Zoeken in deze blog

donderdag 28 november 2019

Duurt het nog lang?

Na Het hele soepzootje nu een documentair prentenboek van Floor Bal over zwangerschap. Oók een ontstaansverhaal, maar nu in één mens.Met een andere illustrator: Iris Deppe.

Het verhaal wordt verteld in episodes van 42 weken, verdeeld over 32 bladzijden met dubbelpagina-illustraties, en de metafoor is een reis. Zie dit detail (!):



Dat iets is feitelijk niet helemaal juist, er waren immers al een eitje en een zaadje.
In week 2 gaat het zo:



Wederom een detail: de bladzijden van dit prentenboek zijn te groot voor mijn scanner.
Het gaat me om de tekst, maar intussen toont dit detail ook de stijl van de illustraties.
Hier hebben we dus dat zaadje en dat eitje. Hoe die in de buik en bij elkaar komen, blijft onvermeld. Zonder nadere uitleg bestaat de kans dat de jonge luisteraar (dit boek is duidelijk bericht op kinderen die nog niet toe zijn aan leesonderwijs) aanneemt dat de vrouw die heeft gegeten. Dat is immers voor peuters en kleuters de gangbare manier waarop iets in de buik terecht komt. Aan de voorlezer de eer om wat seksuele voorlichting te geven.
Gemiste kans, dus. Alleen al de spannende reis (!) van dat zaadje op weg naar en in dat ei...
'Een nieuw leven ontstaat.' Plechtig hoor. Misschien iets te abstract voor een jonge kleuter.

In week 3 reist 'dat beetje leven dagenlang door de buik'. En 'zodra het de juiste plek vindt, plakt het daar vast'. Die juiste plek moet dan wel 'een kleine zak met water' zijn, want daarin bevindt het 'stipje' zich in week 4. Ja, als je je richt tot kleuters, moet je het eenvoudig houden. Toch is dit wel erg eenvoudig. Maar ja, dat krijg je als je niet wil vertellen hoe dat zaadje bij dat eitje komt en welke weg dat eitje vervolgens aflegt door de eileider naar die 'zak met water', waar het zich innestelt.

Wat na enkele bladzijden al opvalt is bovendien dat dit 'stipje' of 'korreltje rijst' (week 5) of 'kleine ding' (week 6) heel makkelijk van buik wisselt. Van moeder dus. In week 1 heeft moeders rood haar en groene ogen, in week 2 zwart haar en bruine ogen, in week 3 en 4 is ze niet te zien tenzij de twee daar afgebeelde vrouwen ervoor moeten doorgaan in week 5 heeft ze stroblond haar (en gesloten ogen, sorry), in week 6 zwart kroeshaar en een heel donkere huid, enzovoort. Dat stipje volbrengt uitzinnige verplaatsingen! Magie! Kun je zeker wel een reis noemen...
Gelukkig is de uitdrukking eigenlijk steeds ongeveer hetzelfde, er komt geen chagrijnige moeder voor in dit prentenboek, en ook alle vaders zijn opgewekt, net als hun eerste kind, want op alle bladzijden dartelt er ook een kleuter rond, ongeveer zo oud als de bedoelde luisteraar.
Hieronder een detail van week 21:



Andere ogen en mondjes als deze kan of wil Iris Deppe niet tekenen. Dat houdt het fijn herkenbaar voor de jonge kijker/luisteraar, en zelfs de beesten doen mee:



Ik zal dat maar het Disney-effect noemen. Ja, beide details stammen van tegenover elkaar geopende bladzijden, een dubbelpagina-illustratie dus zoals bijvoorbeeld deze:



Of moeders er goed aan doet om te schaatsen, laat ik in het midden. Wel apart overigens dat het zich met zoveel talent van moeder naar moeder verplaatsende 'nieuwe leven' zijn of haar eigen kleur houdt. Dat kan echter wel: het is een misverstand dat donkerhuidige mensen al in de baarmoeder een donkere huid hebben. In ieder geval in week 25 nog niet, heb ik begrepen. Of dat in week 32 ook nog een 'glad, roze huidje' is, weet ik niet. Laat ik over aan de deskundigen, die ik erop wijs dat het kindje in week 39 lichtbruin is, als het zich in een donkerhuidige moeder bevindt - wat volgens mij wel klopt. Ik hoop maar dat verder alle details betreffende de ontwikkeling kloppen. Dat geldt in ieder geval voor de momenten dat de baby kan horen en zien.
Een baby, ja, want zo heet het 'stipje' vanaf week 11 in dit boek, afgewisseld door kind (voor het eerst in week 12).

Nu is het merkwaardig dat niet wordt verteld hoe zaadje eitje bereikt, maar wel hoe baby de buik verlaat. Het wachten daarop begint hier in week 37 en de geboorte vindt plaats in week 40.
Ineens verplaatst de tot dan anonieme verteller zich in het kind!



Dat is apart! Is dit een poging om te vermijden hoe de bevalling moeder bevalt? In week 41 en 42 (laatste week) gaat de verteller wat hybride door, half van een afstand, half zich verplaatsend.




Geboren worden valt nog niet mee, maar dat blijkt niet uit het beeld. Daar is het babyleed kennelijk al geleden en kijkt de baby met blauwe (!, zie vader) zijn of haar zusje (broertje?) aan.

Is dit het ideale boek om voor te lezen aan een broertje of zusje in spe?
Ik heb niet alle boeken bekeken. Het zou kunnen dat Een baby'tje op komst van Christie Watts Kelly en Martha & William Sears meer informatie biedt en dat Wat zit er in je buik, mama? van Sam Lloyd (voor peuters) grappiger is. Wij krijgen een baby van Katja Reider en Marijke ten Cate, waarin moeder van alles uitlegt, is zeer informatief maar het kan wat verwarrend kan zijn als (andere) moeder voorleest. Zie hier over Baby'tje in mama's buik van Bette Westera en Jan Jutte, bedoeld voor een iets oudere leeftijdsgroep.
En dan hebben we nog Kaatje en mama’s buik van Liesbet Slegers, zeker niet slecht (en daar wisselt de foetus in ieder geval niet van moeder!), Bobbi wordt grote broer van Ingeborg Bijlsma en Monica Maas, Kleine beer en de baby van Harmen van Straaten (met dieren als personages, in dit kader niet zo fijn) en Er komt een baby bij van het oude talentvolle duo John Burningham en Helen Oxenbury, maar dan zijn we definitief in de fictie belandt en dan vergelijken we appels met peren.

Duurt het nog lang? is in ieder geval als documentair (non-fictie) boek voor peuters en kleuters zeker niet slecht. Maar ik vind die hele trits van wisselmoeders een vergissing, ik vind het jammer dat er zo preuts gedaan wordt over conceptie en bevalling en Deppe's oogjes, ach.



Bal, Floor, & Iris Deppe. Duurt het nog lang? Gottmer, 2019, ISBN 978 90 257 7194 2.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten