Op 3 december ontving ik een persbericht van Stichting Lezen:
Dalende PISA-resultaten vragen om extra actie
De leesvaardigheid én het leesplezier van 15-jarigen in Nederland zijn in de afgelopen jaren afgenomen. Dit blijkt uit het gerenommeerde, internationale PISA-onderzoek. PISA meet de kennis en vaardigheden van 15-jarigen in leesvaardigheid, wiskunde en natuurwetenschappen.
Dat klopt. Zie hier. En voor een overzicht 'in vogelvlucht' hier, waaruit blijkt dat onze regering in ieder geval formeel kennis heeft genomen van dit rapport. Nog korter kan ook, zie hier.
Van die resultaten word je niet vrolijk.
Van het persbericht werd ik ook niet vrolijk.
Volgens Stichting Lezen onderstrepen de uitkomsten nadrukkelijk dat het versterken van de leesbevordering noodzakelijk is.
Absoluut waar. Maar dan toch kennelijk effectiever dan tot nu toe gebeurt.
'Aan ons ligt het niet,' lijkt Stichting Lezen in dat persbericht te willen onderstrepen. Ze willen niet lezen en we doen toch zo ons best...
Gerlien van Dalen, directeur-bestuurder Stichting Lezen: ‘Het is schrijnend dat in een welvarend land als Nederland 42% van de jongeren lezen tijdverspilling vindt en 24% van de jongeren mogelijk onvoldoende leesvaardig school verlaat. We kennen deze trend van ontlezing al een tijdje. We zetten programma’s als BoekStart en de Bibliotheek op school en campagnes als De Nationale Voorleesdagen en De Jonge Jury in om van kinderen en jongeren gemotiveerde lezers te maken. Vandaar dat wij een leesoffensief volop steunen en meer structurele aandacht bepleiten.’
Waarvan akte en zie de twee brochures die ik toevallig kort geleden besprak, Kunst van lezen, het werkt en Lezen loont.
Maar deze activiteiten hebben kennelijk tot nu toe niet zo veel effect. Althans, niet het gewenste effect. Het kan natuurlijk zijn dat de PISA-cijfers zonder die activiteiten nog treuriger zouden zijn geweest, maar dat is niet aan te tonen.
Stichting Lezen legt zelf al een vinger op de zere plek:
Er worden in Nederland op dit moment vele succesvolle inspanningen verricht op het gebied van leesbevordering en het bestrijden van laaggeletterdheid. Deze beschrijven we in een achtergrondartikel op lezen.nl, waarin we ook de PISA-resultaten verder duiden.
Er zijn echter ook zorgwekkende ontwikkelingen: er zijn steeds minder mediatheken in het voortgezet onderwijs en de openbare bibliotheken hebben het moeilijk. Dit ondermijnt de leescultuur.
Zo is het. En Stichting Lezen roept in dat achtergrondartikel, begrijpelijk, om meer investering:
Om het leesplezier en de leesvaardigheid van kinderen en jongeren te vergroten, is structurele financiële steun van de landelijke overheid van belang ̶ juist bij jongeren in het voortgezet onderwijs.
Aansturing op deze doelgroep is door gemeenten vaak niet mogelijk, aangezien middelbare scholen vaak jongeren uit een grotere regio aantrekken. Bovendien is de lage leesvaardigheid op het vmbo een landelijk probleem.
Stichting Lezen pleit er daarom voor om naast gemeentelijke ook landelijke sturing op leesbevordering te realiseren, zowel vanuit de overheid als vanuit Stichting Lezen. Dat zou betekenen dat de overheid met de gemeenten en het onderwijs afspraken maakt over de besteding van gelden gericht op leesbevordering.
De Bibliotheek op school op iedere (vmbo-)school zou een wenselijke en nuttige investering zijn.
Wat dit naar mijn idee impliceert is dat deze middelen uit de onderwijsbegroting zouden moeten komen, liever dan uit de cultuur. Oud zeer in de leesbevordering: verreweg de meeste inspanningen komen steeds uit de hoek van wat beleidsmatig cultuur heet: de bibliotheken, instellingen als Stichting Lezen, CPNB, Stichting Lezen & Schrijven. Moeten ze vooral mee doorgaan.
Maar de basis blijft: scholen met goede schoolbibliotheken, met echte goede boeken naast alle digitalia, en goede, hoog opgeleide en goed betaalde docenten.
Daaraan ontbreekt het een beetje in Nederland.
NB d.d. 12 december 2019: ik vergat nog de oproep van twee ministers (gedateerd 3-12-2019) tot een 'leesoffensief'.
Ministers Van Engelshoven en Slob (onderwijs) roepen op tot een leesoffensief. De leesmotivatie en –plezier van leerlingen daalt en dat heeft invloed op de leesvaardigheid. Die trend willen de ministers van onderwijs keren met een offensief, als aanvulling op andere bestaande manieren om lezen te stimuleren. Het doel van het offensief is voorlezen en lezen onder jongeren stimuleren. Want lezen leer je door voorgelezen te worden en door zelf te lezen.
Minister Van Engelshoven: 'Nieuwe werelden ontdekken, avonturen beleven die je in het echt nooit zou meemaken en een kijkje geven in de gedachten van mensen die heel anders zijn dan jij. Lezen is prachtig! We gaan er alles aan doen om jongeren daar achter te laten komen. Daarvoor ligt er ook een rol voor ouders. Lees je kind voor!'
Opvallend is dat bijna nergens in het persbericht over investeren wordt gerept.
Er wordt verwezen naar het al eerder gepubliceerde Curriculum.nu:
Het offensief bestaat uit meerdere acties, gebaseerd op een advies van Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad. Leesplezier en –motivatie worden vaste onderdelen van het verbeterde curriculum. Op deze manier kan modern en eigentijds onderwijs helpen om het leesplezier en –motivatie op de lange termijn te verbeteren.
Op korte termijn komt er een publicatie aan alle scholen over wat werkt om het leesonderwijs te verbeteren.
Ook gaan de ministers samen met onderwijs- en leesorganisaties in gesprek hoe het leesplezier vergroot kan worden. Hierbij zal extra aandacht zijn voor groepen die nu achterlopen, zoals vmbo’ers, jongens en leerlingen die meertalig zijn opgevoed.
Bibliotheken krijgen een belangrijke rol in de aanpak. Bovendien roepen de ministers ouders en grootouders op hun kinderen of kleinkinderen regelmatig voor te lezen.
Nou maar hopen dat de bibliotheken hiervoor extra budget krijgen van hun gemeentes. Want ja, bijna alles wordt in Nederland gedecentraliseerd, en voor de bibliotheken gold dat al lang.
Maar kijk, tóch nog iets over budget:
Het is niet nieuw dat de leesvaardigheid en het leesplezier onder leerlingen daalt. Er wordt op verschillende andere manieren lezen gestimuleerd. Zo krijgen ouders bij de geboorte van hun kind een jeugdlidmaatschap voor de bibliotheek. Op scholen zorgt Bibliotheek op School ervoor dat kinderen gemakkelijk boeken kunnen lenen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt waardoor er in de komende jaren veel meer jeugdboeken beschikbaar komen bij de e-bibliotheek. Ook werd eerder bekend dat er extra geld komt voor onder andere lesprogramma’s over taal op basisscholen.
Zie hier de bijbehorende brief aan de Tweede Kamer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten