Zoeken in deze blog

donderdag 16 april 2020

Op safari

Wat niet in de safarigids van je ouders staat is de uitdagende titel van een recent verschenen boek van Joukje Akveld. Wordt die titel waargemaakt?

Als ik streng ben: nee. Het boek biedt een grabbelton aan informatie over Afrikaanse beesten, en ik vermoed dat die info ook is terug te vinden in de gidsen die er zijn verschenen voor mensen die zo nodig op safari willen gaan. Neem alleen al die dikke gids van Ruud Troost. Ook op internet is van alles te vinden over Afrikaanse dieren en planten. Een groot deel van wat er in Wat niet in de safarigids van je ouders staat aan informatie, staat daar dus wel in.

Voor kinderen is er aanzienlijk minder, maar dierentuinen als Artis en Blijdorp zijn ook een goede bron, en kinderen van 10 en ouder kunnen al aardig hun weg vinden op internet.
Verkrijgbare kinderboeken zijn het Safari-boek dat klanten van Matoke Tours 'cadeau' krijgen als ze een reis boeken (zie preview), het vertaalde Op safari van Barbara Taylor en Ontdek de dieren in Afrika (Ravensburger, geen auteur) - en niet in de laatste plaats het mooie fotoboekje Mijn kleine safari van Joukje Akveld zelf!
Deze titels zijn echter voor (veel) jongere kinderen dan waarop Wat niet in de safarigids van je ouders staat mikt.

Want dit boek mag dan onmiskenbaar een zeer vlotte stijl hebben, er staan wel woorden in als fake, fenomeen, live changing experience, sneaky, claim to fame, documentaire, als de situatie zich voordoet en airconditioningsysteem, kortom, je moet echt al wat jaartjes leesonderwijs en leeservaring achter de rug hebben om het te kunnen lezen.
Met 10 jaar en ouder ben ik nog vriendelijk, eerder denk ik aan 11 of 12 en ouder. Van die bijdehandse, goedgebekte kids van hoogopgeleide ouders die genoeg inkomen hebben om eens op safari te gaan in landen op de andere helft van de aardbol.

Het boek heeft ook een wat wonderlijke indeling. Een inhoudsopgave ontbreekt, je moet gewoon dóórbladeren ('op safari gaan', p. 17) langs de 'big five', de 'little five', 'roofdieren', 'bomen en planten', 'antilopen' ('er is niks anti's aan, als er iets is wat antilopen kunnen is het lopen'), enz., om dan zelfs al lezend te ontdekken dat sommige dieren wél zijdelings worden genoemd (p. 66 bv. oryx en sabelantilope) maar niet worden getoond en besproken, wat op p. 218 verontschuldigend wordt toegelicht. Een register ontbreekt eveneens.
Wat achteloos wordt bovendien duidelijk gemaakt dat het om een klein deel van Afrika gaat: precies dat deel waar vrijwel alle safaritochten worden georganiseerd. (Zuid-Afrika, Namibië, Botswana, Malawi, Zambia, Tanzania, Kenya...) Inhoudsopgave en register mogen ontbreken maar er is wel een Nederlands-Engelse lijst van dierennamen, en 'voor je ouders' zeventien uitsluitend Engelstalige boeken. Dat er in de rest van Afrika ook opmerkelijke beesten bestaan en dat Engels niet overal lingua franca is, blijft onvermeld.

Is er dan niets positief op te merken over Wat niet in de safarigids van je ouders staat?
Jazeker wel.




Het is zeer onderhoudend geschreven en bevat veel praktische tips. Achterin bevindt zich een keurige verantwoording, opdat we niet denken dat Joukje Akveld alles bij elkaar heeft verzonnen.
58 dieren, van olifant tot termiet, van leeuw tot wevervogel, van krokodil tot mestkever, kregen een mooie foto en een leuk stukje info erbij (zoals hierboven de hyena) en nog eens enkele tientallen worden kort besproken en met de tips is niks mis.
In die zin is het voor vaardige jonge lezers die door hun ouders worden meegetroond op safari inderdaad een prettige aanvulling.



Akveld, JoukjeWat niet in de safarigids van je ouders staat. Met foto's van Ariadne Van Zandbergen. Gottmer, 2020. 224 p., ISBN 978 90 257 7241 3. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten