'Ontlezing: een terugkerende zorg', mooie kop boven het eerste artikel in Leesmonitor maart 2015, een bijlage bij Lezen 2015-1.
Deed me onmiddellijk denken aan die gouwe ouwe: onderwijs, voorwerp van aanhoudende zorg. Zie artikel 23 van de Nederlandse grondwet, lid 1: 'Het onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regering.' Het staat er echt.
Parafraserend kunnen we dus stellen dat de 'ontlezing' een voorwerp van aanhoudende zorg is voor Stichting Lezen, een instelling die zijn inkomsten vrijwel volledig haalt uit overheidsbijdragen, namens ons allen, zodat daarmee die ontlezing dus een aanhoudende zorg voor iedereen zou zijn.
Het begrip ontlezing wordt, naast andere begrippen (waaronder lezen), achterin de Leesmonitor gedefinieerd: 'Het fenomeen dat mensen in het heden minder tijd zouden besteden aan lezen dan in vroegere jaren.'
Hiermee wordt ontlezing ineens een nog niet bewezen veronderstelling: 'zouden besteden'. Het is een riskante definitie, want met 'vroegere jaren' kun je heel ver terug en het lijkt me dat er 'in het heden' beslist méér wordt gelezen dan honderd, duizend of tienduizend jaar geleden.
Als ik de verslagen in Leesmonitor goed begrijp, wordt er 'in het heden' minder gelezen als in 2008. Althans, er worden minder boeken verkocht en iets minder boeken uitgeleend in bibliotheken. En, maar dat vind je alleen in een staatje op p. 14, de oplagen van kranten en tijdschriften dalen ook.
Dat er aan kranten en tijdschriften zeer weinig aandacht wordt besteed in Leesmonitor, ligt wellicht aan de definitie van lezen, een van de rommeligste die ik de laatste tijd tegenkwam: lezen is
'het opnemen, verwerken, begrijpen, interpreteren en evalueren/reflecteren van geschreven woorden, zinnen, alinea's, paragrafen en teksten, van papier of digitaal. In enge zin heeft lezen betrekking op het lezen van boeken; in nog engere zin op literaire boeken. In ruime zin wordt ook gedoeld op andere tekstsoorten: kranten, tijdschriften en teksten op internet (zoals e-mail, sociale media, informatieve teksten, verhalen, gedichten, enzovoorts.'
Vooral dat enzovoorts is heel fraai, maar de 'woorden, zinnen, alinea's, paragrafen' voorafgaand aan 'teksten' mogen er ook zijn. (Benieuwd hoe de definitie van tekst er volgens Leesmonitor zou uitzien.) Die engere en ruimere zin zijn ook vermakelijk, want nu weten we nog niet in welke zin lezen in Leesmonitor wordt opgevat. En wat zijn literaire boeken? Horen Thea Beckman, A. den Doolaard, Jan de Hartog, Paul van Loon, Herman de Man, K. Norel, Carry Slee en Adriaan van der Veen er ook bij?
Ik adviseer de redactie van Leesmonitor deze malle Begrippenlijst in de volgende aflevering te schrappen.
Er staat verder genoeg lezenswaardigs in Leesmonitor.
- Handige overzichtjes van de boekenverkoop tussen 1975 en 2014 en van het aantal boekuitleningen in bibliotheken, gesplitst naar jeugd en volwassenen. Overal daling, behalve dat het aantal jeugdleden van bibliotheken steeg.
- Cijfers over de afzet van e-boeken: spectaculaire stijging. Een nieuw soort tijdsbestedingsonderzoek maakt vergelijken op dat gebied moeilijk, het wachten is op volgende metingen. Tot 2005 echter werd een oud model gehanteerd en dus is er een staatje over 1955-2005. Trend: daling van het aantal aan lezen bestede uren per week. De top was in 1975: 6 uur per week. In 2005: iets minder dan 4 uur per week.
- Zulk onderzoek is ook gedaan naar de verdeling over andere media dan gedrukt papier. Een staatje van 1975-2011 toont: daling van de tijd besteed aan het lezen van 'gedrukte media', maar niet van de aan alle media samen bestede tijd. Het aantal radioluisteraars nam wel spectaculair af en nog steeds besteden mensen idioot veel tijd aan het hollevatenmedium tv.
- Enig nuttig gespeculeer over het 'nieuwe lezen', ofwel lezen van scherm. Met als klapper op de laatste pagina voor de Begrippenlijst (zie boven) de uitspraak van CPNB-directeur Eppo van Nispen tot Sevenaer dat jongeren 'misschien wel meer lezen dan ooit'. 'In de media wordt al snel geroepen dat we ontlezen. Vooral de jeugd. Wie de feiten kent, weet dat dat onzin is. De boekverkoop staat weliswaar onder druk, maar dit heeft met de feitelijke leestijd van de jeugd niks te maken.'
- Na die Begrippenlijst: een keurig literatuuroverzicht.
En zie vooral ook Leesmonitor.nu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten