Waarin woon je liever: in een tiny house, een lutje hoeske of een klein huisje?
Sinds in de VS mensen de neiging kregen om (doorgaans gedwongen door geldgebrek) in kleine huisjes te gaan wonen en daarvan een soort geuzenbeweging te maken, zwerft de term tiny house door de wereld. Vooral de journalistiek, altijd dol op pasmunt en cliché's, helpt met de verspreiding.
En iedere keer als ik de term lees, denk ik: wat is het verschil tussen tiny house en klein huis of klein huisje? Is dat ongeveer hetzelfde als het verschil tussen roadtrip en autoreis? Of tussen uit de kleren gaan en uitkleden? Nee, wacht, dat laatste heeft niets te maken met Engels en alleen met status en omstandigheden. Uit de kleren gaan doe je nooit alleen, en vaak met een camera of publiek.
Een roadtrip wordt ons ook vaak voorgeschoteld in een verhaal (film of boek). Zelf maak ik nooit een roadtrip, wel eens een autoreis, doorgaans zonder publiek. En liever verlaat ik de autoweg voor een fiets- of voetpad en dat heet dan zelfs in fictie geen roadtrip. Bergtocht houdt nog dapper stand tegen mountain trip en aan een fietstocht (cycle trip?) wagen ze zich zelden in het land van de dominante reclametaal.
Terug naar de kleine huizen.
In een artikel in NRC Next 22-11-2019 over een theatermaker (Femke Ravensbergen) die uit geldgebrek een vrachtcontainer tot huis verbouwt, kwam ik nóg een term tegen:
In Nederland is het vinden van een standplaats nog niet vanzelfsprekend. Kleinschalige initiatieven zijn er wel. Groningen wees twee locaties aan voor het ontwikkelen van 'lutje hoeskes'. Eind september presenteerden twee Rotterdamse wethouders een plan om kleine, duurzame woningen neer te zetten op de 18 vierkante kilometer aan platte daken die de stad telt.
Lutje hoeske! Klinkt dat knus of niet? Véél knusser dan kleine duurzame woning. Ik zag meteen het bankje en de zonnebloemen voor de deur, en een appelboom in het veld erachter.
Ik zie wel mogelijkheden voor een verenging die het wonen in lutje hoeskes bevordert, misschien wel meer dan voor een die het wonen in kleine huisjes of tiny houses bevordert.
Wat is dat toch dat onze eigen moerstaal soms nèt te gewoon maakt? Engelstaligen hebben er kennelijk geen last van, want tiny house klinkt in het Engels net zo gewoon als klein huisje, en dan missen ze, jammer voor ze, nog dat extra verkleiningsvormpje achter het woord, want dat kan nu eenmaal niet in het Engels. Waardoor we nu wel sales op de winkelruiten zien en nooit meer uitverkoop, maar we het wel over een koopje hebben.
Een spotkoopje, zo'n zeecontainer. Maar het verbouwen tot een bewoonbare datsja (om eens een veelgebruikt Russisch woord te noemen) is nog geen sinecure, blijkt uit het artikel.
Ik hoop dat ze het warm houdt, 's winters.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten