). Ook de Willem Wilminkprijs voor het beste kinderlied speelt een deuntje mee.
Poëzie en muziek, het zijn broer en zus. (En dan laat ik die andere relatie, theater en muziek, eveneens onbesproken.)
Wat vond ik het verrassend te merken dat tijdens de laatste Europa Cantat (dit jaar, Turijn, 27 juli t/m 4 augustus, Facebook-liefhebbers zie hier) zoveel kinderen en jongeren deelnamen. De kleinsten konden met hun ouders deelnemen - de resultaten waren te horen tijdens het dagelijkse evenement op het San Carlo-plein. En jongeren? Nee, niet alleen in de vocal group-ateliers, ook de klassieke jongerenkoren lieten zich horen. En hoe, ze hoorden tot het beste wat er te horen was, met aan de top de nationale jeugdkoren van Noorwegen (heb ik van horen zeggen) en Italië (zelf gehoord). (Dat begrip jeugd moet je wel ruim opvatten, meestal tussen 16 en 26, zoiets.)
Hier een staaltje van dat Italiaanse jongerenkoor, wat primitief opgenomen in de Cappella San Umberto in Venaria, even buiten Turijn. Let op het aantal jonge luisteraars tussen de kale en grijze hoofden. Nee, geen poëzie in strikte zin, eerder een oude religieuze tekst. (Al zou ik niet willen beweren dat daarin geen poëzie schuilt.)
De oude, niet-klassieke liederenschat werd in Turijn gebracht door groepen als Bratsch, Tanned en La Paranza del geco.
Dat die laatste groep ook jongeren in beweging kan zetten, toont dit filmpje op Youtube.
Zolang er muziek is, zal er poëzie zijn. Gedrukt of niet.
Ik las hier graag twee citaten in van de hooggeleerde Maaike Meijer, uit een gepubliceerde lezing 'Het populaire lied als literatuur voor alle leeftijden'. (2004: De mondige jeugdliteratuur, Biblion, p. 263-275.)
' In de liedcultuur wordt het onderscheid tussen jeugd- en volwassenenliteratuur plotseling zeer betrekkelijk. '
(Dit licht zij uitvoerig toe.)
En:
' Wat deze teksten mijns inziens ook verdienen is dat je ze benadert als literatuur, met dezelfde analytische instrumenten als waarmee je gedichten benadert. ' Met deze teksten bedoelde ze 'het populaire lied', maar de stelling is m.i. van toepassing op alle liederen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten