Zoeken in deze blog

donderdag 3 februari 2022

Mislukking

Wat een vermoeiend verhaal, dacht ik na een vijftigtal bladzijden. Wil ik echt verder lezen over Wilbur de Mislukkeling?

Sue Townsend maakte in 1982 furore met The Secret Diary of Adrian Mole, aged 13¾ en daaropvolgende delen en vertalingen, ook in het Nederlands (Het geheime dagboek van Adriaan Mole, 13¾ jaar, zelfde jaar, vertaling Sylvia Witteman). Adrian Mole worstelde met allerlei zaken en had een heel eigen visie op zijn talenten en de manier waarop Townsend hem dat onder woorden liet brengen was buitengewoon geestig.
Ze evenaarde daarmee min of meer The Catcher in the Rye van J.D. Salinger, zo ongeveer de oerversie (het boek verscheen in 1951) van over zichzelf en hun perikelen vertellende tieners, en gaf een nieuwe impuls aan dit genre verhalen.
Het vergt veel schrijverstalent om het geouwehoer van zulke jonge vertellers boeiend te houden.

Iets heel bijzonders van Susin Nielsen past in deze traditie. Maar Wilbur is wel heel erg wijdlopig, én heel erg in het algemeen, hoe lief hij ook is voor zijn mormel van een hond, voor zijn beide moeders (de Mampa's) en voor de oude buurman Sal, zijn 'beste vriend'.
Wie nu recht overeind komt, wordt beloond. 
Wat je verder ook vindt van Nielsens verteller, het verhaal loopt over van rijke details, ironische kanttekeningen en originele vondsten (alleen al die Mampa's!). Je moet alleen wel even door die eerste vijftig bladzijden heen.
Een citaat:
 
Wat me vooral nog bijstaat van die eerste keer dat ik dat gigantische, oude bakstenen gebouw in stapte, was het kabaal. Ik had natuurlijk wel vaker meer mensen om me heen gehad: er waren geregeld afspraakjes en uitjes met anderen die thuisonderwijs kregen. Maar dan hebben we het over tien tot vijftien stuks tegelijk, max. De gangen van het PET waren afgeladen met honderden scholieren die schreeuwden, lachten, kluisdeurtjes dichtsmeten en rondrenden, ondanks alle bordjes waarop stond dat je rustig moest lopen. Mijn instinct riep dat ik rechtsomkeert moest maken en weer naar buiten benen. Maar ik dacht aan wat Map de avond ervoor had gezegd, toen ik niet kon slapen: 'Vergeet niet, Wil: elk nieuw begin levert nieuwe ervaringen op.'
Dus ik liep verder.
Mijn oksels klotsten van het angstzweet tegen de tijd dat ik het lokaal had gevonden. De docent, Mr. Markowitz, stond bij zijn bureau. Ik zie hem nog voor me in zijn bruine pak, de schouders besneeuwd met roos. We kregen een opdracht. 'Schrijf een brief aan jezelf. Beschrijf jezelf zoals je nu bent. Maak dan een lijstje met doelen die je hoopt te bereiken voordat je eindexamen doet. Stop je brief in een envelop die ik erbij geef, schrijf je naam erop en plak hem dicht. En wees gerust volkomen openhartig,' voegde hij eraan toe. 'De brieven worden achter slot en grendel bewaard in de tijdcapsule. Over zes jaar krijgen jullie ze bij de diploma-uitreiking ongeopend terug.'
Ik was vastberaden netjes te doen wat me werd opgedragen.
Dus ik was volkomen openhartig.
Na school bracht Mr. Markowitz de gesloten enveloppen naar de tjidcapsule, wat niet echt een tijdcapsule was maar een kluis in het kantoor van de directeur. Het was maar een klein eindje lopen vanaf het lokaal, een trap af en dan links.
Maar volgens een betrouwbare ooggetuige bleef Mr. Markowitz even staan om aan zijn ballen te krabben. Dat klonk wel geloofwaardig, want zoals we in de loop van dat jaar zouden ontdekken krabde Mr. Markowitz vaak aan zijn ballen. Zo vaak zelfs dat het gerucht ging dat hij schaamluis had.
Terwijl hij stond te krabben, gleed er ongemerkt een brief uit het stapeltje.
Die van mij.

Die brief staat er uiteraard in. Ja, lezer, als je het nu ondanks de wijdlopigheid heel jammer vindt dat ik die niet citeer, moet je vooral dit boek kopen of lenen, en natuurlijk lezen.
Om de nieuwsgierigheid aan te wakkeren hier de eerste alinea:

Brief voor de tijdcapsule, jaar eindexamen 2025

Naam: Wilbur Alberto Thüringer Jiménez
Leeftijd: 11 3/4

Beschrijf jezelf zoals je nu bent: Ik ben 1m62. Farah, een van mijn thuisles-vrienden in Vancouver, zei dat ik de jonge Marty Feldman zou kunnen spelen als er ooit een biopic over hem werd gemaakt, wat ik opvatte als een compliment, tot we naar Young Frankenstein keken. Farah gaf me ook de bijnaam 'Blubber' omdat ik (a) mollig ben en (b) veel huil.
De Mampa's zeggen steeds dat het (a) maar puppyvet is en ik binnenkort wel een groeispurt krijg en dat (b) huilen niks is om je voor te schamen en dat de wereld meer gevoelige mannen nodig heeft. Ze zeggen ook dat mijn uiterlijk vanzelf wel bijtrekt. Ik hoop dat ze gelijk hebben.

De links heb ik uiteraard toegevoegd.
De brief wordt natuurlijk gevonden en op 'alle sociale media die de mensheid kende' geplaatst. De pestkop van dienst dient zich snel aan, maar gelukkig ook vrienden.
Die groeispurt komt er.
De meest hilarische en ingrijpende episode is de uitwisseling met een Franse schoolklas. Wilbur krijgt Charlie als logé: een meisje (had-ie niet gedacht) voor wie hij valt als een blok. Hoe het afloopt, ga ik hier niet vermelden. Evenmin geef ik details vrij over hoe zijn vrienden (inclusief buurman Sal) het aanpakken om Wilbur over zijn evidente minderwaardigheidscomplex heen te krijgen. Noch over het mooie einde.
Het is een onderhoudend, soms ontroerend maar zeer wijdlopig verhaal, dat er naar mijn mening aan gewonnen zou hebben als het niet in een soort dagboekvorm was gegoten, maar verteld door een anonieme verteller.



Nielsen, Susin. Iets heel bijzonders. Vertaling Lydia Meeder en Barbara Zuurbier. Lemniscaat, 2021. ISBN 978 90 477 1326 5, 236 p.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten