Een klein meisje staat 's nachts voor het raam van haar slaapkamer, op een stoel, en ziet een hond op een tak.
Op de stoel ligt een soort nachtpon: wit met grote blauwe cirkels. Of nee, geen nachtpon want er zit een hoofdje aan, met twee zwarte vlechten. Op de volgende vier bladzijden lokt ze de hond naar binnen. De eerste twee bladzijden tonen een dubbelpaginaprent. Daarop kun je zien dat het meisje iets met circus heeft. Aan de muur een poster met een clown, tegen een stoel hangen drie hoepels, op een plankje staat een speelgoedcircustent. Ze heeft (volgende twee bladzijden tonen dat in 24 kleine prentjes) een mooie tijd met de hond en gaat slapen terwijl de hond door het raam verdwijnt.
Op de volgende dubbelpaginaprent komt 's nachts een circus voorbij: rode wagens en op een rode vrachtwagen ligt een opgerold tentzeil met roodwitte strepen (net als het dak van haar speelgoedtent). Op de zijkanten van de wagens staat een clown afgebeeld: dezelfde die bij haar aan de muur hangt.
Het is de kijker duidelijk: het meisje droomt.
In die droom wordt ze door de clown meegenomen naar het circus.
Ze doet mee met een voorstelling. Op de tribunes zitten gele, spookachtige gedaantes. Ze rijdt bijvoorbeeld staand op een paard (precies het speelgoedpaardje dat in haar slaapkamer staat) en doet kunstjes met een olifant (in haar slaapkamer staat een speelgoedolifant), en nog veel meer. Alles getoond in grote, kleurige dubbelpaginaprenten.
Aan het eind wordt ze teruggebracht door de clown.
Op de eennalaatste bladzijde wordt ze in 12`kleine prentjes wakker.
Op de laatste bladzijde kijkt ze vanuit haar bed naar de poster. Daaraan isiets veranderd: de clown heeft geen muts meer op. Die ligt over het voeteneind van haar bed.
Prachtig gedaan, dit woordloze, grote prentenboek waaraan veel te kijken valt.
Mattias de Leeuw. Circusnacht. Lannoo, 2016. ISBN 978 94 3562 8, 40 p.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten