Daar had je hem weer: de burger. Terug van niet-weggeweest, maar deze keer maak ik er toch weer even melding van, want een HJ Schoo-lezing is tenslotte een status-dragende gebeurtenis waarover in dagbladen bericht wordt.
De HJ Schoo-lezing is, aldus Wikipedia, 'een jaarlijkse lezing georganiseerd door Elsevier Weekblad, en is vernoemd naar de oud-hoofdredacteur Hendrik Jan Schoo (1945-2007).'[...] 'De naam van de lezing wordt gespeld met de initialen HJ zonder puntjes en een koppelteken tussen Schoo en lezing.'
Op de website van dat weekblad is de lezing alleen voor abonnees in zijn geheel te lezen of als brochure te bestellen, maar op Youtube in zijn geheel te beluisteren.
Dit jaar sprak minister Dilan Yeşilgöz-Zegerius en ze had het, volgens de recensie in NRC, onder meer over de vermeende kloof tussen 'overheid' en 'burger'.
Ik citeer:
Yesilgöz ziet een afstand tussen burgers en overheid die zo groot is dat het wederzijdse onbegrip toeneemt. „De patstelling die dan lijkt te ontstaan, leidt er steeds vaker toe dat maatschappelijke vraagstukken vervolgens bij een rechter worden neergelegd. Van de plenaire zaal naar de rechtszaal. Dat zet het gezag van de rechter binnen de trias politica onder druk, net als de democratische legitimiteit van grote beleidswijzigingen.”
Om die afstand te overbruggen, moeten overheid en burger met elkaar in „relatietherapie”.
Yesilgöz pleit voor een overheid die duidelijk en betrouwbaar is. „Uiteraard kijk ik hier als eerste naar mijzelf, naar collega-bestuurders en naar andere politici. Wij moeten het goede voorbeeld geven, zorgen dat wat we doen transparant, navolgbaar, uitvoerbaar en helder is. Niet besluiten nemen en daarna aan mensen uitleggen waarom dat goed voor hen is, maar eerst onderzoeken wat er leeft en hoe wij hen beter kunnen dienen. We moeten altijd oog hebben voor hoe beleid uitpakt in de praktijk. Zorgen dat de rechtsbescherming op orde is.”
Om die afstand te overbruggen, moeten overheid en burger met elkaar in „relatietherapie”.
Yesilgöz pleit voor een overheid die duidelijk en betrouwbaar is. „Uiteraard kijk ik hier als eerste naar mijzelf, naar collega-bestuurders en naar andere politici. Wij moeten het goede voorbeeld geven, zorgen dat wat we doen transparant, navolgbaar, uitvoerbaar en helder is. Niet besluiten nemen en daarna aan mensen uitleggen waarom dat goed voor hen is, maar eerst onderzoeken wat er leeft en hoe wij hen beter kunnen dienen. We moeten altijd oog hebben voor hoe beleid uitpakt in de praktijk. Zorgen dat de rechtsbescherming op orde is.”
[...]
De VVD’er ziet een Nederlandse samenleving die het gevoel van trots,
op een land waar alles goed geregeld is, aan het kwijtraken is – wat het
Sociaal en Cultureel Planbureau eerder deze maand ook al vaststelde.
Volgens haar is dat de overheid te verwijten. „We hebben een aantal grote fouten gemaakt. Fouten die niet alleen grote gevolgen hebben gehad voor individuen, maar daarmee ook voor de relatie tussen de overheid en die mensen voor wie wij er hadden moeten zijn.” Yesilgöz noemde de toeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen als voorbeeld. „De instituties die onze rechtstaat vormen en die slachtoffers bescherming hadden moeten bieden, hebben gefaald. En te lang nam niemand daarvoor verantwoordelijkheid.”
Einde citaten.
Niet voor het eerst vraag ik me gefascineerd af of er bij de overheid dan geen burgers zijn. Zelfs minister Dilan is volgens mij een burger, met de Nederlandse nationaliteit. Alleen de koning is geen burger, toch? Maar zeker wel de ijverige ambtenaren achter de loketten in het gemeentehuis, of de zeer burgerlijke topambtenaren van onze ministeries, evenals onze brandweerlieden, de unverfroren prikkende medewerkers van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst en onze politie-agenten, die overigens soms ook doen alsof ze pas burger zijn als ze 'in burger' gaan, maar zo gaan ze zeker toch ook naar het stemhokje.
Om maar een handvol te noemen van de kwart miljoen overheidsmedewerkers.
Met die relatietherapie wordt het natuurlijk niks.
Een groot deel van de burgers zou kunnen beseffen dat ze de overheid hebben waarvoor ze zelf hebben gestemd: klein en machteloos, en budgetair gezien doorgaans graatmager. Neem de aanhangers van Dilans eigen partij, die toch altijd sterk te vinden waren voor een zich terugtrekkende overheid, ten gunste van 'het bedrijfsleven'. Nou zijn ze eindelijk zo ver, is het weer niet goed.
Die ontevreden burgers hoeven niet 'in relatietherapie' met de overheid (die ze wellicht zelf belichamen), die moeten zich eens gaan afvragen wat ze nou eigenlijk voor samenleving willen.
Voor het overige sprak ze overigens behartenswaardige woorden over maatschappelijke omgansvormen en persvrijheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten