... is de kop van Aleid Truijens' column in de Volkskrant 15-08-2012, dezelfde Aleid die op 7 maart nog zo enthousiast was over Das Magazin, en in een krant waarin zes recensenten hun favoriete stuk van Shakespeare bespreken. (Ja, theater is ook literatuur.)
Het is niet voor het eerst dat Aleid Truijens verzuchtingen slaakt over de teloorgang van het literatuuronderwijs - ja, want daarover gaat haar stuk eigenlijk, dus de kop klopt niet.
Directe aanleiding lijkt het leesgedrag van haar nakomelingen:
' Mijn kinderen (25 en 21) lezen zelden vrijwillig een boek. Niet dat ze lezers minachten, of geen interesse hebben in de wereld - nee, het komt gewoon niet in ze op. Niemand van hun vrienden leest. Ik vind at niet erg, maar wel jammer. Literatuur lezen, anders dan twee bestsellers per jaar op vakantie, is een buitenissige hobby geworden.
Dat komt op zijn minst óók door het gemarginaliseerde literatuuronderwijs. '
Niet voor het eerst pleit ze ' vóór een nieuwe literatuurcanon, en de verplichting bepaalde grote schrijvers - niet per se vaste titels - te lezen op school. Pas als je een standaard neerzet, stelt zo'n vak iets voor, ook in de ogen van leerlingen. ' Met grote schrijvers bedoelt ze natuurlijk belangrijk geachte schrijvers, met hun lichaamslengte heeft dat niets van doen.
En ' Natuurlijk is het de bedoeling dat mensen lezen voor hun plezier (of om ondersteboven te raken). Daar hoopt iedere leraar op. Maar je krijgt pas ergens plezier in en je onderscheidt pas kwaliteit van bagger als er een bodem van leeservaring is. Zonder enige dwang doen kinderen die niet op; ze maken ook niet spontaan wiskundesommen.
Wanneer je prille lezers alleen laat lezen wat ze "leuk" vinden, ontwikkelt hun smaak zich niet. Je maakt steeds een diepere knieval, want écht leuk, zo leuk als ander kindervermaak, wordt lezen toch niet. '
Intussen is het niet vanzelfsprekend dat haar nakomelingen (en de mijne, die ook zelden leest) model staan voor het leesgedrag van jongeren.
Renske Pepping schreef 30-03-2011 op Onderwijsvanmorgen.nl:
' “Jongeren lezen weer meer” is te lezen op een website over young adult books. Aanleiding voor deze redelijk verrassende constatering is een recent verschenen onderzoek dat is uitgevoerd onder 700 jongeren. De jongeren werden ondervraagd over hun leesgedrag en daar blijkt het helemaal niet zo slecht mee gesteld te zijn dan soms wordt gedacht. Zo leest meer dan 55% van de jongeren minstens één boek per maand en leest 25% zelfs meerdere boeken per maand. Jongeren die nooit een boek lezen (of slechts één keer per jaar) zijn er bijna niet.
De positieve ontwikkeling wordt door de onderzoekers toegeschreven aan de e-reader, die jongeren steeds meer gaan gebruiken om boeken op te lezen. Wat ook mee kan hebben gespeeld is dat het onderzoek is afgenomen op de boekenbeurs in Antwerpen; de jongeren die zo’n beurs bezoeken vinden het vaak al leuk om te lezen. Maar de cijfers van het onderzoek laten ook zien dat er steeds meer jongere mensen naar de beurs komen. Het aantal jongeren is in vier jaar tijd gestegen van 12% naar 22% van het totaal aantal bezoekers. '
Kan ook tonen dat de Boekenbeurs er steeds beter in slaagt schoolklassen naar de beurs te krijgen. En het Vlaamse literatuuronderwijs verschilt wellicht van het Nederlandse.
En hoewel je met omzetcijfers aardig kan goochelen, heb ik ook even naar die van de KVB gekeken, zie hier. Daaruit blijkt dat er een lichte daling is in de verkoop van A-boeken (boeken voor de algemene markt, geen schoolboeken en wetenschappelijke boeken), maar uit die cijfers valt geen conclusie te trekken over de verkoop aan (ouders van) kinderen of jongeren. Er staat slechts: ' Een op de vijf verkochte boeken is een kinder- of jeugdboek. ' Wat betekent dat er in 2011 in Nederland 8.320.000 'kinder- of jeugdboeken' over de toonbank gingen. Er waren dat jaar volgens het CBS 3.913.819 inwoners jonger dan 20 jaar. (Mijn en Aleids 'kinderen' horen daar niet meer bij.) Is dus ruim 2 boeken per inwoner jonger dan 20 jaar. Die twee bestsellers waarover Aleid het had? Het zal nog iets minder zijn, want een deel van die boeken is verkocht aan (school)bibliotheken. Maar het is geen dramatische verandering ten opzichte van voorgaande jaren.
Ook nog even gekeken naar de berichten van Zibbsearch. Daaruit leer ik dat er in 2011 in Vlaanderen volgens InCT zelfs een 'lichte stijging' van de boekenverkoop is geweest. Dat zou zijn gebleken uit cijfers van GfK Retail and Technology Benelux.
Tenzij van die verkopen een alarmerend hoog deel naar de bibliotheken gaat, wat ik niet aanneem (eerder het tegendeel), is er geen reden om te beweren dat 'niemand literatuur nog belangrijk vindt', lijkt me.
Wel opmerkelijk vind ik dat het aantal verkochte afzonderlijke titels in vijf jaar is verdubbeld, volgens de KVB. Maar in hoeverre dat ook voor de jeugdliteratuur opgaat, staat er niet bij. Wel staat er:
' De verdubbeling van het aantal nieuwe titels in de periode 2006 – 2011 is geheel veroorzaakt door de verkoop van anderstalige titels op de Nederlandse markt. Door de opkomst van webshops neemt de zogenaamde ‘long tail’ van de markt toe; webshops kunnen, onder andere via een directe link met Centraal Boekhuis, alle leverbare titels aanbieden aan hun klanten. Daarnaast is het online mogelijk van veel titels maar 1 exemplaar te verkopen, juist van anderstalige titels. ' Laat ik eens aannemen dat dit slechts in geringe mate geldt voor de jeugdliteratuur, dan valt het met de groei van het het titelaanbod nogal mee.
Het is niet voor het eerst dat Aleid Truijens verzuchtingen slaakt over de teloorgang van het literatuuronderwijs - ja, want daarover gaat haar stuk eigenlijk, dus de kop klopt niet.
Directe aanleiding lijkt het leesgedrag van haar nakomelingen:
' Mijn kinderen (25 en 21) lezen zelden vrijwillig een boek. Niet dat ze lezers minachten, of geen interesse hebben in de wereld - nee, het komt gewoon niet in ze op. Niemand van hun vrienden leest. Ik vind at niet erg, maar wel jammer. Literatuur lezen, anders dan twee bestsellers per jaar op vakantie, is een buitenissige hobby geworden.
Dat komt op zijn minst óók door het gemarginaliseerde literatuuronderwijs. '
Niet voor het eerst pleit ze ' vóór een nieuwe literatuurcanon, en de verplichting bepaalde grote schrijvers - niet per se vaste titels - te lezen op school. Pas als je een standaard neerzet, stelt zo'n vak iets voor, ook in de ogen van leerlingen. ' Met grote schrijvers bedoelt ze natuurlijk belangrijk geachte schrijvers, met hun lichaamslengte heeft dat niets van doen.
En ' Natuurlijk is het de bedoeling dat mensen lezen voor hun plezier (of om ondersteboven te raken). Daar hoopt iedere leraar op. Maar je krijgt pas ergens plezier in en je onderscheidt pas kwaliteit van bagger als er een bodem van leeservaring is. Zonder enige dwang doen kinderen die niet op; ze maken ook niet spontaan wiskundesommen.
Wanneer je prille lezers alleen laat lezen wat ze "leuk" vinden, ontwikkelt hun smaak zich niet. Je maakt steeds een diepere knieval, want écht leuk, zo leuk als ander kindervermaak, wordt lezen toch niet. '
Intussen is het niet vanzelfsprekend dat haar nakomelingen (en de mijne, die ook zelden leest) model staan voor het leesgedrag van jongeren.
Renske Pepping schreef 30-03-2011 op Onderwijsvanmorgen.nl:
' “Jongeren lezen weer meer” is te lezen op een website over young adult books. Aanleiding voor deze redelijk verrassende constatering is een recent verschenen onderzoek dat is uitgevoerd onder 700 jongeren. De jongeren werden ondervraagd over hun leesgedrag en daar blijkt het helemaal niet zo slecht mee gesteld te zijn dan soms wordt gedacht. Zo leest meer dan 55% van de jongeren minstens één boek per maand en leest 25% zelfs meerdere boeken per maand. Jongeren die nooit een boek lezen (of slechts één keer per jaar) zijn er bijna niet.
De positieve ontwikkeling wordt door de onderzoekers toegeschreven aan de e-reader, die jongeren steeds meer gaan gebruiken om boeken op te lezen. Wat ook mee kan hebben gespeeld is dat het onderzoek is afgenomen op de boekenbeurs in Antwerpen; de jongeren die zo’n beurs bezoeken vinden het vaak al leuk om te lezen. Maar de cijfers van het onderzoek laten ook zien dat er steeds meer jongere mensen naar de beurs komen. Het aantal jongeren is in vier jaar tijd gestegen van 12% naar 22% van het totaal aantal bezoekers. '
Kan ook tonen dat de Boekenbeurs er steeds beter in slaagt schoolklassen naar de beurs te krijgen. En het Vlaamse literatuuronderwijs verschilt wellicht van het Nederlandse.
En hoewel je met omzetcijfers aardig kan goochelen, heb ik ook even naar die van de KVB gekeken, zie hier. Daaruit blijkt dat er een lichte daling is in de verkoop van A-boeken (boeken voor de algemene markt, geen schoolboeken en wetenschappelijke boeken), maar uit die cijfers valt geen conclusie te trekken over de verkoop aan (ouders van) kinderen of jongeren. Er staat slechts: ' Een op de vijf verkochte boeken is een kinder- of jeugdboek. ' Wat betekent dat er in 2011 in Nederland 8.320.000 'kinder- of jeugdboeken' over de toonbank gingen. Er waren dat jaar volgens het CBS 3.913.819 inwoners jonger dan 20 jaar. (Mijn en Aleids 'kinderen' horen daar niet meer bij.) Is dus ruim 2 boeken per inwoner jonger dan 20 jaar. Die twee bestsellers waarover Aleid het had? Het zal nog iets minder zijn, want een deel van die boeken is verkocht aan (school)bibliotheken. Maar het is geen dramatische verandering ten opzichte van voorgaande jaren.
Ook nog even gekeken naar de berichten van Zibbsearch. Daaruit leer ik dat er in 2011 in Vlaanderen volgens InCT zelfs een 'lichte stijging' van de boekenverkoop is geweest. Dat zou zijn gebleken uit cijfers van GfK Retail and Technology Benelux.
Tenzij van die verkopen een alarmerend hoog deel naar de bibliotheken gaat, wat ik niet aanneem (eerder het tegendeel), is er geen reden om te beweren dat 'niemand literatuur nog belangrijk vindt', lijkt me.
Wel opmerkelijk vind ik dat het aantal verkochte afzonderlijke titels in vijf jaar is verdubbeld, volgens de KVB. Maar in hoeverre dat ook voor de jeugdliteratuur opgaat, staat er niet bij. Wel staat er:
' De verdubbeling van het aantal nieuwe titels in de periode 2006 – 2011 is geheel veroorzaakt door de verkoop van anderstalige titels op de Nederlandse markt. Door de opkomst van webshops neemt de zogenaamde ‘long tail’ van de markt toe; webshops kunnen, onder andere via een directe link met Centraal Boekhuis, alle leverbare titels aanbieden aan hun klanten. Daarnaast is het online mogelijk van veel titels maar 1 exemplaar te verkopen, juist van anderstalige titels. ' Laat ik eens aannemen dat dit slechts in geringe mate geldt voor de jeugdliteratuur, dan valt het met de groei van het het titelaanbod nogal mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten