Met het idee 'jong geleerd oud gedaan' als leidraad richt Stichting Lezen zich tegenwoordig vrijwel uitsluitend tot de jeugd, althans, tot diegenen die zich inspannen om de jeugd aan het lezen te brengen en te houden.
Of, zoals de stichting het zelf formuleert:
Wij zijn er om ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren een omgeving hebben die ze de kans biedt om het plezier in lezen te ontdekken en boeken te kiezen die aansluiten bij hun belangstelling. Zo kunnen ze uitgroeien tot blijvende lezers.
Om dat te bereiken stemmen wij bestaande activiteiten op het gebied van leesbevordering en literatuureducatie op elkaar af en stimuleren wij initiatieven, methodieken en instrumenten die vernieuwend zijn. Dat gebeurt door organisaties bijeen te brengen en te verbinden en door financiële ondersteuning.
Ook het stimuleren van onderzoek en de verspreiding van onderzoeksresultaten behoort tot het werk van Stichting Lezen. Belangrijkste doelgroep zijn jongeren van 0-18 jaar. Deze doelgroep wordt voornamelijk via intermediairs zoals ouders/verzorgers, bibliothecarissen, leerkrachten en docenten bereikt.
Nu kan Stichting Lezen best op enkele opmerkelijke wapenfeiten wijzen: de Voorleeswedstrijd, de Voorleesdag, het project Bibliotheek op school, en meer.
Dus moet het meest recente rapport van de Progress in International Reading Literacy Study ze niet vrolijk hebben gestemd.
Want, zo luidt de kop van het persbericht:
Nederlandse kinderen zijn leesvaardig, maar hebben weinig leesplezier. |
Nederlandse kinderen houden minder van lezen dan leeftijdsgenootjes in andere landen. Inzetten op het vergroten van de (intrinsieke) leesmotivatie van kinderen is raadzaam: het is een bewezen effectieve manier om de leesvaardigheid te stimuleren.
|
Droevig.
Het persbericht gaat zó verder:
PIRLS 2016Ongeveer één op de drie Nederlandse tienjarigen ervaart weinig tot geen leesplezier. Dit blijkt uit de deze week verschenen Progress in International Reading Literacy Study(PIRLS). Het percentage leerlingen dat niet van lezen houdt, ligt in Nederland twee keer hoger dan het internationale gemiddelde.
Hoewel Nederlandse leerlingen gemiddeld zeer hoog scoren op leesvaardigheid, blijven de leesscores van ‘onwelwillende’ lezers achter bij die van de rest. Basisscholieren die lezen leuk vinden zijn, met 560 punten in PIRLS, zeer vaardige lezers. Kinderen die lezen enigszins leuk vinden, zitten met 550 punten nagenoeg op de gemiddelde Nederlandse leesscore. Leerlingen die lezen niet leuk vinden scoren daar met 527 punten ver onder. Leesmotivatie is dus de motor achter leesvaardigheid.
Nederlands leesmotivatieonderzoekInzicht in de leesmotivatie helpt leesbevorderaars in bibliotheek, boekhandel en onderwijs kinderen en jongeren gerichter te ondersteunen.
In opdracht van Stichting Lezen vroeg DUO Onderwijsonderzoek daarom bijna 6.000 leerlingen tussen de acht en achttien jaar naar hun leesmotivatie. Deze onderzoeksresultaten verschenen ook deze week. Kinderen zijn voornamelijk intrinsiek gemotiveerd om te lezen: zij lezen omdat zij nieuwsgierig zijn naar bepaalde onderwerpen of omdat zij zich zo kunnen onderdompelen in een verhaal. Extrinsieke motivaties, zoals lezen om het beter te doen op school of lezen om bevestiging te krijgen van ouders en leeftijdsgenoten, zijn voor slechts een kleine groep kinderen belangrijk. Dit geldt voor álle groepen leerlingen, ongeacht leeftijd, sekse en opleidingstype.
Effecten van leesinterventiesDeze resultaten sterken Stichting Lezen te blijven inzetten op interventies die gericht zijn op het vergroten van de (intrinsieke) leesmotivatie van leerlingen. Die interventies stimuleren ook de leesvaardigheid. Vooral de leesmotivatie van zwakke lezers gaat onder invloed van dit soort interventies vooruit. Naast diverse leesbevorderingscampagnes en -projecten zet ook het landelijke programma de Bibliotheek op school zich in voor het vergroten van de leesmotivatie. Op 38% van de Nederlandse basisscholen en 11% van de vmbo-scholen wordt inmiddels met dit programma gewerkt. Op deze basisscholen boeken kinderen meer vooruitgang in leesvaardigheid dan kinderen op 'gewone' basisscholen.
Stichting Lezen vertrouwt erop dat naarmate dit programma langer loopt en meer scholen gaan meedoen, de positie van kinderen in studies als PIRLS ook op het gebied van motivatie zal verbeteren.
Over Stichting LezenStichting Lezen is het kenniscentrum voor leesbevordering en literatuureducatie. Een van de taken die het in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vervult, is het uitvoeren van stand van zaken onderzoeken naar het lezen onder kinderen en jongeren. Daarnaast is Stichting Lezen initiatiefnemer, financier en organisator van tal van programma's en campagnes om het leesplezier onder de jeugd te stimuleren.
Ofwel: we blijven ons best doen... al lukt dat tot nu toe niet zo erg volgens dit rapport. Hier is een samenvatting. De titel van het rapport luidt: Mullis, I. V. S., Martin, M. O., Foy, P., & Hooper, M. (2017). PIRLS 2016 International Results in Reading. Retrieved from Boston College, TIMSS & PIRLS International Study Center.
Citaat uit de samenvatting:
The fourth grade students were very positive about reading and their reading instruction. Positive attitudes were associated with higher reading achievement. Considerable research indicates that positive attitudes toward reading and high achievement are related, and in a bidirectional way—that is, better readers may enjoy reading more and, thus, read more often than poorer readers. This can lead to better development of reading comprehension skills and strategies.
Dat is dan weer een ruggensteuntje voor de mensen van Stichting Lezen. Die hebben hun hoop gevestigd op Bibliotheek op school, blijkt uit het persbericht. Dat lijkt me verstandig, zeker zolang er steeds meer openbare bibliotheken verdwijnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten