Zoeken in deze blog

woensdag 22 februari 2023

Over de vos en de vis

De vos is een echt fabeldier, dus is het niet gek dat Daan Remmerts de Vries die als personage nam in (o.a.) zijn fabel Vos en Vis. Het is een prentenboek, maar ook een fabel, zoals die van Jean de la Fontaine en Aesopus, hedendaags maar passend in een lange traditie.
In een recensie van het mooie Ga toch fietsen van Joukje Akveld en Philip Hopman had ik al eens iets geschreven over dieren als personages, al noemde ik Jean de la Fontaine en Aesopus daar niet. 
Het is tegenwoordig een typisch kinderboekfenomeen en ik ben niet de enige die zich soms afvraagt waarom en hoezo. Er is niet veel onderzoek over te vinden - maar wel wat, bijvoorbeeld een stevig en studieus artikel door Carolyn L. Burke en Joby G. Copenhaver in Language Arts januari 2004 (pdf), 'Animals as People in Children’s Literature' of 'Do cavies talk? The effect of anthropomorphic picture books on children's knowledge about animals' van Patricia A. Ganea1, Caitlin F. Canfield, Kadria Simons-Ghafari1 en Tommy Chou in Frontiers in Psychology 2014. Bovenaan dat artikel van Burke en Copenhaver staat

Books that use animals as people can add emotional distance for the reader when the story message is powerful or painful.

Dat vat het aardig samen. Het gaat dan om als menselijk personage verklede en handelende dieren die toch wat eigenschappen van hun soort  hebben bewaard. De beruchtste moderne voorbeelden zijn natuurlijk de varkens van Richard Scarry die als slager zijn afgebeeld en vlees van soortgenoten in de etalage hebben liggen, ik noemde die al in bovengenoemde bespreking. Van vervreemding gesproken.
 
Terug naar Vos en Vis. We kennen Vos al uit Vos is een boef, Dokter Vos en Feest met Vos, dus we weten dat Vos wel enige trekjes van het oude fabeldier Reinaert de Vos heeft, maar zijn trekken doorgaans thuis krijgt. 
In Vos en Vis is het niet anders. Vos heeft aardappelpuree gemaakt en wil er gebakken vis bij. Dus gaat hij met zijn opblaasbare boot uit vissen op zee. Als aas gebruikt hij 'een goed boek'.

Vissen, zo meende Vos, zouden daar vast op af komen. Want goede boeken zijn in zee maar weinig te krijgen.

Op zeker moment hoort hij lachen onder de boot, hij haalt zijn schepnet op en er zit een vis in. Die kiepert hij in een emmer water, en (niet in de tekst, wel in beeld) hij haalt zijn aas ook weer binnen boord.



De vis keek verbaasd om zich heen. Toen stak hij zijn kop boven het water waarin hij nu dreef. 'Waarom zit ik opeens in dit emmertje?' vroeg hij. 'En wie ben jij?'
'Tja,' zei Vos. 'Ik eh... ben Vos. Ik heb je daarnet gevangen.'
'O,' zei Vis. 'Je wilt me zeker opeten.'

Kijk, de vis die kan praten wordt Vis. Het gesprek gaat over de aanstaande maaltijd, waartegen Vis bezwaar maakt. Maar ja:



'Het spijt me erg,' zei Vos korzelig. 'Maar je hebt je laten vangen. Wie slim is vangt dieren! Dieren die dommer zijn. Zo gaat dat nou eenmaal.'
'O,' zei Vis. 'Jij bent dus een slimme Vos. En ik ben een stomme vis.'
'Precies,' zei Vos.
 
Dat pakt net iets anders uit, hoe zal ik niet helemaal uit de doeken doen, veel te leuk om zelf te ontdekken, maar...



...de laatste regels zijn:
 
Die avond zat Vos peinzend aan tafel. Hij dacht na over Vis, die nu misschien wel in zijn eigen huis zat te lezen. In dat boek. Op de een of andere manier moest Vos daarom glimlachen.
Hij begon te eten. Aardappelpuree was ook heel lekker met een klontje boter.
 
Meesterlijk in woord en beeld verteld, deze fabel. Al ben ik dat laatste niet met de verteller eens, maar ja, smaken verschillen, en als moraal is-ie niet gek. Al zou de moraal ook kunnen luiden: wie met een goed boek een vis vangt, raakt in de puree.



Remmerts de Vries, Daan. Vos en Vis. Gottmer, 2023. ISBN 978 90 257 7738 8, 32 p.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten