Zoeken in deze blog

dinsdag 8 februari 2022

Wegens succes gesloten

Ooit, zo'n vier decennia of misschien nog langer geleden, had ik een interview met de directeur van de Tilburgse openbare bibliotheek. (Ze is inmiddels allang met pensioen, mag ik aannemen.) Ze vertelde me o.a. dat de dienstverlening aan scholen afgebouwd ging worden, want die was wegens doorslaand succes te duur geworden.
Onze nationale financiën waren en zijn zo ingericht dat openbaar bibliotheekwerk en onderwijs uit verschillende potjes worden betaald, potjes met beheerders die geen rekening met elkaar houden want ze wonen in verschillende overheidshuizen. In het onderwijspotje zat niet genoeg om die dienstverlening in stand te houden, in het bibliotheekpotje evenmin. Dus hoe gewaardeerd ook, en hoe evident het ook was dat de dienstverlening door de openbare bibliotheek een grotere uitgave aan leesmateriaal door scholen onderving, het moest minder of weg.

Hieraan moest ik de denken toen ik bij Lezen 2021-4 een brief aantrof, ondertekend door Gerlien van Dalen, 'directeur-bestuurder Stichting Lezen'. Ik citeer:

Vier keer per jaar ontvangt u Lezen, het kwartaaltijdschrift van Stichting Lezen over leesbevordering en literatuureducatie. Uit de reacties weten we dat het tijdschrift hoog gewaardeerd wordt. We zijn blij met u als lezer van ons tijdschrift. En we zijn blij dat het aantal abonnees nog steeds toeneemt. Zo kunnen we onze kennis delen met steeds meer professionals in het onderwijs, de kinderopvang en de leesbevorderingswereld.
Er zit echter ook een andere kant aan. Een blad maken en verzenden is kostbaar. Met het toenemende aantal abonnees worden de kosten verhoudingsgewijs te hoog. Daarom vragen we u om een vrijwillige bijdrage van minimaal € 15,- per jaar. Dat stelt ons in staat het tijdschrift te blijven maken zoals u het kent: op papier, aantrekkelijk vormgegeven en boordevol bruikbare informatie.

Nu maakt papier zeker niet de hoofdmoot uit van de kosten om een tijdschrift te maken. Verzendkosten en drukkosten worden per nummer lager naarmate er meer gedrukt worden. 
Maar bij elkaar stijgen die kosten natuurlijk wel naarmate er meer verzendadressen zijn en kennelijk was Lezen al een begrotelijke zaak voor de stichting. Druppels en overlopende emmers en zo. Uit de jaarrekening is helaas over de kosten van Lezen niets specifieks te halen.
 
Lezen was en is bedoeld als uitstalkast voor de stichting. Van een onafhankelijke redactie is formeel geen sprake. De directeur-bestuurder schrijft al sinds jaar en dag het redactioneel, twee medewerkers zitten in de verder door freelancers bevolkte redactie, een eigen standpunt ten opzichte van de stichting is er niet. 
Is helemaal niet erg en doet aan de inhoud niets af, maar daarmee is het tijdschrift Lezen wel onvervreemdbaar onderdeel van Stichting Lezen, die vrijwel geheel wordt bekostigd uit openbare middelen. Het was en is in principe dan ook gratis.
 
In feite vraagt directeur-bestuurder Gerlien van Dalen ons nu dus om een vrijwillige bijdrage aan Stichting Lezen. De gulle gevers moeten maar hopen dat hun bijdrage inderdaad gericht wordt besteed aan het tijdschrift. 
Ongevraagd advies: toon in komende jaarrekeningen duidelijk waar de kosten zitten, wat deze vrijwillige bijdrage heeft opgeleverd en waaraan hij is besteed.
 
 

 
En hoe is het met Lezen? Staat het inderdaad 'boordevol bruikbare informatie'.
Toevallig is nummer 2021-4 beslist een van de betere. Een mooi portret van Daan Remmerts de Vries, een informatief artikel over leesactiviteiten in de buitenschoolse opvang, en een over non-fictie-boeken bij de 'zaakvakles' en begrijpend lezen, een interview met Els Pelgrom, van wie binnenkort na jaren stilte een nieuw boek verschijnt, en een interview met Conrad Berghoef, de docent die te fiets boeken ging rondbrengen bij zijn leerlingen (tekening hierboven van Femme ter Haar) en daarover een boek schreef, Leraar op de fiets. (Binnenkort bespreking in dit blog.) Een interview met dichter Lisa Loeb, een column door Imme Dros, een portretje van twee 'bevlogen leesbevorderaars', aankondigingen van nieuwe titels en nog meer.

Uit het interview met Lisa Loeb vis ik dit citaat:

Bijna alle wanden in het huis van mijn ouders bestonden en bestaan uit boekenkasten. Ik mocht pakken en lezen wat ik wilde. Mijn moeder las ook voor, heel veel Annie M.G. Schmidt: Pluk van de Petteflet, Minoes, Jip en Janneke. Dan draaide ze trouwens de rollen soms om. Janneke was stoer en Jip was juist de bangerik. Ja, de magie van fictie, van de vertelkunst heb ik echt wel van huis meegrekregen.

Ja, dat werkt. Weten we ook uit veel onderzoek.
Nog zo'n citaat, uit een interview met Sholeh Rezazadeh. Ze vertelt hoe ze zich het Nederlands eigen maakte.

Ik volgde een intensieve taalcursus, praatte Nederlands zodra het kon, keek tv-programma's: [Lachend] Boer zoekt vrouw, het echte Nederland. Boeken die ik in het Perzisch had gelezen, las ik in Nederlandse vertaling, en ik las Nederlandse schrijvers: Biesheuvel, Kopland. Ik bezocht culturele evenementen, vroeg op een gegeven moment of ik zelf iets mocht voordragen. Ik kende niemand, kende ook de smaak van hier niet en wilde testen wat men ervan vond.

Prachtig en hopelijk inspirerend, zo'n snelkookpan-cursus taal die deze van oorsprong Iraanse auteur zich in zes jaar tijd heeft gegeven.

Er zijn wel saaiere nummers van Lezen langsgekomen!
De greep hierboven toont wellicht ook de reikwijdte van de inhoud: van kinderopvang tot bovenbouw secundair onderwijs. De doorgaande leeslijn, het is de theoretische basis onder het werk van Stichting Lezen. 
Daarmee maakt de redactie het zich niet makkelijk, want doorgaans kiezen lezers toch hun leesgoed op basis van hun eigen bezigheden. De keuze voor veel interviews is slim: die verleiden sneller tot lezen buiten het eigen interessegebied. Ook zo'n reeks bijdragen die een kijkje biedt in het atelier van illustratoren is daarom een goede keuze.
Of Lezen daadwerkelijk leidt tot nieuwe initiatieven, dat weet ik niet, maar het is momenteel wel het enige tijdschrift in onze niche en het wordt met zorg en liefde gemaakt.
Het zou jammer zijn als Stichting Lezen zou moeten besluiten het tijdschrift wegens doorslaand succes te stoppen.
Het ware wellicht beter geweest als Stichting Lezen vanaf het begin had geholpen een tijdschrift op de markt te houden (bijvoorbeeld Leesgoed) of te brengen dat zichzelf zou kunnen handhaven, al dan niet met een klein beetje subsidie. Maar ja, dat is vermoedelijk een ver gepasseerd station.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten