Het is een verrassend en ambitieus idee, een boek te maken met beschrijvingen van soorten die kinderen (en volwassenen) in ieder geval zouden moeten kennen. Geïnspireerd door de Canon van Nederland, denk ik, waarbij meteen dient opgemerkt dat in Soortenschat rekening wordt gehouden met Belgische lezers, zie bijvoorbeeld op p. 13 de Iep, die volgens auteur Geert-Jan Roebers in België vaak Olm wordt genoemd. En zie ook de titel.
Voluit heet het boek Soortenschat, kindercanon van de Natuur in de Lage Landen.
Het is mooi uitgevoerd, mede dankzij de tekeningen van Pieter Fannes.
De rond honderd soorten zijn verdeeld over zeventien hoofdstukjes: 'Buurtbomen', 'Buurtvogels', 'Buurtplanten', 'Insecten', 'Tuinbloemen', 'Veel- en nulpoters', 'Groene sprieten', 'Plattelandsvogels', 'Paddenstoel & co', 'Slootdieren', 'Gewassen', 'Watervogels', 'Wilde bomen', 'Zoogdieren', 'Struiken & klimmers', 'Strandvondsten' en 'Schatten'. Dat laatste wonderlijke hoofdstukje bevat een allegaartje aan soorten, die je zou moeten vinden 'als je iets anders zoekt', en dat zijn volgens de auteur Reuzenbovist, Vos, IJsvogel, Grijze zeehond, Passiebloem en Ringslang. Ze hadden stuk voor stuk in een van de voorgaande hoofdstukjes gekund.
Over de keuze van soorten valt te twisten, maar de gekozen soorten zijn wel algemeen genoeg om te passen in het idee van een canon. Daarover dus niet gezeurd, er zijn nu eenmaal grenzen te respecteren als je zo'n boek maakt en de gepresenteerde soorten worden mooi in beeld gebracht en beschreven in een vast stramien, dat op p. 8 wordt toegelicht.
Er zijn niettemin wat kanttekeningen te plaatsen.
Nergens wordt de grootte vermeld. Dat hindert niet als de soorten erg bekend zijn, zoals de Merel, maar het blijft merkwaardig dat bijvoorbeeld Ree en Egel ongeveer even groot worden afgebeeld (p. 116 en 117) en idem Boerenzwaluw en Kievit (p. 68 en 69). Ook mis ik bij de meeste soorten wat ze eten en als er iets essentieels is aan natuur, dan wel eten en gegeten worden. Ja, geldt ook voor planten, zie Briljante planten, van dezelfde auteur.
Aangezien alle soorten worden geïntroduceerd met een kort tekstje en daaronder 'waar?' en 'het jaar', zou daaronder 'hoe groot?' en 'voedsel' niet misstaan hebben.
Verder staat er bijna overal een tekstje 'niet verwarren met'. Verklaarbaar, maar soms juist verwarrend... Zeker als bijvoorbeeld op p. 21 die 'snelle test' voor de Gierzwaluw wordt gepresenteerd:
'Zwaluw' is een verzamelnaam voor diverse soorten. We zinden in onze streken bijvoorbeeld de Boerenzwaluw, de Oeverzwaluw en de Huiszwaluw... en die verschillen nogal van elkaar. Zoals wordt uitgelegd op p. 68! Had daarnaar verwezen...
Voorts wordt op p. 89 niet uitgelegd wat paren is, en op p. 115 moet je weten wat zoogdieren zijn.
De wolkjes met 'onthouden' ('breinlijmklemmen'), bedoeld als
ezelsbruggetjes, zijn vaak nogal vergezocht, wat de auteur ook lijkt te
beseffen want op p. 8 meldt hij: 'Vind je die ezelsbrug raar of
kinderachtig? Dan werkt hij juist! Verzin je een betere? gebruik die!'.
Kortom, mooi initiatief, leuk boek, bijna helemaal geslaagd.
Roebers, Geert-Jan. Soortenschat.Kindercanon van de natuur in de Lage Landen. Met illustraties van Pieter Fannes. Gottmer, 2022. ISBN 978 90 257 7363 2, 152 p.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten