Origineel: een interview in NRC 12-10-2019 met Harmen van Straaten, juist omdat-ie weer buiten de prijzen viel. Het is een zogenoemd lunchinterview, waarbij de rekening in een kadertje staat, door Rinskje Koelewijn, en als ik zie wat ze allemaal schreef was het wellicht haar eerste kennismaking met iemand uit de wondere wereld van het kinderboek. Hetgeen voor zo'n lunchinterview beslist een voordeel is.
Harmen van Straaten viel deze Kinderboekenweek dan weer eens buiten de prijzen, het deert hem niet.
Geeft niks, zegt hij. De afgelopen twintig jaar schreef hij wel honderd, of nee, tachtig - 'ik ben gestopt met tellen' - kinderboeken en illustreerde er vierhonderd.
Zo kennen we hem. Ik heb hem wel eens de man die sneller schrijft dan zijn schaduw horen noemen. Overigens houdt hij het op zijn website op 'ruim 50'.
Hij is een laatbloeier, zegt hij. Tot z’n veertigste was hij docent recht op een hogeschool – hij is jurist. 'tekenen deed ik er een beetje bij.' Leuke baan, tot hij het niet meer leuk vond en een jaar onbetaald verlof nam om aan de kunstacademie in Londen te leren hoe je animatiefilms maakt. 'De verhaaltjes bedenken vond ik het allerleukst. Zo ben ik bij het schrijven terechtgekomen.'
En waarom voor kinderen?
'Ik had een oom die voor volwassenen tekende.' Dat is Peter van Straaten, de cartoonist. 'En een oom die kinderboeken illustreerde.' Gerard van Straaten, die bekend werd met de Kameleon-reeks.
'Ik moest iets vinden waarbij ik mezelf kon zijn.' Hij leerde schrijven door boekjes te maken voor kinderen die leren lezen. 'Met weinig woorden toch een rond verhaal vertellen.' Geen ik-verhalen, want 7-jarigen hebben nog te weinig empathisch vermogen om zich in te leven in een andere ‘ik’. En, wat hij ook leerde: geen passieve hoofdpersonages in een kinderboek. 'Het kind moet niet alleen van alles overkomen, het moet ook zelf kunnen handelen.'
Aan fantasie ontbreekt het Harmen van Straaten niet, denk ik, en dat zou ook wel eens kunnen gelden voor zijn antwoorden bij interviews, want een zeker soort vrolijke onverschilligheid lijkt me hem niet vreemd.
Op zijn website vind je dit:
Waarom illustreert Harmen eigenlijk kinderboeken?
'Omdat ik al een beroemde oom heb, Peter van Straaten, die voor volwassenen in kranten, tijdschriften, kalenders en boeken tekent en ik niet met hem vergeleken wilde worden.'
Net weer anders... Hij zal slim genoeg zijn om ermee rekening te houden dat wat hij boven zijn steak tartare in Brasserie van Baerle aan de onbevangen journaliste vertelt de volgende dag in de krant staat, dus laat ik er maar van uitgaan dat hij deze beweegredenen niet geheel uit zijn duim zuigt. Tot de 'vierhonderd' boeken die hij illustreerde horen overigens ook de acht delen Kameleon Junior, een soort spin-off van de bekende reeks die zijn oom grotendeels illustreerde.
Hij is nu bezig met een boek voor wat oudere kinderen. 'Ik kwam op het idee door een stukje in de krant.' Op een Schots eiland woont een jongetje dat de allerlaatste leerling is op de plaatselijke school. 'De juf is vertrokken, en hij krijgt les via Skype.'
Alle andere kinderen zijn ouder en gaan op het vasteland naar school. De volwassen werken ook allemaal aan de overkant. 'Eens per week vaart er een pont. In mijn verhaal blijft het jongetje alleen achter, met een geit, een gans en een hond.'
Aha, en er zijn daar geen mobiele telefoons op dat eiland?
'Dat is zo handig als je schrijft, je bepaalt zelf wat je erin stopt en wat niet.' Hij hoeft maar te verzinnen dat het bereik heel slecht is op het eiland, en die telefoon speelt geen rol meer. En hoe oud is het jongetje? 'Een jaar of 12.' Hij had toch niet zoveel met tieners? 'Het verhaal speelt zich af buiten deze wereld. Dus dan lukt het me wel.'
Hij kwam op het idee door een stukje in de krant, en hup. Nu ja, als je onbenullige vragen krijgt, geef je ook antwoorden die niet zoveel om het lijf hebben. Het lunchinterview liet kennelijk geen ruimte om eens door te vragen over zijn ambities.
Het kan natuurlijk zijn dat hij diep van binnen altijd acht jaar is gebleven, de leeftijd waar hij het liefst voor schrijft.
Hoe dan ook, zijn verhalen zijn doorgaans vlot en vaardig geschreven maar hebben verder niet zo veel betekenis. 'Lekkere leesboeken', worden ze wel genoemd en als hij zegt dat die er ook moeten zijn, heeft-ie groot gelijk. Hij kan ervan rondkomen en dat is wellicht zijn enige ambitie.
Tekenen kan-ie heel goed en gelukkig laat Rinskje niet na te melden dat hij er ooit 'De Appel, een internationale prijs voor illustratoren' mee won.
Ze bedoelt de Gouden Appel, een prijs van naam en faam, die elke twee jaar wordt uitgereikt tijdens de Bienále Ilustrácií Bratislava. De 27e editie start op 25 oktober a.s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten