Er zijn van die boeken die er veelbelovend uitzien.
Zo ziet De reis van Vos er fantastisch uit. The Fan Brothers (Eric en Terry Fan) kunnen prachtig tekenen. Een schip met een gewei, alleen het idee al.
De binnenzijde en de schutbladen tonen een kaart van een denkbeeldig gebied, met mooie suggestieve namen als de Lagune van Smaragd, de Mistige Bergen, de Spookheuvels, Wenfusel, Kaap van de Goede Bedoelingen, Doolhof der Scherpe Rotsen en Carr Eiland. En het stippellijntje van de route die het schip leidt, tussen al die mooie namen door, dwars door de Doolhof, naar het Eiland van de Lekkere Bomen.
Dat kietelt de verbeelding, maar helaas: heel veel mogelijke reisdoelen blijven in het verhaal verder ongenoemd, onbezocht. Dat vind ik jammer.
Op de dag dat het hertenschip verscheen, zat Vos na te denken over de wijde wereld.
Dat maakt ook benieuwd. Maar Vos denkt niet zozeer over de 'wijde wereld', maar over zeer uitleenlopende zaken:
Waarom word je van sommige liedjes blij en van andere verdrietig?
Waarom praten bomen nooit?
Zinkt de zon die ondergaat helemaal naar de bodem van de zee?
Waarbij het dan wel grappig is dat de andere vossen dat ook niet weten en zó antwoorden:
'Wat heeft dat met kippensoep te maken?' vroegen ze.
Zo kennen we onze medevossen weer.
Het hertenschip blijkt verdwaald en de drie herten zoeken bemanning. Op de kade staan met Vos een eland, een beer, een schildpad, een das, twee meeuwen en een stel duiven waarvan een met een geknoopte doek als hoofddeksel. De beer grijpt het hert niet, de vos laat de duiven leven: op de genoemde kippensoep en wat verorberde mossels na eten de beesten in dit verhaal geen andere beesten. Het zijn, zoals zo vaak in de jeugdliteratuur, vermomde mensen, die kunnen denken en praten, en zeilschepen besturen. De herten zijn helemaal knap: ze eten soep, maar grazen ook.
Onderweg regent het, ze blijken geen van allen goede zeelieden, ze eten een 'warme en verkwikkende soep' (groentesoep, zo te zien, maar mét mosselen voor Vos en brood voor Duif c.s.), ze bestuderen de kaart en mikken op het Eiland van de Lekkere Bomen. (Waarbij ineens ook een muis te zien is. Kijkt Vos nu op die kaart of naar die muis?)
Op weg. De duiven loodsen hen veilig door de scherpe rotsen en onderweg verslaan ze nog zeerovers.
Op het eiland genieten ze even van de rust, maar Vos vindt geen andere vossen om zijn vragen aan te stellen en stelt ze dan maar (en dan pas!) aan zijn medereizigers.
Dat levert dit vervolg op.
Vos haalde diep adem. 'Vinden eilanden het fijn om alleen te zijn?
Lijken golven meer op paarden dan op zwanen?
En hoe vind je een vriend om mee te praten?'
'Die laatste vraag is makkelijk,' zei de hertenkapitein. 'Vrienden vind je door samen te eten.'
'Daar ben ik het niet mee eens,' zei Duif. 'Vrienden vind je door samen avonturen te beleven.'
'Misschien hebben jullie allebei wel gelijk,' zei Vos.
'Maar ik denk dat je vrienden krijgt door vragen te stellen.'
Mooie frase, maar die wordt niet uitgewerkt, tenzij impliciet door wat volgt.
'Luister eens,'zei de kapitein nadenkend. 'Zullen we morgen naar huis gaan? Of zullen we eerst naar het Eiland van de Heerlijke Heesters varen?'
'Zijn twee avonturen genoeg?'vroeg Duif. 'Of zullen we er nog een doen?'
'Is het fijn om te weten wat er gaat gebeuren?' vroeg Vos zich af. 'Of is het beter om je te laten verrassen?'
Hij glimlachte. 'Er zijn nog zoveel vragen zonder antwoord, en nog zoveel vragen om te stellen.'
De volgende morgen lichtten ze het anker en hesen ze de zware zeilen.
Ze wisten nu dat de wind kwam en ging, dat de wolken steeds veranderden en soms hun regen lieten vallen en dat alles waar ze naar zochten, kon worden gevonden aan boord van een schip met een gewei...
... dat op weg was naar waar dan ook naartoe.
Einde.
Mooi verteld - en vermoedelijk goed vertaald, het bekt in ieder geval lekker. (Maar ik heb de originele tekst niet bekeken.)
Toch bleef ik wat teleurgesteld zitten. Al die gemiste bestemmingen. Het onuitgewerkte gebrek aan zeemanschap. De op het eind na afwezige onderlinge betrekkingen. En waarom een vos, herten, duiven: die keuze lijkt blind toeval. Het ging me net wat te te snel, dit verhaaltje. Ik had iets meer verwacht.
Slater, Dashka, en The Fan Brothers. De reis van Vos. Leopold, 2017, vertaling Rindert Kromhout. ISBN 978 90 258 7411 7, 44 p.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten