Zoeken in deze blog

dinsdag 16 november 2021

Wat is het verschil tussen een gedicht en een liedtekst? Kort door de bocht: dat het gedicht niet op muziek is gezet. In Haren vol banaan van Erik van Os (ondertitel: Vieze liedjes & stoute versjes) is geen duidelijk verschil tussen liedteksten en gedichten te bespeuren, hooguit zijn die eerste gemiddeld langer.
Neem bijvoorbeeld een gedicht als ‘Een zusje om op te eten’, dat de titel van het boek leverde:

Mijn zusje heeft ontbeten
Ze ziet er lekker uit:

Kin vol boter
Wangen vol beschuit,
Haren vol banaan.

Ze is om op te eten.
Toch begin ik daar niet aan.


Erik van Os zou dat met zijn talent makkelijk op muziek hebben kunnen zetten. Of een andere componist.
Neem bijvoorbeeld deze tekst, die wél op muziek is gezet:

Hoe wild de wekker ook rinkelt,
Hoe klinkend de klok ook slaat,
Er gaat geen dag voorbij op school
Of ik ben weer te laat.

De juffrouw vindt dat niet zo leuk
Want vijf keer per week is het raak.
Natuurlijk heeft ze groot gelijk,
Vijf keer is te vaak.

Dus ga ik alleen nog op woensdag naar school.
De rest van de week neem ik vrij.
Zo kom ik nog maar één keer per week te laat.
Is dat niet geweldig van mij?


Deze citaten zijn ook representatief voor dat ‘vieze’ en ‘stoute. Dat valt dus nogal mee (of tegen, voor wie iets héél vies en/of stouts verwacht). 
 

 
Het is een soort vriendelijke baldadigheid die past in de traditie van Annie M.G. Schmidt en het Schrijverscollectief (incl. Willem Wilmink) en maar weinig volwassen wenkbrauwen zal doen fronsen. Heel erg ‘Annie’ is bijvoorbeeld het lied ‘Ik ben geen schattig kind’ op p. 14-15. Zeer eigen ‘ Van Os’  is bijvoorbeeld het lied ’Nakie, nakie nonsenslied’ op p. 56. Echte ‘vieze liedjes’, zoals bijvoorbeeld beschreven in Vieze liedjes uit de 17e en 18e eeuw, ingeleid door Annemieke Houben (Vantilt, 2015), of in ‘‘Uit de onderbuik. Over het scabreuze kindervers’ door Peter van den Hoven (Literatuur zonder leeftijd, jrg. 11 (1997) nr. 42, p. 213-236), zijn het niet, er zijn geen toespelingen op seksuele handelingen.
Het zijn amusante, goed bekkende teksten, met soms mooie vondsten, en de liedjes klinken prima. Daarmee hoort dit werk tot de betere poëzie voor kinderen – zonder heel erg op te vallen.
 

 
Het vriendelijk-karikaturale van de teksten wordt versterkt door de illustraties van Noëlle Smit. Stijlvast, vaardig, expressief, en aanvullend ten opzichte van de teksten, zie bijvoorbeeld p. 28 en 29 en p. 34-35. Met kleine grapjes, zoals op p. 33, waar een teckel en een stel enkels-in-schoenen figureren die met het gedicht ‘Boer en boertje niet te maken hebben.
 
 
Os, Erik van, en Noëlle Smit. Haren vol banaan, vieze liedjes & stoute versjes. Rubinstein, 2018. ISBN 978 90 476 2521 6, 61 p.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten