Zoeken in deze blog

woensdag 8 oktober 2025

Een boek voor jou

 
Onder deze leus werkt de door Marit Törnqvist in gang gezette stichting met het doel dat:
 
elk kind dat gevlucht is naar Nederland het boek Een boek voor jou krijgt als welkomstgeschenk. Een boek voor jou is een bloemlezing van mooie en bekende verhalen, gedichten en illustraties uit de Nederlandstalige kinderliteratuur, vertaald naar de zes meest gesproken talen in azc’s. Met het boek en activiteiten rond het boek op azc’s, wil de stichting bijdragen aan leesplezier, de ontwikkeling van taal en lezen en het algehele welbevinden van gevluchte kinderen. 
 
Zie ook de website. Wat is min of meer een losse actie was, zie ook hier, wordt nu een stichting. Op 3 november wordt die in Utrecht 'feestelijk gelanceerd'.
Het blijft niet bij een boek, betrokken auteurs en illustratoren gaan ook op tournee langs asielzoekerscentra, voorjaar 2026.

maandag 6 oktober 2025

Kerndoelen al dan niet functioneel

Een bericht passeerde in Biebtobieb en leidde me naar de website actualisatiekerndoelen.nl/nederlands.
Actualisatie, actualisering, kerndoelen, nee, nieuwe kerndoelen, nee, ze zijn juist al geactualiseerd, lezen we.
Want, aldus een bijdrage van Stichting Lezen op Biebtobieb, 
 
De geactualiseerde kerndoelen Nederlands leggen een basis voor rijk onderwijs voor alle leerlingen en vormen een brede opdracht voor het onderwijs. Ondersteuning van de Bibliotheek is hierbij zeer welkom. Daarom heeft Stichting Lezen in samenwerking met professionals uit de bibliotheek en het onderwijs het document Aan de slag met de Conceptkerndoelen Nederlands gemaakt. In dit inspiratiedocument doen wij suggesties over wat bibliotheken voor de scholen kunnen betekenen bij het maken van een goede vertaalslag van de conceptkerndoelen naar onderwijsactiviteiten en didactiek.

Zo zo. Nu zijn het ineens conceptkerndoelen? Geactualiseerd en al. Brede opdracht.
Zullen we die al dan niet concept- en al dan niet geactualiseerde kerndoelen er eens bijhalen?
Hm, keuze genoeg hier:
 
Welkom op het platform actualisatie kerndoelen Nederlands

Via dit platform blijf je op de hoogte van de actualisatie van de kerndoelen Nederlands.

In april 2025 leverde SLO de set definitieve conceptkerndoelen Nederlands op. Benieuwd? 
Bekijk het nieuwe kerndoelenboekje. In april 2025 leverde SLO de set functionele kerndoelen voor Nederlands op, bekijk het nieuwe kerndoelenboekje voor de functionele kerndoelen. Je kunt ook de formele opleveringsdocumenten voor de kerndoelen Nederlands en de functionele kerndoelen Nederlands bekijken.

Wil je nu al aan de slag? Op de webpagina
Aan de slag vind je tips.

Via dit platform blijf je voorlopig op de hoogte van het proces en de laatste ontwikkelingen. Meld je aan voor de automatische updates om notificaties te krijgen van het laatste nieuws.


Tjonge. Vier soorten kerndoelen... Nou, zo leer je wel lezen. Voorlopig alleen nog maar op dat nieuwe kerndoelenboekje geklikt. Het levert een pdf op getiteld Definitieve conceptkerndoelen Nederlands en rekenen en wiskunde herziene versie 2025.
Definitieve concepten - en nog eens herzien. Wat een scherpslijpers moeten hier aan het werk zijn geweest!
 
 
 
Wordt wellicht vervolgd. 

zondag 5 oktober 2025

Waarom heeft de pelikaan zo'n grote bek?

Het intrigeerde, dit boekje, vanwege de titel: Mag je haaien aaien?
Rare vraag. Wie zou dan toestemming moeten geven? Papa, mama, de juf, de regering, een god? En wie zou er in vredesnaam een haai willen aaien?
Dus aangevraagd.
Het is een prentenboek met gewatteerde omslag, stevige bladen en illustraties die het eerste ogenblik doen denken aan een boekje bedoeld voor peuters en kleuters. Maar de tekst en de opzet suggereren iets oudere kinderen, die al kunnen lezen en, niet onbelangrijk, onderscheid kunnen maken tussen feit en fictie, en soms enige kennis vooronderstellen.
De opzet: een vraag, een fictief antwoord en een feitelijk antwoord.
Neem 'Kunnen kikkers kussen?'

 
Fictief antwoord:
 
Kikkers krijgen graag kusjes. Ze kunnen urenlang stilzitten op hun lelieblad. Met getuite kikkerlippen wachten ze daar op een zoen. Om dan, hocus pocus pas, plots te veranderen in een dappere prins met een wapperende mantel.
 
Feitelijk antwoord:
 
Maar eigenlijk zit het zo: kikkers kunnen niet kussen, maar wel geweldig kwaken. Het zijn zelfs de enige dieren die kwaken. Het kwaken bij kikkers heeft dezelfde functie als het kussen bij mensen. Al kwakend lokt het mannetje het vrouwtje tot bij zich. Het kikkermannetje dat het mooiste kwaakt krijgt vaak het leukste kikkervrouwtje.
 
Om dit te savoureren moet je dus begrijpen dat er in het fictieve antwoord naar een sprookje verwezen wordt en weten wat een prins is. Bovendien moet je een woord als functie kennen en dan vervolgens aannemen dat mensenmannen een soort kuswedstrijd houden: wie het beste kust, krijgt de leukste vrouw.
Dat is Darwin te kort door de bocht. 
 
 


Nog een voorbeeld: 'Waarom zijn flamingo's roze?'
Om te beginnen, en dat geldt voor alle 'waarom'-vragen in dit boekje, waarom veel flamingo's roze zijn weet niemand. Gelovigen kunnen zeggen: omdat God dat zo heeft geschapen. 
Waardóór flamingo's roze worden, hoe dat gaat, is wel bekend want onderzocht: door het eten van beesten met natuurlijke kleurstoffen, met name garnalen.
 
Het is een verschijnsel dat zich in het algemeen allengs uitbreidt, het vervagen van onderscheid tussen oorzaak en reden, tussen hoe en waarom. Vermoedelijk doordat mensen behoefte hebben aan samenhang, zinvolheid, aan redengeving en doelstelling, en bang zijn van doelloze chaos, zinloze ketens van oorzaak en gevolg. Zinvol is positief, zinloos negatief. Dat de mensheid, en eigenlijk het hele bestaan, een 'schitterend ongeluk' is wil er bij de meesten niet in. Het blinde lot is niet geliefd.
Dus waarom kippen een kam op hun kop hebben, waarom okapi's een zebrabroekje aan hebben, waarom flamingo's roze zijn, waarom een pelikaan zo'n grote bek heeft, waarom een bromvlieg bromt, om wat vragen uit dit boekje te noemen, we weten het niet, wel is vaak bekend (want onderzocht) hoe het komt. 
Gelukkig zijn er ook andere vragen in dit boekje: kan een octopus in de knoop raken, zijn krabben de kappers van de zee, hoe blijven slakken plakken, kunnen pinguïns vliegen, bestaan er omaslangen (de op-een-na raarste vraag), zoals al gemeld of kikkers kussen kunnen en de titelvraag, of je haaien mag aaien (de raarste vraag). Dat zijn allemaal min of meer hoe-vragen en zo zijn de waarom-vragen in dit  boekje ook bedoeld.
 
Het is een didactisch principe, dacht ik, dat je vooral vertelt hoe het zit en niet hoe het niet zit. Daar wijkt dit boekje glansrijk van af. Laten we die pelikaan nog even bekijken voor we met de haai eindigen.


Een pelikaan is een groepsdier, hij babbelt erop los. Een praatje hier, een praatje daar. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Zijn kwebbelbek staat nooit stil. Van zo veel getater, getoeter en getetter krijgt de pelikaan een grote bek.
 
Nee hoor:
 
Maar eigenlijk zit het zo, de pelikaan kan met zijn grote bek veel vis vangen. Hij slaat met zijn vleugels op het water en jaagt zo de vissen naar een ondiep stuk. Daar schept hij ze makkelijk op met zijn bek. Aan de bek hangt een keelzak, waardoor de pelikaan veel water en vis kan opscheppen. Als hij zijn bek in de lucht steekt, loopt het water weg en blijft de vis over. Die slokt hij dan in één keer op.
 
Altijd gedacht dat een pelikaan een snavel heeft. Hier zien we ook een valkuil van het waarom: als dit een reden zou zijn, zou je verwachten dat álle viseters zo'n keelzak hebben. Handig, niet waar? Het is ingewikkeld en (zie boven) weinig bevredigend om uit te leggen dat er nu eenmaal veel variatie in de natuur is, iets met vallen & opstaan ofwel trial & error, en nog een beetje toeval.
Maar dat het beest veel vis kan opslaan in die keelzak is ontegenzeggelijk waar, net als hun jachttechniek.


O.k., de hamvraag: 'Mag je haaien aaien?'
 
Fictief antwoord:
 
Haaien kunnen niet zo goed tegen aaien, knuffelen en kietelen. Ze krijgen er de slappe lach van en slaan dan wild om zich heen met hun staart en vinnen. Opgelet dus, want dat kan best gevaarlijk zijn. Ook een glibberende haai blijft altijd een stoer en sterk dier.
 
Feitelijk antwoord:
 
Maar eigenlijk zit het zo: haaien zien er met hun grote scherpe tanden en hun felle kleine ogen niet echt aaibaar uit. De kans dat jij bij het pootjebaden aan zee een haai tegenkomt is gelukkig heel klein. Als er toch eens een verstrooide haai in de buurt komt, maak je dan maar snel uit de voeten. Want als een haai op zoek is naar voedsel, zou die kunnen denken dat jij een zeehond bent of een ander lekker dier uit de zee. Die haai aaien is dan zeker geen goed idee!
 
Dat is niet echt een antwoord op de vraag of het mág. Maar wel een goed advies. Dat geldt trouwens in het algemeen voor álle wilde dieren, en ook voor huisdieren die niet bij je in huis wonen.
Of haaien 'felle ogen' hebben, is een kwestie van smaak, de auteur vindt kennelijk van wel. 
Die auteur staat wonderlijk genoeg niet vermeld op de voorkant van het boek, maar wel op de titelpagina en achterop: Katrijn De Wit. Inge Rylant maakte de illustraties, Laura Bergans deed de vormgeving.
 
Die illustraties zijn voor een 'weetjes'-boek wonderlijk abstract, zoals bovenstaande afbeeldingen tonen. Je zou met dit boekje als gids niet echt een flamingo herkennen, laat staan een haai. Mooi vormgegeven, maar nauwelijks informatief. En een 'weetjes'-boek zou het moeten zijn, want het is er een uit een reeks 'Wijze Weetjes', waarvan één met de beslist wel grappige titel Komt oude kaas van oude koeien?
 
De Wit, Katrijn, Inge Rylant en Laura Bergans. Mag je haaien aaien? Pelckmans, 2025. ISBN 978 94 6234 855 4, 52 p. 4e, volledig herwerkte druk. Oorspr.: 2019.    

vrijdag 3 oktober 2025

Leer- en ontwikkelgebieden

Natuurlijk, hoe meer er gelezen wordt, hoe beter. Wie niet leest, mist een hoop en is dus slechter af. Nou ja, luisteren kan ook nog, is goede tweede. Al is het maar omdat ook luisteren een vaardigheid is die lijkt af te nemen.
Niet alles wat er valt te lezen (of te beluisteren) draagt per se bij aan geluk, wijsheid en kennis. Al kun je zelfs van de berichten in hoofdletters van die ene president (met een achternaam die tot zijn geluk uit één lettergreep bestaat) iets leren, namelijk hoe vreemd zijn geest werkt.
Er wordt veel onzin en onwaarheid verspreid via de zogenoemde social media, en soms ook in andere media. Je moet echter goed kunnen lezen om zin van onzin te kunnen onderscheiden en de waarheid van beweringen te kunnen onderzoeken. 
 
Gelukkig vinden de docenten Inouk Boerma, Janneke de Jong-Slagman en Wenckje Jongstra dat 'de jeugdliteratuur in Nederland van zeer hoge kwaliteit is' (pfff, gelukkig maar, geen onvoldoende), en
 
'dus ja, er zijn veel jeugdboeken die je direct kunt inzetten in de leer- en ontwikkelgebieden. Denk aan De Wonderverteller van Lida Dijkstra over de reizen van Marco Polo als koopman en ontdekkingsreiziger. Hoe reisde hij en hoe kreeg men destijds een beeld van het Verre oosten? Naast kennis kun je je als lezer ook identificeren met het stoere en leergierige dienstmeisje Maria. Kortom, talrijke aanknopingspunten voor allerlei kerndoelen. En dan bevat het boek ook nog prachtige illustraties.'
 
Ze bedoelen het goed, maar tjonge, wat zit er veel stijfsel in de uitspraken van dit tamelijk zelfverzekerde drietal dat Mirjam Noorduijn interviewde. Laten we het ze vergeven, het zijn nu eenmaal docenten.
 
'We moeten studenten de juiste leesattitude meegeven,' aldus Boerma. 'Dat het normaal is als leerkracht boeken te lezen en je te blijven verdiepen in wat er nieuw verschijnt. Het zou echt al een grote stap zijn als er gewoon meer kinderboeken worden gelezen door studenten en leerkrachten.'
 
Waarvan akte. Het interview is te vinden in Lezen 2025-3.
Verder zijn er allerlei interessante artikelen en interviews te vinden in dit nummer. Aandacht voor Annemarie van Haeringen, vanwege de haar toegekende Max Veltuijs-prijs, voor Bette Westera wegens 25 jaar schrijverschap, voor de dit jaar overleden Aidan Chambers, voor docent Koen van Brussel die zijn leerlingen (havo/vwo) dystopiche romans voorschotelt, voor de dikke bundel poëzie over onderwijs, Er hangt iets van lente in de klas... die binnenkort ook in dit blog wordt besproken, voor Thekla Reuten die zich inzet voor Smartphonevrij Opgroeien en meer.
 
Het tijdschrift Lezen is gratis, wat voor uitgever Stichting Lezen natuurlijk een gevaar inhoudt: hoe succesvoller hoe meer oplage en daarmee meer kosten... Duur uithangbordje wordt het dan, het tijdschrift slokt nu al meer dan een kwart van het budget op. Er wordt dan ook een 'vrijwillige bijdrage' van € 15,- per jaar gevraagd. Maar ja, die is wel echt vrijwillig...
 
 
Lezen 2025-3. Stichting Lezen, 2025.   

donderdag 2 oktober 2025

Drol krijgt pootjes

Een apart, simpel prentenboekje: De vos en de drol, van Édouard Manceau, vertaald door J.H. Gever (zou zomaar een pseudoniem kunnen zijn van een medewerker van Gottmer), stevige bladzijden in een mooi dik omslag met ronde randen.
Beetje droge titel vergeleken met het origineel, L'incroyable petite histoire du renard, du caca et de la fourmi, ofwel 'De ongelooflijke kleine geschiedenis van de vos, de drol en de mier'.
Édouard Manceau is in Frankrijk vooral bekend om zijn kip, er is zelfs een tentoonstelling van te huren. 
 
  
 
Hij grossiert in kleine, grappige, karikaturale prentenboekjes voor peuters en kleuters, waarvan er slechts enkele in Nederlandse vertaling verschenen.
 
 
 
Vos gaat uit wandelen en moet ineens heel nodig. 
 
Snel ging hij achter een dikke boom zitten, waar niemand hem kon zien. En hij poepte.
 
 
 
Niemand? Scherpzinnige kijkertjes zullen de vogel op het hek opmerken. Die is er ook nog op de volgende dubbelprent, waar de drol pootjes krijgt.
Vos zet het op een lopen, de drol rent achter hem aan en gromt. Maar hij raakt moe en warm, neemt een duik in een vijvertje - en verandert in een mier. 
'Daar kwam de vos weer aangehold.' En voor de afloop: zie boekje. 
 
Heeft niet veel om het lijf, dit fabeltje, maar een drol die pootjes krijgt, dat zal veel jongere kijkertjes (en luisteraars) bekoren. Blijft bovendien de vraag wat er met de vos gebeurt als die verkoeling in het  vijvertje zoekt.
 
 
Manceau, Édouard. De vos en de drol. Gottmer, 2025. ISBN 978 90 257 8083 8, 30 p. Oorspr.: L'incroyable petite histoire du renard, du caca et de la fourmi. Seuil Jeunesse, 2023.