Zoeken in deze blog

donderdag 9 oktober 2014

Een kick

Een artikel in de Volkskrant 7-10-2014 door Paul Onkenhout zette me op het spoor van iets gedenkwaardigs. Op 11 september 1954 verscheen de eerst aflevering van Roy of the Rovers (zie The Guardian 8-9-2014).



Edoch, in november 1949 was al zijn Nederlandse evenknie actief: Kick Wilstra, getekend door Henk Sprenger.



Alles over Kick Wilstra wordt verzameld door 'Erik Janssens uit Rotterdam', die een ontroerend primitieve website bijhoudt, waarop hij meldt: 'Kick Wilstra is de beste voetballer die Nederland ooit heeft gehad. Geen wonder, het is een stripheld met de koptechniek van Kick Smit, de sierlijke stijl van Faas Wilkes en het spelinzicht (en de kuif) van Abe Lenstra. De blonde wondermidvoor beleeft op en buiten het veld avonturen. Kick Wilstra was in de jaren 50 ongekend populair en verscheen in stripbladen, in kranten en later in boekvorm. Deze site bevat veel informatie over de gentleman-voetballer uit de tijd dat het spel nog sportief was en het geweld zinvol.'

Ja, kom daar nog eens om...
Ook dacht men toen niet aan misbruik van jonge jongens in de kleedruimtes, bespied werd er evenmin, gevloekt en gespogen natuurlijk al helemaal niet en alle voetballers en juichende toeschouwers waren lelieblank. (Hoewel bij Roy en zijn Rovers nog wel eens een donker tintje langskomt.)
(Mooi ironisch toeval dat in diezelfde krant pal na dit artikel een in memoriam stond wegens het overlijden van de 'zwarte parel van Amsterdam' Erwin Sparendam, een zwarte Kick Wilstra zal ik maar zeggen, die vele doelpunten scoorde voor de eredivisieclubs Blauw-Wit en Elinkwijk.)



Twee jubeljaren dus, en bij elkaar tijd om even stil te staan bij de opkomst van de strip, het beeldverhaal, in de tijd dat er nog geen sjieke graphic novels waren. Ja, ja, Kapitein Rob (met pijp), Erik de Noorman, Sjors en Sjimmie, enzovoort.


Het genre werd door niet erg gewaardeerd door opvoeddeskundigen, waaronder de voorhoede van de Nederlandse jeugdliteratuur, bijvoorbeeld Boek en Jeugd, want men meende dat de strips een verderfelijke invloed hadden op de jeugd. Waarom mag Joost weten, want de helden hadden allen een hart van goud, als 't erop aankwam. Hun bezwaren hadden weinig invloed, de strips werden zeer gewild.

Een en ander leidde ertoe dat strips en jeugdliteratuur in kringen van bibliothecarissen, boekhandelaars, recensenten, onderzoekers en andere deskundigen als twee geheel aparte grootheden werden gezien, en er ontstonden dan ook twee aparte circuits van instituten, vakbladen, uitgeverijen en winkels.

Ook nu nog doet de strip in het Nederlands taalgebied eigenlijk niet mee als men jeugdliteratuur bestudeert en bespreekt - en andersom. Dat geldt trouwens ook voor (bijvoorbeeld) Duitsland, Engeland en de VS. Daarentegen kent het Franse vakblad La revue des livres pour enfants al sinds tijden in zijn recensies de categorie BD (bandes dessinées, strips). Maar ook in Frankrijk zijn ondanks die gewetensvolle houding van de Revue gescheiden circuits, getuige het aparte stripfestival met internationale aspiraties dat jaarlijks in Angoulême plaats vindt.

Gewetensvol, ja. Want als je je bezighoudt met wat kinderen lezen, kun je strips niet buiten zicht houden. Voor kinderen zijn strips óók leesgoed. Interessant dus dat er de laatste tijd toch een soort vermenging is, uitgaven getooid met de naam graphic novels (ze mogen nog geen beeldverhalen heten) die ineens wel tot de (jeugd)literatuur gerekend worden.



Saillant detail is dat uitgeverij De Fontein bij opkomst van deze term onmiddellijk een URL claimde voor haar uitgaven, waaronder Het leven van een loser en Dagboek van een muts.


Zo ongeveer als een onbekende de URL kinderboeken.nl heeft gereserveerd. Een handeltje, waarbij de handelaar kennelijk onbekend wenst te blijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten