Let op, deze afko rukt in snel tempo op. TOS staat voor taalontwikkelingsstoornis en heeft het al gebracht tot een website. Volgens deze website heeft 50 % van alle kinderen in Nederland een TOS. Deze kinderen 'hebben hardnekkige problemen in de taalontwikkeling, zonder dat er sprake is van andere beperkingen, zoals problemen met het gehoor, ernstige fysieke of emotionele problemen, cognitieve beperkingen of afwijkende omgevingsinvloeden.'
50 % vind ik nogal veel. Ik kan me van mijn lagere-schooltijd (jaren '50) niet herinneren dat er zoveel kinderen een stoornis (van welke aard dan ook) hadden. Ik zat op een tamelijk gewone openbare lagere school in Eindhoven. Meester Kerstens had de zesde klas verdeeld in drie rijen: één voor toekomstig lager beroepsonderwijs, één voor de mulo en één voor gymnasium en hbs. Hij deed op zijn manier aan gedifferentieerd onderwijs. De klassen daarvoor kenden geen verdeling. Meester Kerstens las ook graag voor uit de Katjangs en vervolgdelen, maar dat terzijde.
Ook van de basisschooltijd van mijn zoon kan ik me niet herinneren dat men het op school had over zoveel taalontwikkelingsstoornis (de helft van alle kinderen!), evenmin hoor ik dat van vrienden en kennissen.
Wel hoor ik over scholen waar veel kinderen zijn met een andere moedertaal, die daardoor nogal wat achterstand hebben in te halen. Maar dat valt, hoop ik, niet onder taalontwikkelingsstoornis.
Wellicht verkeerde ik in een niet-representatieve groep.
Wie ben ik om te gaan twijfelen aan de uitkomsten van een 'project dat uitgevoerd werd door het Expertisecentrum Nederlands, Koninklijke Auris en Koninklijke Kentalis, in samenwerking met tien PO-scholen. En dat financieel mogelijk werd gemaakt door een subsidie van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).' Al hebben Auris en Kentalis er volgens mij wel enige baat bij als het aantal kinderen met een TOS hoog is: het levert werk en omzet op.
Misschien is men steeds beter gaan waarnemen. Per slot bestond er in de jaren '50 ook geen ADD en ADHD en ook iets als dyslexie (nauw samenhangend met taalontwikkelingsstoornis) bestond nog niet als etiket. Grappig trouwens dat men omtrent de oorzaken van zowel taalontwikkelingsstoornis als dyslexie nog in het duister tast.
Hoe het ook zij, TOS is er en er wordt onderzoek naar gepleegd.
Bijvoorbeeld door Imme Lammertink. Zij promoveerde in 2020 met een dissertatie getiteld Detecting patterns: relating statistical learning to language proficiency in children with and without Developmental Language Disorder. En ze bedacht dat het fijn zou kunnen zijn om ook kinderen iets te vertellen over taalontwikkelingsstoornis.
Dat vind ik een lovenswaardig initiatief. In deze materie gaat het veel over kinderen, minder voor kinderen - met uitzondering uiteraard van de sessies met kinderen met een taalontwikkelingsstoornis, sorry, een TOS.
Zo ontstond dus het stripboek Het grote TOS mysterie, wat aliens en robots ons kunnen leren over taal, van Imme Lammertink en tekenaar Wouter Goudzwaard.
Heb het niet getest, maar ik vermoed dat het boek aan zijn doel beantwoordt: jonge lezers (8+) iets leren over taalontwikkelingsstoornis. En dan specifiek over het idee dat deze stoornis te maken heeft met het niet optimaal kunnen herkennen van patronen.
Het verhaaltje is dun: hoofdpersonen Amir, Jeroen en Naomi zijn aan het handballen. Er is wat onenigheid en Jeroen trapt boos tegen de bal en die gaat door een ruit.
Een opgewekte vrouw verschijnt en nodigt ze binnen. Zij is Roos de taalwetenschapper. Ze legt uit wat ze doet, taal bestuderen, en nodigt de kinderen uit wat proefjes te doen, o.a. met haar aliens.
Zo leren zij en wij lezers iets over taal leren en wat er mis kan gaan.Eind goed al goed, ook omdat Jeroen, die zo'n TOS heeft, begrijpt dat-ie wel een stoornis heeft maar daarom nog niet dom is.
Het is een stripboek, over de tekst valt niet veel te melden dan dat-ie tamelijk obligaat is, niet verrassend. Dat moet ook, als je iets goed wil uitleggen.
Het beeld, tja, ik vind het wat vlak, met (op de kleurtjes na) inwisselbare hoofden. Eigenaardig is dat alien Appie het decor (Roos' werkkamer) verlaat en een geheel eigen achtergrond krijgt, alsof het hele gezelschap zich ineens in een park of in een soort maanlandschap bevindt.
(det. p. 19)
Verbeelding in verbeelding, dat zal sommige jonge lezers wat moeite kosten.
Kortom, de bedoeling is goed en origineel, de uitvoering had beter gekund.
Lammertink, Imme, en Wouter Goudzwaard. Het grote TOS mysterie, wat aliens en robots ons kunnen leren over taal. Levendig Uitgever, 2022. ISBN 978 90 8318 375 6, 24 p.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten